Natuurpunt lanceert betonrapport voor Vlaamse steden en gemeenten

Waar draait de betonmolen het snelst? En in welke gemeente wordt de betonstop nu al uitgevoerd? Natuurpunt heeft de cijfers voor het eerst op gemeenteniveau berekend en gebundeld in een betonrapport. Bedoeling: de gemeenteraadsverkiezingen aangrijpen om de betonstop in de lokale bestuursakkoorden te krijgen. Met de actie #natuurdichtbijmij vragen Natuurpunt, Velt en BOS+ burgers om hun visie op de toekomst van hun gemeente te delen met lokale politici.
=> Download het volledige Betonrapport (in PDF)
=> Download de individuele fiches per gemeente (in PDF)
In Vlaanderen verdwijnt er elke dag 6 hectare onder het beton. In geen enkele Europese regio wordt zo kwistig met open ruimte omgesprongen. Dat dreigt onze regio onleefbaar te maken: met veel fileleed, torenhoge infrastructuurkosten, een ongezonde leefomgeving en versnipperde natuur tot gevolg. Een gebetonneerde omgeving kan zich bovendien erg slecht weren tegen de gevolgen van de klimaatveranderingen: periodes van hitte, felle neerslag en overstromingen.
De Vlaamse regering heeft gekozen voor een betonstop tegen 2040 en een tussentijdse halvering van de betonsnelheid in 2025. Maar het zijn de lokale besturen die deze ambitie moeten waarmaken. Met het betonrapport wil Natuurpunt kansen en problemen in kaart brengen per gemeente.
Almaar meer beton per inwoner
Sinds 1985 nemen we per Vlaming almaar meer ruimte in. Terwijl we dichter bij elkaar zouden moeten gaan wonen, doen we het tegenovergestelde: de Vlaamse leefdichtheid daalde van 36 naar 25 inwoners per hectare. Amper 45 van de 308 gemeentes slaagden er tussen 2005 en 2015 in om de omslag te maken naar verdichting, ondanks trends op de woningmarkt als appartementisering, groepswoningbouw en compacter bouwen voor kleiner wordende gezinnen.
Hoogstraten: de betonhoofdstad van Vlaanderen
Geen enkele stad draait zo snel aan de betonmolen als Hoogstraten: per week ging daar meer dan een halve hectare open ruimte op de schop, en dat tien jaar lang. Daarmee ligt de betonsnelheid er maar liefst 4 keer hoger dan het Vlaams gemiddelde. Ook andere gemeenten in de Noorderkempen (Wuustwezel, Merksplas, Brecht) kampen met een hoge betonsnelheid. De verklaring: ontwikkelingen voor wonen, industrie en landbouw (onder andere enkele megakippenstallen). Hier is de betonstop nog lang niet ingezet. Als de huidige trend zich doorzet in Hoogstraten, dan zal de nog 340 hectare bebouwbare grond in Hoogstraten volgebouwd zijn in 2029.
Evergem: overtollig woonuitbreidingsgebied schrappen
In Evergem (Oost-Vlaanderen) voert het gemeentebestuur een krachtdadig beleid op het vlak van overtollige woonuitbreidingsgebieden. Via de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zet de gemeente een aantal woonuitbreidingsgebieden definitief om tot bouwvrij agrarisch gebied, en worden andere grote uitbreidingsgebieden voor lange tijd bevroren. Een voorbeeld van de betonstop in de praktijk, in een landelijke buurgemeente van Gent waar de open ruimte sterk onder druk staat.
Provincie Antwerpen verhardt het meest, Limburg drijft betonsnelheid als enige nog verder op
De betonsnelheid ligt het hoogst in de provincie Antwerpen. Een kwart van het nieuwe beton dat de afgelopen 10 jaar in Vlaanderen gestort werd, kwam in deze provincie terecht. Oost- en West-Vlaanderen vormen de rest van de beton-top 3. Voor Oost-Vlaanderen ligt het zwaartepunt in het noorden van de provincie, met name in het Meetjes- en Waasland.
=> Bekijk de provinciale analyse in meer detail
Limburg heeft momenteel de laagste verhardingsgraad van Vlaanderen (12,6 procent). Maar er lijkt weinig ambitie om dat zo te houden: de provincie springt de laatste jaren almaar kwistiger om met de resterende open ruimte. Van alle Vlamingen is de ruimtelijke voetafdruk van de inwoners in Limburg het grootst: 848 vierkante meter per inwoner.
In 2016 liet Limburg als enige provincie een stijgende betonsnelheid optekenen ten opzichte van het gemiddelde uit de voorbije tien jaar (van 1 naar 1.1 hectare per dag). Wat die trend nog zorgwekkender maakt: meer dan de helft van de bijkomende bebouwing wordt gerealiseerd op plekken waar dat niet aan te raden is, bijvoorbeeld in slecht bereikbaar of overstromingsgevoelig gebied.
Emoji-landschappen tegen beton
Met de actie ‘Natuur dicht bij mij’ willen Natuurpunt, Velt en BOS+ burgers aansporen om hun dromen over de toekomst van hun gemeente te delen via sociale media met lokale politici, door een landschap met emoji’s te maken en af te sluiten met de hashtah natuurdichtbijmij. Op die manier willen de organisaties duidelijk maken dat ruimtelijke ordening en natuur een thema is dat bovenaan de lokale politieke agenda hoort. Al in meer dan 79 gemeentes hebben lokale afdelingen hun lokaal memorandum gepresenteerd, waarmee ze hun dromen voor de gemeente uit de doeken doen.
Hoe moet het dan wel?
Schrap overbodige bouwgronden
Met de betonstop wil Vlaanderen geen nieuwe open ruimte meer aansnijden in 2040. Vooraleer het zover is, kan nog 22.500 ha extra ruimte ingenomen worden. Maar in het verleden werd door de overheid nog veel meer bouwgebied afgebakend: 80.000 hectare. Die oppervlakte zullen we niet nodig hebben om de stijgende bevolking op te vangen. En het zou een ramp zijn om ze aan te snijden. Het overtollig aanbod bedraagt momenteel 57.500 hectare. Die oppervlakte moet geneutraliseerd worden, anders is het risico reëel dat ze toch wordt volgebouwd. Gronden met een hoog risico op overstromingen (signaalgebieden), woonuitbreidingsgebieden (WUGs) en waardevolle bossen zouden best het eerst geschrapt worden. Eigenaars van zulke gronden moeten volledig vergoed worden. Uit onderzoek blijkt dat dit (inclusief de schadevergoedingen van 100% die recent afgesproken werden) 4 miljard euro goedkoper is dan de kost van een verder volgebetonneerd Vlaanderen.
Verdicht
We zullen efficiënter moeten omgaan met de ruimte die we innemen. In Vlaanderen zijn er veel mogelijkheden om ruimte die nu al gebruikt wordt door de mens efficiënter in te richten, met extra woon- en werkplekken, op goed bereikbare plaatsen. Daar zal de nodige creativiteit voor nodig zijn: architecten en projectontwikkelaars hoeven dus zeker niet te vrezen voor hun job na 2040. Door dorpskernen en stadskernen te versterken, krijg je opnieuw een voldoende grote schaal om winkels, café’s en lokale verenigingen te laten floreren - of openbaar vervoer te onderhouden. In breed uitgesmeerde verkavelingen is de bevolkingsdichtheid te laag en dreigt vereenzaming en isolatie.
Hou het betaalbaar
Hoewel de betonstop zich op lange termijn terugbetaalt, is er op korte termijn budget nodig om de nodige instrumenten – zoals het schrappen van overtollig aanbod aan bouwgronden – te financieren. Dat is een investering in de levenskwaliteit van de Vlaming. De Vlaamse overheid moet dan ook budgetten voorzien om de betonstop uit te voeren zoals gepland. Een deel van dat budget kan alvast komen uit de planbaten: een heffing op de meerwaarde die je krijgt door elders hoger te mogen bouwen of wanneer een landbouwgrond plots bouwgrond wordt. Op die manier kan de betonstop zichzelf betalen, ook op kortere termijn.
Start lokaal, en start vandaag nog
De betonstop is een opdracht voor elke gemeente. In totaal is er 57.500 hectare bouwgrond te veel. Zowel landelijke gemeentes als centrumsteden zullen inspanningen moeten leveren. Met het cijfermateriaal uit het betonrapport kan elk gemeentebestuur aan de slag om afwegingen te maken die zorgen voor een duurzame en leefbare ruimtelijke ordening binnen de gemeentegrenzen. Waar kan er verdicht worden? Welke bouwgronden worden beter geschrapt? 80.000 hectare bebouwbare oppervlakte is momenteel in gevaar. Maar die oppervlakte ligt niet gelijkmatig verdeeld over Vlaanderen. Voor verschillende gemeentes draaien de betonmolens zo hard, dat alle bebouwbare oppervlakte razendsnel volgebouwd zal zijn. Zo zal de landelijke gemeente Pepingen, als er zo doorgebouwd wordt, al in 2021 alle beschikbare bouwruimte opgesoupeerd hebben. In Hoogstraten, waar de betonmolens momenteel het snelst draaien, zal dat het geval zijn in 2029. De betonstop begint met andere woorden niet in 2040, maar vandaag al.
Natuurpunt verwerkte officiële datasets, aangeleverd of berekend door het VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek), op basis van het Ruimtemodel Vlaanderen. De cijfers zijn identiek aan de sets die de Vlaamse overheid gebruikt en beslaan de periode 1985-2016. Het merendeel ervan is online beschikbaar (BELSTAT, AGIV,…). Natuurpunt heeft de volledige dataset die hiervoor gebruikt werd hier ter beschikking gesteld.
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week