Zo kunnen we meer windmolens plaatsen én de natuur beschermen

280 extra windmolens tegen 2020: dat is de ambitie van de Vlaamse regering. Die zijn broodnodig om de klimaatdoelstellingen te halen. Maar waar moeten die windmolens komen zodat klimaat, natuur en landschap samen vooruit kunnen? Natuurpunt stelt een nieuwe werkwijze voor: eerst de bevolking betrekken en heldere ruimtelijke afspraken maken. En dan pas windmolens plaatsen, gebruik makend van technologie om vogels en vleermuizen te beschermen. Dat is de weg voorwaarts.
Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur. We moeten er alles aan doen om die de stoppen. Daar hoort de grootschalige uitbouw van windenergie op land bij, zoals ook vooropgesteld in het Windplan van de Vlaamse regering. Met dat plan moeten er 280 bijkomende windmolens komen tegen 2020.
Maar hoe krijgen we die windmolens gebouwd en kunnen we tegelijkertijd natuur en landschap beschermen? Dat is de hamvraag. De werkwijze die de Vlaamse regering nu voorstelt, is helemaal fout. Er is wel een doelstelling, maar geen plan. Voor elke aanvraag opnieuw wordt nagegaan of de locatie geschikt is. Als je voor elk van die 280 windmolens de vraag gaat stellen of die er mag komen, heb je 280 keer kans op protest. Mogelijke oorzaken: nabijheid van woonkernen, veiligheid voor vliegtuigen of gevaar voor vogels en vleermuizen. Onlangs vaardigde Defensie een totaalverbod uit voor windmolens rond de luchtmachtbasissen van Koksijde en Florennes. Zo komen die 280 windmolens er nooit.
Een andere reden van het groot aantal mislukte aanvragen is dat opbrengsten van de windmolen gaan naar de eigenaar van het perceel, terwijl buren en recreanten alleen de lasten van de geluidsoverlast en de slagschaduw dragen. Dat zorgt voor veel misnoegen.
De ad hoc-aanpak voor de aanvraag van elke individuele windmolen wordt nu toegepast in landbouwgebied, en zorgt telkens voor veel problemen. Daar komt bij dat het ontwerp-beleidsplan ruimtelijke ordening (BRV) voorstelt om overal windmolens mogelijk te maken in natuurgebied. Op die manier wordt het probleem niet opgelost, maar enkel uitgebreid.
Maatschappelijk draagvlak centraal
Samen met BBL, Greenpeace en de energiecoöperaties van Rescoop heeft Natuurpunt een standpunt uitgewerkt over hoe we zo snel mogelijk meer windmolens kunnen krijgen. Centraal daarbij staat dat er meer maatschappelijk draagvlak voor nieuwe windmolens moet komen. Want dat is vandaag vaak het knelpunt. Hoe moet het dan wel? De aanpak moet vertrekken vanuit de doelstelling van 280 extra windmolens en een antwoord zoeken op de vraag: waar kunnen de windmolens komen? Deze ruimtelijke planning moet gebeuren op regionaal niveau, in overleg met alle betrokkenen en over verschillende gemeentegrenzen heen. Leefbaarheid, landschap en natuur moeten daarbij afgewogen worden. Soms moeten windmolens in natuurgebied kunnen, maar dat zal niet altijd zo zijn. Daarbij moet de risico-atlas opgesteld door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek centraal staan. Dat proces moet consensus opleveren over waar er windmolens kunnen komen.
Als er een regionaal plan ligt, kunnen de ontwikkelaars aan de slag. Dan kan ook een faire verdeling uitgewerkt worden tussen lusten en lasten voor de omgeving. Als je omwonenden ook laat verdienen aan de windmolens, zal je er meer draagvlak voor vinden.
Vleermuizen en vogels
Tenslotte is er nog de impact van windmolens op vleermuizen en vogels. Vogels vermijden windmolens, waardoor ze vaak omvliegen. Dat kost extra tijd en energie, wat betekent dat ze verzwakken. Hun overlevingskansen gaan omlaag. Vogels kunnen zich ook doodvliegen tegen de wieken of tegen de mast. Dit geldt vooral voor grotere vogelsoorten, die minder snel kunnen uitwijken. Ook door luchtwervelingen achter de draaiende wieken kunnen vogels gewond raken of sterven. Dat weten we al jaren.
Bij vleermuizen heeft het langer geduurd voor bekend raakte waarom ze zo kwetsbaar zijn. Kunnen vleermuizen met hun gesofisticeerd sonarsysteem de bewegende rotorbladen niet gemakkelijk vermijden? Het antwoord kwam uit een onderzoek in Canada. De dieren vliegen niet tegen de windmolens, maar hebben last van de plotselinge drukverschillen bij de draaiende wieken. Daardoor krijgen ze problemen met hun longen, vaak met dodelijke afloop.
Technologie brengt soelaas
Er zijn gelukkig al heel wat technologische oplossingen om hernieuwbare energie en natuur samen vooruit te laten gaan. Via geavanceerde detectiemethodes kunnen windmolens worden stilgelegd om bijvoorbeeld vleermuizen en vogels op doortrek te beschermen. Voor vogels zijn dat trekperiodes. Voor vleermuizen is dat vooral in nachten die warm, droog en windstil zijn. Door het beperkt stilleggen van de windturbines op die windluwe momenten is er een beperkt rendementsverlies van ongeveer 1% maar worden zo’n 90% vleermuizenslachtoffers vermeden. Met het tijdelijk stilleggen van de windmolens zou je de grootste impact op de natuur al kunnen vermijden, een ingreep die trouwens ook al wordt gedaan om slagschaduw op woningen te vermijden. Natuurpunt werkt nu al samen met windmolenuitbaters zoals Eneco, EDF Luminus en Energent om te onderzoeken hoe die ingrepen kunnen worden ingevoerd.
Inspiratie van over het kanaal
In het Verenigd Koninkrijk heeft de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) een gedetailleerd plan uitgewerkt om kwetsbare natuur en ambitieuze ontwikkeling van hernieuwbare energie te verzoenen. Daarvoor maakten ze gebruik van geavanceerde methodes om kaarten te maken. In het rapport ‘The RSPB’s 2050 Energy Vision’ tonen de wetenschappers aan dat tot vier maal de energiebehoefte van de UK kan voldaan worden met hernieuwbare energiebronnen, terwijl verschillende belangrijke natuurgebieden worden gespaard.
=> Lees de voorstellen van Greenpeace, BBL, Natuurpunt en Rescoop om snel meer windmolens te krijgen
(Update: Aangevuld met de inhoud van een artikel in Natuur.blad Winter 2017-2018)
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week