Thema excursie Beverbeekvallei - Hoe omgaan met jonge aangeplante bossen
Met de winter voor de deur is het plantseizoen terug uit de startblokken geschoten. Door de huidige aandacht voor bossen en de hiervoor beschikbare subsidiemogelijkheden hebben veel afdelingen de laatste jaren sterk ingezet op bosuitbreiding. Tijd dus om te kijken hoe we best omgaan met deze jonge bossen.
Tussen het moment dat er aangeplant wordt en we van een volwaardig bos kunnen spreken verandert er heel wat in en rond het bos. Beheerders spelen hierbij een belangrijke rol in de aanleg en het bijsturen in de lopende natuurlijke processen. Van het opstellen van het aanplantingsplan, hoe de aanplanting is georganiseerd, hoe de bomen de grond in gaan, wat te doen bij sterfte of wildschade, omgaan met concurrerende vegetatie tot de voor- en nadelen van de eerste dunningen.
Tijdens deze excursie overlopen we de verschillende keuzes die beheerders kunnen of moeten maken tussen het planten en de kroonsluiting. Door samen te komen en ervaringen te delen is het de bedoeling van elkaar te leren en beter voorbereid aan het plantseizoen te beginnen.
Geen betere plek hiervoor dan het natuurgebied Beverbeekvallei in Herzele. Sinds enkele jaren is de natuurpunt afdeling Ninove hier bezig met 33 ha bosuitbreiding, waarvan een groot deel reeds is gerealiseerd. De Beverbeekvallei ontspringt in het Duivenbos en loopt langsheen de gelijknamige beek door tot in Ninove.
Het gebied bestaat voor het grootste deel uit elzenbroekbossen en oude populierenbossen met op de hoger gelegen flanken valleibossen en drogere bostypes. Typisch voor het gebied zijn dan ook soorten van natte of oude bossen zoals dotterbloem, holpijp, matkop, wielewaal, bosanemonen en sleutelbloemen