Opinie - Tegengaan van schade aan natuur moet topprioriteit krijgen bij droogteperiode

De zomer van 2018 werd opgetekend als de warmste sinds 1833. We hebben met z'n allen mogen ervaren dat neerslagtekort leidt tot een lager waterpeil in rivieren en beken, maar ook tot een drastische vermindering van de beschikbare grondwaterhoeveelheid. De extreme droogte zorgde voor problemen bij waterafhankelijke sectoren als landbouw, scheepvaart, industrie, recreatie en natuur. De Vlaamse overheid werkt momenteel aan een evaluatie van de droogte van deze zomer. In het kader daarvan geeft Minister Schauvliege (CD&V) al een schot voor de boeg door te stellen dat er o.a. voorrangsregels moeten komen voor de prioritering van het (zoet)watergebruik in tijden van waterschaarste. Het is inderdaad onverantwoord dat er in Vlaanderen nog steeds geen structureel draaiboek voorhanden is om tijdens weercalamiteiten op terug te vallen. Zeker als we weten dat meer en meer wetenschappelijke klimaatprognoses stellen dat langere periodes van droogte wel eens het nieuwe normaal kunnen worden. Het opmaken van duidelijke regels om het beschikbare water zo goed mogelijk te verdelen over Vlaanderen is dan ook een goede zaak.
Zorgwekkender in het voorstel van de minister is dat naast het terecht voorrang geven aan drinkwater en voedselproductie (of voederproductie hier ook onder valt is niet duidelijk), er over het tegengaan van schade aan natuur geen woord gerept wordt. Dit is des te opmerkelijk als je kijkt naar Nederland waar het vermijden van onherstelbare schade aan natuur - samen met veiligheid - dé topprioriteit is in geval van waterschaarste.
Deze Nederlandse visie t.o.v. de voorrangsregels bij watertekort valt te verklaren vanuit een ecosysteemgerichte benadering. Veel van deze waterafhankelijke natuurgebieden zorgen voor belangrijke ecosysteemdiensten zoals koolstofopslag, drinkwaterproductie, toerisme, recreatie en waterbuffering tijdens overstromingen. Deze diensten dreigen sterk te verminderen (en zelfs verloren te gaan) wanneer de droogte er voor onherstelbare schade zorgt. Het droogvallen van veengebieden kan bijvoorbeeld zorgen voor sterke uitstoot van CO2.
Daarnaast kunnen lage grondwaterstanden in natuurgebieden, net zoals een laag waterpeil in beken en rivieren, zorgen voor onherstelbare schade aan de biodiversiteit. Zo kwamen deze zomer al heel wat vis- en eendensoorten in de problemen door een te lage waterstand in rivieren. In Kempen-broek, een grensoverschrijdens natuurgebied, kon door alerte Nederlandse natuurbeheerders maar nipt worden vermeden dat een volledige populatie beekprik werd weggevaagd door het droogvallen van een beek die eerder was afgesloten door het ontbreken van voorrangsregels. Na tussenkomst van de Provincie Limburg werd uiteindelijk beslist om toch opnieuw wat water naar de beek toe te laten. Dit voorbeeld toont aan dat ook de voorrangsregels tussen buurlanden beter op elkaar moeten worden afgestemd. Daarnaast kregen ook heide- en veengebieden deze zomer flinke klappen, al zal pas de komende jaren duidelijk worden hoe groot de impact op flora en fauna zal zijn. Met al deze effecten in het achterhoofd is voor de Nederlanders dan ook niet meer dan logisch dat ze er alles aan doen om zoveel mogelijk soorten proberen te beschermen en kwetsbare natuur de hoogste prioritering krijgt.
Op dit moment wordt de hand gelegd aan het opstellen van voorrangsregels in tijden van droogte. We roepen de overheid dan ook om mogelijk verlies van biodiversiteit en ecosysteemdiensten door droogte als topprioriteit mee te laten tellen. Meekoppelen met de principes van een ecosysteemgerichte benadering en de principes van het Integraal Waterbeleid is hierbij een eerste logische stap.
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week