LIFE Pays Mosan

Antwerpen
Brussel
Afbeelding
LIFE + project
Erwin Derous
Soort
LIFE
Werking
Natuurbeheer

Het LIFE-project “Pays mosan” heeft het herstel van een mozaïek van bedreigde biotopen en soorten binnen het bekken van de Maas en haar zijrivieren tussen de Ardennen en Maastricht als centrale doelstelling. Om dit te bereiken en de duurzame samenhang tussen de herstelde habitats te verzekeren, hebben partners uit Wallonië, Vlaanderen en Nederland ervoor gekozen om hun krachten te bundelen in 1 internationaal LIFE-project.

De doelhabitats zijn voornamelijk gerelateerd aan voormalige, eeuwenoude begrazingspraktijken van halfnatuurlijke graslanden op kalkhoudende bodems (6210*, In Wallonië ook in mozaïek met kalkminnend of mineralenrijk grasland op rotsbodem 6110*) en hun overgangsvormen naar glanshavergraslanden (6510) of soortenrijke heischrale graslanden (6230*); Sommige habitats zijn dan weer het gevolg van mijnbouw en industriële activiteiten (grasland op zinkhoudende bodem, 6130). In het projectgebied zijn deze bijzonder soortenrijke habitats erg geïsoleerd geraakt en gaan er nog steeds op achteruit, zowel in kwaliteit als in oppervlakte.

Het projectvoorstel is ook gericht op vier zeer zeldzame vleermuissoorten: de kleine en grote hoefijzerneus, de ingekorven vleermuis en de vale vleermuis. In de kalkrijke ondergrond bevinden zich veel grotten en mergelgroeven die deze dieren tijdens de wintermaanden als verblijfplaats gebruiken. Hoewel onze kennis nog steeds onvolledig is, is het duidelijk dat in het Waals gedeelte van het projectgebied nog steeds een levensvatbare populatie van deze erg bedreigde soorten aanwezig is. Ze zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van de graslanden en een gevarieerde landschapsstructuur. Het ontbreken van verbindingen tussen de verblijfplaatsen en voedselhabitats lijkt daarbij een cruciale rol te spelen in hun voorbestaan.

Binnen de 40 Natura 2000 gebieden die deel uitmaken van het projectgebied (24.566 ha) zijn de belangrijkste doelstellingen:

  1. het verbeteren van de beschermingsstatus van de 5 doelhabitats (6210*, 6110*, 6230*, 6130 en 6510 (zie hoger)), in kwaliteit als in oppervlakte;
  2. het verbeteren van de ecologische verbindingen van de graslanden, zowel binnen het Natura 2000 netwerk als tussen de verschillende gebieden;
  3. het verbeteren van de efficiëntie van de herstelmaatregelen door de kennis te verhogen over de verspreiding van de habitats en het testen van nieuwe methoden voor herstel en duurzaam beheer van de graslanden;
  4. het verbeteren van de beschermingsstatus van de vier vleermuissoorten;
  5. uitwisseling voorzien van expertise tussen wetenschappelijke partners, natuurverenigingen en publieke organisaties in Vlaanderen, Wallonië en Nederland.

LIFE “Pays mosan” focust in het bijzonder op zowel het verbeteren van de samenhang en verbindingen tussen de Natura 2000 gebieden als op de habitatkwaliteit van de beschermde soorten. Dit willen we bereiken door de oude graslandhabitats te herstellen en nieuwe habitats in de buurt te creëren. Om de habitatkwaliteit voor plant- en diersoorten te verbeteren worden beheermaatregelen als grazen en maaien toegepast. Op enkele locaties wordt ook voorzien om zaden te verspreiden, in het bijzonder van de waardplanten van bedreigde soorten (zoals vlinders). Verder worden ecologische corridors hersteld (hagen, houtkanten,…) om de migratie van soorten tussen de herstelde habitats te verzekeren.

Door bemesting en het verdwijnen van bepaalde vormen van landgebruik bevinden de resterende graslanden zich in een slechte staat van instandhouding. Twee belangrijke herstelmaatregelen die we zullen uitvoeren zijn het verwijderen van opslag en het verlagen van de voedselrijkdom (als gevolg van intensieve landbouw) in de bodem.

Het herstel van grote oppervlakten droog grasland van bodems met verhoogd nutriëntengehalte zal gebeuren door middel van een nieuwe technologie, phytoextractie of ‘uimijning’ genoemd (verwijderen van de nutriënten – in het bijzonder fosfaten – van de bovenste bodemlaag door de opname van wortels en transport door de bovenste delen van de planten) of door de bovenste grond te verwijderen. Deze maatregelen zullen in nauw overleg met de Universiteit Gent worden uitgewerkt, die verantwoordelijk is voor de methodologie en de voorbereidende acties.

Bovenop het herstel van de bovengenoemde graslanden houden de acties voor vleermuizen in dat er houtige verbindingen op strategische plaatsen worden aangelegd en onderhouden. We voorzien een netwerk van kraamkolonies door gebouwen te verbeteren en we gaan gericht op zoek naar nieuwe (bestaande) verblijfplaatsen. Het project zal ook de beschikbaarheid van voedsel verhogen door vleermuisvriendelijke praktijken te promoten bij veehouders.

Ten slotte zal het project werken rond de bewustmaking van beheerders, wetenschappers en het brede publiek rond vleermuizen en hun bescherming, in het bijzonder rond hun verblijfplaatsen en voedseleisen.

De monitoring van habitats en soorten zal gedurende her project worden uitgevoerd om de resultaten van de acties te evalueren. Om eigenaars bewust te maken worden meerdere kanalen gebruikt: folders, nieuwsbrieven, infoborden, thematische activiteiten, opleidingen en een website.

Concreet worden volgende acties voorzien:

  • 345 ha van bovengenoemde habitats (6210*, 6110*, 6230*, 6130 et 6510) worden hersteld en maatregelen worden genomen om ze na het project duurzaam verder te kunnen beheren;
  • de fragmentatie wordt verminderd en verbindingen tussen de habitats worden verbeterd;
  • de lokale expertise in verband met herstel en beheer van de habitats 6210* wordt verhoogd;
  • 129 ha grond wordt aangekocht in functie van de oprichting van natuurgebieden.

Het resultaat zal ook een betere kennis van 4 bedreigde vleermuissoorten zijn zodat concrete acties kunnen ondernomen worden, waaronder:

- het herstel van 40.000 meter hagen, het planten van 500 fruitbomen en het creëren van 50 poelen,

De kwaliteit van minstens 10 kraamkolonies wordt verbeterd en een netwerk van kraamkolonieplaatsen wordt voorzien door 15 bijkomende gebouwen geschikt te maken.

Tenslotte worden beheerders en omwonenden door het gebruik van meerdere communicatiemiddelen betrokken bij het project en de kennis die wordt opgedaan.

Dit project omvat het volgend natuurgebieden:

Meer info over het LIFE-programma van de Europese Unie vindt u hier.
Meer info over het Natura 2000-netwerk vindt u hier.

Nieuws