Monitoring

Via monitoring volgt Natuurpunt de toestand van de natuur in Vlaanderen op. Dit houdt in dat we herhaaldelijk gegevens verzamelen over fauna en flora, het gevoerde beheer, de vegetatiestructuur en de abiotiek.

Op die manier kunnen we bijvoorbeeld onderzoeken of de soortenrijkdom van onze graslanden toeneemt en of begrazing de gewenste resultaten oplevert. Het is belangrijk dat we gebieden met elkaar kunnen vergelijken. Daarom moeten we zo gestandaardiseerd mogelijk te werk gaan. Handleidingen, methodieken en invulformulieren voor de vrijwilligers en op maat gestelde schema’s helpen daarbij.

Afbeelding
BioBlitz - Frank Maes
Frank Maes

De belangrijkste projecten

Het monitoringsplan bevat per gebied de monitoringsmodules die al werden of nog zullen worden uitgevoerd. Hoe vaak het onderzoek herhaald werd en de uitvoerder ervan, staat er ook bij vermeld. Op die manier kunnen we de monitoringen beter plannen. Als je niet genoeg kennis in huis hebt om bepaalde soortgroepen te onderzoeken in jouw gebied, kan je dit ook aangeven in het plan. Zo kan je dan beroep doen op werkgroepen of vrijwilligers die de klus wel kunnen klaren.

De basismonitoring bestaat uit twee delen: de multisoortenlijst en de opvolging van het reguliere beheer.

  • Multisoortenlijst: Op basis van de aanwezige natuurtypes wordt voor elk natuurgebied een beperkte lijst opgesteld van op te volgen soorten. Jaarlijks wordt dan genoteerd of ze al dan niet aanwezig waren, en eventueel ook hun aantallen.
  • Opvolging regulier beheer: Vanaf 2009 moet elk beheerteam het uitgevoerde beheer systematisch noteren. Hiervoor is een digitaal invulformulier beschikbaar dat door betrokkenen geraadpleegd of aangevuld kan worden.

Via standaardmonitoring moedigen we gespecialiseerde vrijwilligers aan om bovenop de basismonitoring extra soortgroepen, zoals vogels, vlinders, planten … op te volgen. Goed onderzochte gebieden sluiten zo aan bij de meetnetmonitoring.

Meer weten?