Hoe voeder je de vogels in je tuin?

Icon
Icoon_Groot - Vogel

Meer vogels met het juiste voer

De winter is de meest aangewezen periode om de vogels in je tuin te voederen. Insecten verdwijnen onder de grond. Bessen zijn geplukt. Regen en sneeuw maken het moeilijk om zaden te vinden. Bovendien zijn de dagen korter en is er dus minder tijd om voedsel te zoeken. Onze tuinvrienden vinden een pak minder voedsel, terwijl ze nu juist extra veel energie nodig hebben om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Van december tot april voorzie je vetrijke producten (vetbollen, pindaslingers, pindakaas, halve kokosnoten …) en mag je voedertafel goed gevuld zijn.

Icon
Icoon_Groot_5 - Getal 5

5 tips om vogels te voederen

  • Voederen kan het hele jaar door, maar vooral wanneer het vriest en/of sneeuwt. Vetbollen hang je enkel op wanneer het vriest.
  • Voeder niet teveel tegelijk en liefst 's ochtends en tegen het einde van de middag. Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken.
  • Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
  • Kijk naar de kwaliteit van je vogelvoer, dat kan hard verschillen. Gezond voer zorgt voor gezonde vogels.
  • Voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, voeder je best als geheel en niet in kleine stukjes.

Tel mee met Het Grote Vogelweekend

Vogels voederen in elk seizoen

Vogels gebruiken het voedsel dat je aanbiedt als aanvulling op wat ze in de natuur vinden.
In elk seizoen mag je vogels voederen. Voorzie het hele jaar door kruimels en fruit, aangevuld met een goede voedertafelmix die aansluit bij het seizoen.

Winter

In de winter hebben vogels veel extra energie nodig om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Van december tot februari voorzie je vetrijke producten (vetbollen, pindaslingers, pindakaas, halve kokosnoten …) en mag je voedertafel goed gevuld zijn. De vetrijke producten laat je achterwege als de temperaturen niet meer schommelen rond het vriespunt.

Lente

In de lente zijn tuinvogels druk in de weer met het bouwen van hun nest en zoeken ze natuurlijk voedsel voor de jongen. Enkel de ouders genieten nu van je strooivoer. Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten, bijvoorbeeld meelwormen of fijngestampte eierschalen. Vetbollen en pinda’s bied je nu beter niet meer aan.

Zomer

In de zomer gaan vogels zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben. Help hen door boeiende planten in je tuin planten die insecten lokken. Door je gazon te besproeien, lok je regenwormen.

Herfst

In de herfst zoeken vogels actief naar een voedselplek voor de winter. Door nu te voederen, weten ze dat ze in de winter in jouw tuin terecht kunnen. Enkel als het al erg koud wordt, kan je vetbollen en pindaslingers aanbieden.

Zet ook water klaar

Water is even belangrijk als voedsel voor onze vogels. Zeker in de winter. Wanneer het gesneeuwd heeft, komen vogels aan vocht door van de sneeuw te pikken. Maar bij vorst help je hen door een bakje water buiten te zetten, voeg echter niets toe. Vervang het water liever regelmatig zodat het niet dichtvriest.

In de zomer verandert een drinkbakje vaak in een vogelbad. De vogels genieten erg hard van het bad dat je voor hen klaarzet.

  • Het beste vogelbad of drinkplaats is een ondiepe schaal die je op een open, overzichtelijke plek in de tuin zet.
  • Vul je vogelbad of drinkplaats regelmatig met vers water.
  • Reinig ze met heel heet water en een borstel.
  • Gebruik geen chemische producten.

Wie mag je verwachten?

Wie eet wat?

Elke vogelsoort heeft zijn favoriete kostje, en plekje om te eten. Kijk goed welke vogels jouw tuin bezoeken, en pas het voederaanbod aan je gasten aan. Of misschien kan je nieuwe vogelsoorten naar je tuin lokken als je weet wat ze graag eten, en waar.

Meesjes

Wie: Koolmees, pimpelmees, matkop, kuifmees, zwarte mees, staartmees, groene specht en halsbandparkiet.

Wat: Vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten.

Waar: Op de voedertafel, voederbuis, opgehangen in bomen of struiken.

Musjes en vinkjes

Wie: Huismus, ringmus, sijs, distelvink, vink, keep, groenling, appelvink, houtduif en Turkse tortel

Wat: Onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten.

Waar: Op de grond, voedertafel, voederbuis.

Grote vogels

Wie: Zwarte kraai, kauw, ekster, merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster, spreeuw en grote lijster

Wat: Gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen.

Waar: Op de grond, sneeuwvrij, een open plek met beschutting dichtbij

Boomliefhebbers

Wie: Specht, boomklever, boomkruiper en gaai.

Wat: Ongezouten pinda's en noten, vetbollen, zonnebloempitten.

Waar: Eventueel vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plek.

Afbeelding
Voedersilo - vogels voederen - groenling - Shutterstock
NP

Wintergasten

Wie: Winterkoninkje, heggenmus en roodborstje

Wat: Universeel voer, bessen, meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout.

Waar: Op de grond, sneeuwvrij, mag ook beschut onder heggen en struiken.

Afbeelding
Download je gratis Tuingids voor Blije Vogels
NP

Jouw gids voor een tuin vol blije vogels

Een gids vol praktische tips om vogels te voederen, en je tuin vogelvriendelijk in te richten. Met handige zoekkaart om je tuinvogels vlot te herkennen.

Vraag je Tuinvogelgids aan

Geef kleine tuinvogels meer kansen

Sommige grote vogels zoals merels of duiven jagen hun kleinere soortgenoten weg omdat de voederplaats deel uitmaakt van hun territorium. Je kan kleine vogels meer kansen geven door op verschillende manieren voer aan te bieden en eventueel op verschillende plekjes. De grote vogels kunnen niet op alle plaatsen tegelijkertijd zijn en moet anderen wel toelaten.

Voor de roodborst is een voedertafeltje aangewezen, niet alle merels durven daar op te landen, zeker niet als het een met een dakje is (wat aan te raden is).

Afbeelding
Natuurpunt Winkel - Voederbuis
Natuurpunt Winkel

Voederplank of voederhuis

Veel vogelsoorten zoeken hun voedsel van nature op de grond. Een sneeuwvrije plek is dan ook een geschikte voederplaats, liefst in de buurt van struiken of een haag, zodat vogels bij gevaar snel een veiliger plek kunnen vinden.

Het voordeel van een overdekt voederhuisje is dat het voeder beschermd is tegen regen en sneeuw. Een open voederplank heeft het voordeel dat ze makkelijk toegankelijk is. Deze variant heeft best opstaande randen van enkele centimeters. Openingen op de hoeken zorgen voor de afvoer van regenwater. Let op dat de plank of het huisje zo staat opgesteld dat er geen kat bij kan. Plaats ze op minimaal 1,50 meter van de grond. In de Natuurpunt Winkel kan je terecht voor voederhuisjes, maar je kan er ook zelf een maken.

Zelf vetbollen maken

  • Smelt 0,5 kg ongezouten vast vet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet te heet.
  • Voeg al roerend een mengsel van ca. 120 g gebroken hennepzaad en 50 g zonnebloempitten aan toe. Voeg eventueel het vogelvoer van je favoriete vogels toe.
  • Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton, een theeglas of een halve kokosnoot.
  • Voordat de brij stolt, leg je er een stevige katoenen draad in die er ruim bovenuit steekt (om de vetbol op te hangen).
  • Zodra de massa hard is geworden, kan je hem ophangen.
  • Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Hou een glas of blik even in heet water, dan komt de vetbol gemakkelijk los.

Gratis online cursus Tuinvogels in Vlaanderen

Afbeelding
Gratis online cursus tuinvogels herkennen
NP

Geniet jij ook zo van die prachtige vogels in je tuin? En wil je meer weten over die gevederde passanten? Hoe meer je over weet, hoe meer plezier je beleeft tijdens het vogels kijken. Start vandaag met de gratis online cursus. In 10 boeiende lessen leer je alles over de meest voorkomende tuinvogels in Vlaanderen.

Elke week ontvang je één les per e-mail. Zo kan je de soorten die je in een les ontdekt ook rustig spotten in je tuin.

Ga meteen van start

Vaak gestelde vragen over vogels voederen

Worden vogels niet afhankelijk van het bijvoeren?

Vogels die bijgevoerd worden, worden hier niet afhankelijk van want ze vertrouwen niet op één voedselbron. Uit onderzoek blijkt dat vogels die bijgevoerd worden gemiddeld maar zo’n 20% van dit voedsel op hun menu hebben. Vogels houden van een gevarieerd menu en vullen het strooivoer aan met eten dat ze zelf vinden in de natuur.

Waar moet ik op letten bij het voeren van pinda’s en pindakaas?

Pindakaas en pindanoten bevatten voedingsstoffen die vogels nodig hebben wanneer het vriest of sneeuwt. Ze bevatten ook zout en dat is ongezond voor hen. Om zeker te zijn, voeder je de vogels beter zoutloze pindakaas (of andere notenpasta), die je kan kopen in de Natuurpunt Winkel. Of meng een kleine hoeveelheid pindakaas met strooivoer en smeer dat op de bast van een boom. Daar zullen de boomklever en grote bonte specht zeker van smullen. Meestal wordt geadviseerd ongebrande pinda’s aan vogels te voeren. Dit is het meest natuurlijke. 

10% korting op al je tuinvogelproducten

Afbeelding
Vogel

NP

 

Als lid van Natuurpunt geniet je altijd van 10% korting op je bestelling in de Natuurpunt Winkel

  • Grootste keuze aan natuurproducten
  • Met je aankopen help je de natuur
  • Gratis verzending vanaf 39 euro

Verzilver nu je korting