Natuurpunt en windmolensector hebben al samenwerking over bescherming van vleermuizen

Door windmolens af en toe stil te leggen voor vleermuizen en andere dieren, vermijden de energieproducenten een groot aantal onnodige slachtoffers. Daarover hebben Natuurpunt en de energiesector eerder al een samenwerking opgestart en we blijven er verder over in gesprek gaan.

Begin van de zomer verklaarde Vlaams minister voor Energie Bart Tommelein in de pers dat maatregelen om vleermuizen te beschermen bij de bouw van windmolens slechts kunnen na overleg en akkoord. Goed nieuws: dat overleg loopt al ongeveer twee jaar. En de eerste akkoorden zijn al een jaar geleden afgesloten.

Natuurbeschermers en windmolenuitbaters onderzoeken samen hoe het aantal slachtoffers van vleermuizen en andere bedreigde diersoorten bij windmolens zo klein mogelijk kan worden gehouden, bijvoorbeeld door windmolens tijdelijk uit te schakelen in periodes waarin het risico op aanvaringen erg hoog is (bij nachten die warm, droog en windstil zijn). Die maatregelen zijn nu al standaardpraktijk in Wallonië en de ons omringende landen.

Productie van groene energie is een belangrijk wapen in de strijd tegen de klimaatverandering. En dus zijn we als natuurbeschermers voorstander van meer groene energie. Maar waarom zouden we die niet zo inrichten dat ze zo weinig mogelijk negatieve impact heeft op de al zo bedreigde natuur in Vlaanderen?

In Melle in Oost-Vlaanderen loopt al een eerste pilootproject, een vrijwillige samenwerking tussen natuurbeschermers en windmolenexploitanten. Daar zal de aanwezigheid van vleermuizen rond de nu al geïnstalleerde molens nauwlettend gemonitord worden.

Het project is een samenwerking tussen Natuurpunt en windmolenexploitanten EDF Luminus. Er lopen ook gesprekken met Wase Wind en Ecopower over andere projecten. Het toont dat het mogelijk is om in gesprek tot oplossingen te komen. Blijkbaar is minister Tommelein niet op de hoogte van deze initiatieven.

Alle vleermuissoorten in Vlaanderen zijn Europees beschermd en bedreigd. Ze hebben erg te lijden onder lichtvervuiling, een afgenomen insectenaanbod en het gebrek aan geschikte verblijfplaatsen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat windmolens een belangrijke nieuwe doodsoorzaak kunnen zijn. In Duitsland wordt het jaarlijks aantal slachtoffers geschat op 250.000. Voor België zijn de cijfers niet bekend, omdat er geen geld wordt vrijgemaakt voor wetenschappelijk onderzoek naar het probleem.

Tot nog toe was het onduidelijk of windmolenbouwers maatregelen moesten nemen of niet, en welke die waren. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft nu een duidelijk kader opgemaakt. Zo’n kader kan een einde maken aan de juridische onzekerheid die de plaatsing van windmolens bemoeilijkt.

Het productieverlies voor windmolens is in de meeste gevallen beperkt tot minder dan 1 procent. Maar voor de vleermuizen kan het een wereld van verschil betekenen: dat blijkt uit resultaten in Wallonië, Nederland, Duitsland en Frankrijk. Daar worden sommige van die maatregelen nu al standaard genomen. Vlaanderen hinkt hierin achterop.

Duidelijke afspraken om rekening te houden met (Europees beschermde) vleermuizen is een belangrijke stap vooruit om de ambitie voor meer windenergie in Vlaanderen waar te maken. Een ambitie die Natuurpunt deelt met minister Tommelein.