Gierzwaluwen
Gierzwaluw: vogel van steden en dorpen
De gierzwaluw heeft een donker verenkleed met een iets lichtere keel. De licht gevorkte staart en de lange sikkelvormige vleugels zijn de voornaamste kenmerken. Ook de roep uiteraard, die ’s zomers door de straten klinkt. Gierzwaluwen hebben zich vele eeuwen geleden aangepast aan de mens en verlieten geleidelijk aan hun oorspronkelijk 'oer'biotoop (kliffen en rotsen en zelfs boomholtes). Dat ruilden ze in voor de gebouwen in onze steden en dorpen. Elk gaatje of iedere spleet op de goede hoogte biedt hen potentiële nestgelegenheid. Vaak tref je hen aan in losse kolonies, verspreid over de huizen in een straat of gewoon in één groot, oud gebouw. Het is slechts enkele maanden per jaar dat je de gierzwaluw in onze streken aantreft: van half april tot eind augustus. Ze komen hier dus uitsluitend om te nestelen. Dat is meteen de enige periode in hun bestaan dat ze zich op de “begane grond” begeven. Het grootste deel van hun leven brengen ze door in de lucht, zelfs om te paren en meestal slapen ze zelfs in de lucht.
Geboren om te vliegen
Gierzwaluwen zijn zeer behendige vliegers die snelheden kunnen halen tot meer dan 120 km/uur. Ook slapen doen ze in de vlucht en dit tot op 3000 meter hoogte. Een belangrijk verschil met de mens is wel dat ze slechts met één hersenhelft tegelijk kunnen slapen. Tijdens koude periodes in het broedseizoen durven gierzwaluwen vele honderden kilometer ver vliegen om voedsel te zoeken. Jongen die op dat ogenblik in het nest liggen gaan dan in een soort ‘koudeslaap’. De gierzwaluw legt 1 tot 3 eieren en broedt afhankelijk van de weersomstandigheden 19 tot 24 dagen, waarna ze nog 40 dagen in het nest blijven voor ze uitvliegen. De jongen worden gevoed met insectenballen (samengehouden door speeksel) waarin tot 300 bladluizen, spinnen en kevers zitten. Deze ballen nemen toe in omvang naarmate de jongen groter worden. Overwinteren doen gierzwaluwen in Afrika, ten zuiden van de evenaar, ze bereiken dan zelfs Zuid-Afrika.
Gierzwaluwen onder mijn dak?
Op tal van plaatsen zijn vrijwilligers van Natuurpunt haast elke dag in de weer om zich in te spannen voor de bescherming van de gierzwaluw en dit van West-Vlaanderen tot Limburg. Zij inventariseren gierzwaluwen om te zien waar zich concentraties bevinden in jouw stad of gemeente. Indien er nestgelegenheid dreigt verloren te gaan, proberen ze de - indien nodig - de afbraak- of verbouwingswerken bij te sturen zodat die worden uitgevoerd buiten de broedperiode. Ze zorgen er alvast voor dat er alternatieve nestgelegenheid komt. Dat stoort niemand, want vaak weten eigenaars zelfs niet eens dat er gierzwaluwen onder hun dak nestelen. Ze beschadigen niets en laten nauwelijks uitwerpselen achter. Het binnenvliegen van een nest gebeurt in enkele seconden tijd: ze vliegen als het ware de muur of de dakgoot binnen. Woon je in een oudere woning, dan broeden ze bij jou thuis…
De nestingang kan slechts een spleetje zijn tussen dakgoot en muur, of een opening van een halve baksteen in een stellinggat. Gierzwaluwen nestelen wellicht ook bij jou in de buurt. Vaak tref je ze aan in iets oudere huizen waar nog holtes aanwezig zijn maar die vallen zeker niet altijd op. Zo tref je nesten aan onder kapotte of scheefliggende dakpannen, langs schoorstenen, bij dakkapellen of naast regenpijpen. Maar zelfs een ontbrekende (halve) steen, kapotte roostertjes of boeiboorden volstaan en soms woont gebroed achter en onder loodslabben of muurankers. Helaas wordt net dit soort huizen frequent gerenoveerd en worden alle kieren en spleten gedicht. Gebouwen bieden steeds minder nestruimte voor gierzwaluwen of andere soorten zoals mussen, spreeuwen, vleermuizen,… Op één jaar tijd kunnen op die manier kolonies van enkele tientallen koppels volledig verdwijnen. Dat gebeurt vaak zonder slechte bedoelingen, volledig onwetend.
Onze nieuwbouw biedt zo mogelijk nog minder mogelijkheden. Alles wordt hermetisch afgewerkt ten voordele van een perfecte isolatie. Logisch. Maar zelfs overstekende dakranden behoren niet meer tot de huidige bouwmode, daarin vonden gierzwaluwen meestal een toegankelijke holte. Verder hebben moderne dakpannen een dubbele sluiting waardoor ze ontoegankelijk zijn voor vogels.
Hoge plaatstrouw en hun extreme terughoudendheid t.o.v. nieuwe broedplaatsen (de zogenaamde 'nieuwvrees') maken het de kolonies er niet makkelijker op. Natuurpunt wil dus dringend werk maken van goed geplande acties en integratie van neststenen om nestplaatsen te garanderen, anders zal het aantal gierzwaluwen blijven afnemen. Iets wat we eigenlijk al bij teveel soorten hebben zien gebeuren.
Alternatieve nestgelegenheid is daarvoor de oplossing en bestaat in verschillende vormen: nestpannen (dit is eigenlijk louter een toegangspan naar de nestruimte eronder), nestkasten of inbouwstenen die aangebracht worden op meer dan drie meter hoogte en liefst noord of oost gericht. Natuurpunt tracht zoveel mogelijk het aanbrengen van neststenen te promoten. Dit is de meest duurzame, onzichtbare en succesvolle oplossing: de neststeen wordt aangebracht in de spouwmuur en is voorzien van een smalle opening naar buiten toe. Nestpannen kunnen dan wel op een dak met een helling van meer dan 45 ° worden aangebracht maar wees steeds bewust van het feit dat nestpannen vaak voor uitdroging van broedsels zorgen, zeker wanneer ze zich in rechtstreeks zonlicht bevinden. Aanbouwkasten kunnen eenvoudig worden gemonteerd onder de dakgoot, maar zijn blootgesteld aan weer en wind en verdienen regelmatige veiligheidscontrole.
Moeilijke tijden voor de gierzwaluw
De hoogste concentraties zijn zonder twijfel te vinden in en rond onze grote steden, maar ook in de kleinere stedelijke kernen vindt men hoge concentraties. Deze soort is bijzonder moeilijk te inventariseren zodat het erg moeilijk is een populatieschatting te maken voor Vlaanderen.
In Klein-Brabant waar de gierzwaluwen wel op de voet gevolgd werden tussen 1988 en 2001 toonden tellingen een afname met 36%.
In de oude Antwerpse binnenstad werd de populatie rond de eeuwwisseling op 1200 à 2000 broedparen. Tijdens een ambitieuze, recente nestkastenactie die vorig jaar werd afgerond, werden 2000 extra nestkasten gehangen. Mits enige goodwill zijn zeker spectaculaire verbeteringen te boeken. Vooral de oudere stadskernen zouden op die manier hun broedpopulatie de nodige garanties kunnen bieden.