Nieuwe soort voor Papenbroek
Zeggenkorfslak (Vertigo moulinsiana): een bedreigde soort in Belgische moerasgebieden
In natuurgebied Papenbroek is recent de zeldzame Zeggenkorfslak (Vertigo moulinsiana) ontdekt. De ontdekker, Kurt Boux, heeft, dankzij doorgedreven inzet, in Oost-Brabant al vele potentiële gebieden letterlijk uitgekamd op zoek naar deze en nog vele andere kleine slakken. Deze kleine slakkensoort die op de Rode Lijst als kwetsbaar staat en Europees beschermd is, komt voornamelijk voor in kalkrijke natte moerassen, vochtige tot natte vegetaties van moeraszeggen en langs oevers. De vondst is belangrijk voor ons als natuurbeheerders, omdat ze wijst op het belang van het habitat dat we herstellen en beheren en dus benadrukt ze de biodiversiteit in het gebied. Verder onderstreept het de noodzaak van gericht beheer en beschermingsmaatregelen, zoals het herstel van het grondwaterniveau en het nathouden van het kwetsbare natuurgebied. De zegge-korfslak (Vertigo moulinsiana) is een van de zeldzaamste landmollusken van Vlaanderen. Het is een klein slakje, met een schelp van slechts 2-3 mm. Hoewel het beestje door zijn formaat misschien onopvallend lijkt, speelt het een belangrijke rol in het ecosysteem van deze habitats.
Kenmerken en leefgebied
De zegge-korfslak is te herkennen aan zijn kleine, bolvormige huisje dat ongeveer 2 mm hoog is. De schelp heeft een bruine kleur met duidelijk zichtbare groeven en 5 tot 6 windingen. De slak zelf leeft voornamelijk op de stengels van rietachtige planten zoals zegge (Carex), waar hij zich voedt met microorganismen en organisch materiaal. Het leefgebied van de zegge-korfslak bestaat voornamelijk uit kalkrijke, vochtige graslanden en moerasgebieden, waar het grondwaterpeil stabiel en relatief hoog is. Deze slak is afhankelijk van een constante vochtigheid en vindt zijn ideale habitat in structuurrijke gebieden met een diversiteit aan grassen en rietsoorten. Specifiek in België wordt hij gevonden in een aantal geïsoleerde natuurgebieden, zoals in de duinen, Polders en Leemstreek. Vooral Oost-Brabant herbergt belangrijke populaties van deze soort in een aantal natuurgebieden in de Dijlevallei, Mene- en Jordaanvallei, Rozendaalbeekvallei, Dormaalbeekvallei, Wingevallei, in het Torfbroek, in het Walenbos en nu is er dus ook een populatie in de Begijnenbeekvallei.
Bedreigingen en bescherming
De zegge-korfslak wordt beschouwd als een bedreigde soort, op de Vlaamse Rode Lijst staat ze als Kwetsbaar. Dit komt vooral door de achteruitgang van geschikte leefgebieden. Moerassen en vochtige graslanden zijn in België de afgelopen decennia sterk afgenomen door intensieve landbouw, ontwatering en stedelijke uitbreiding. Daarnaast zorgt klimaatverandering voor extremere weersomstandigheden, zoals langere droogteperiodes, die het leefgebied van deze vochtminnende soort verder onder druk zetten. In Papenbroek beheren we 15 ha natuurgebied, voornamelijk natte hooilanden en ruigten. We maaien er in functie van het behoud van dotterhooilanden, (relicten van) van blauwgrasland, van vochtig heischraal grasland en grotezeggenvegetaties. Voornamelijk in die laatste vindt de Zegge-korfslak haar biotoop. We proberen deze zoveel mogelijk gefaseerd te maaien, d.w.z. dat we elk jaar een bepaalde oppervlakte aan vegetatie laten staan zodat de Zeggekorfslak en ook andere ongewervelden, hierin kunnen overwinteren. Verder zorgen we voor een aangepast waterpeilbeheer. We zorgen dat er zoveel mogelijk en langdurig het grondwater tot aan het grondoppervlak komt. Dit is niet alleen belangrijk voor de vochtminnende Zeggekorfslak maar ook voor de grondwaterafhankelijke vegetaties in het gebied. In de toekomst zal er dankzij Blue Deal-maatregelen (programma van de Vlaamse overheid) ook nog een verregaande en structurele aanpassing komen aan de Begijnenbeek die zorgt voor een verhoging van het grondwaterpeil in het gebied. Die zal er overigens mee voor zorgen dat de kans op het overstromen van het stroomafwaarts gelegen Diest verkleint.