Natuurherstel Midden-Limburgs Vijvergebied geeft soorten weer hoop

In 2003 kreeg de natuur in het Midden-Limburgs Vijvergebied een grondige herstelbeurt. Dat was nodig, want vanaf de jaren ‘70 domineerde intensieve visteelt het landschap. Resultaat: moerassen en hun vegetaties verdwenen. Een domper voor typische moerassoorten zoals de Roerdomp en het Woudaapje, die fel achteruit gingen. Hoe is het 15 jaar later met hen gesteld?
Het Midden-Limburgs Vijvergebied is het grootste vijvergebied van de Benelux en behoort tot het Natura 2000-netwerk van de Europese Unie. Tot de jaren 1970 bestond dit gebied uit een gevarieerd landschap van vijvers vol waterplanten en moerassen met riet, lisdodde, russen en zeggen. Zeldzame soorten zoals de Roerdomp en het Woudaapje, beiden familie van de reigers, vonden hun thuis in het gebied. Topnatuur dus!
Gesloten vijverlandschap
Maar vanaf 1970 werd de visteelt veel intensiever in het vijvergebied. De impact was enorm. Extensieve beheervormen (zoals het maaien van dichte oevervegetaties of de begrazing van moerasvegetaties door koeien) zorgden decennia lang voor gevarieerde moerassen in combinatie met open water. Maar ze werden ingeruild voor kranen die rietvelden en ondiepe delen van vijvers omtoverden in vegetatieloos open water. Het voedsel voor de vissen moest vanaf nu komen van voedselrijke visvoeders. In het vijvergebied werden vooral karperachtigen gekweekt. Op zoek naar voedsel woelden die de bodem om, waardoor het water in de vijvers vertroebelde. Hierdoor verdwenen ook tal van waterplanten en werden de moerassen dus steeds kleiner. Ook de plaag van muskusratten en beverratten tussen de jaren 1960 en 2000 had hier zijn aandeel in: de twee knaagdieren aten namelijk heel wat moerasplanten weg. En de dijken ten slotte, verbosten door gebrek aan hakhoutbeheer en graasbeheer door koeien of schapen. Zo ontstond een gesloten vijverlandschap.
Woudaapje en Roerdomp de dupe
Het verlies van moeras bleek nefast voor de Roerdomp, die in de Rode Lijst van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) de status ‘ernstig bedreigd’ meekreeg. Ook het Woudaapje werd de dupe: hij kreeg de status ‘bedreigd’. Maar beide vogels kregen het ook uit andere hoek hard te verduren. Aalscholvers bleken een harde concurrent in het bemachtigen van voedsel: het voedselaanbod in de viskweekvijvers slonk zienderogen. Dat zagen ook de viskwekers, die hun teelten aanpasten aan de komst van de Aalscholver. Karperachtigen zoals rietvoorn en blankvoorn opkweken was niet meer rendabel, en daarom kozen de kwekers ervoor om grote karpers te importeren uit Oost-Europa. Te groot voor onze Woudaap en Roerdomp, die een tweede keer werden getroffen.
Naar een duurzaam beheer
Om beide moerasvogels te redden, werd het Midden-Limburgs Vijvergebied in 1998 gedeeltelijk aangekocht voor natuurbeheer. De andere delen zijn vooral in handen van professionele viskwekers. In dit gebied is het belangrijk om het maaibeheer in de moerasvegetaties zo aan te passen dat nestplaatsen van de Roerdomp en het Woudaapje onaangeroerd blijven. Bij herstelprojecten werden nieuwe rieteilanden aangelegd in vijvers, van waaruit zich nieuw leefgebied kon ontwikkelen. Daarnaast werd een ecologische visgemeenschap geïntroduceerd in de vijvers. Om te voorkomen dat één (grote) vissoort de overhand kreeg, was het nodig om de vijver om de drie tot vijf jaar leeg te vissen en nieuwe vissen uit te zetten. Een ander initiatief was de juvenielenteelt door private viskwekerijen: per hectare werden honderdduizenden kleine karperachtigen opgekweekt. Elk najaar werden deze vijvers leeggevist en drooggelegd om de aquatische pioniersvegetatie te behouden. Deze nieuwe vorm van visteelt kon de Aalscholvers minder bekoren en gaf in de zomermaanden opnieuw een gedekte tafel aan Woudaapjes en Roerdompen.
figuur_15_-_luchtfoto_2016_dekijkhut_frank_resseler.jpg

Het vijvergebied na het herstel: van een gesloten naar een open landschap waar de Roerdomp en het Woudaapje kunnen broeden
Heropleving
Dankzij 15 jaar natuurbeheer in het Midden-Limburgs Vijvergebied kwam opnieuw een halfopen vijverlandschap tot stand. De moerasoppervlakte werd meer dan verdubbeld en ook het beschikbare voedsel nam in grote mate toe. Dat loonde, ook voor de Roerdomp en het Woudaapje. Geleidelijk aan slagen ze erin om hun populaties weer op te trekken. Al is dat met vallen en opstaan. Want ook al zagen ze hun leefgebied fors uitbreiden, toch namen de aantallen Roerdomp tussen 2011 en 2014 opnieuw alarmerend af. Oorzaak? De vijvers bevatten te weinig jonge (en dus kleine) vissen. In 2013 besloot het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) duurzamer samen te werken met de viskwekers om nog meer van hun vijvers dynamischer te beheren. Daardoor steeg het aantal broedparen van de Roerdomp tussen 2014 en 2016 van vijf tot acht paren, ondanks de zeer koude en natte voorjaren. Een succes! En behalve op de moerasvogels had het natuurherstel in het vijvergebied ook een positieve impact op fytoplankton, zoöplankton, water- en oeverplanten, ongewervelden en amfibieën. Een dynamisch vijverbeheer is dus absoluut noodzakelijk voor het behoud van al deze soorten.
Tekst: Stephie Seghers, naar het artikel van Geert Beckers & Tom Verschraegen in Natuur.focus van maart 2017.
Foto's: François Van Bauwel & Frank Resseler
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week