Hoe Natuurpunt mee de samenleving kleurt

Gekaderd in een lange maatschappelijke traditie

Tijdens de algemene vergadering van Natuurpunt werden een prachtig jaarverslag voorgelegd en een positieve doorlichting door de inspectie van financiën. De laatste maanden waren bovendien belangrijk met veel natuurgerelateerde dossiers op Vlaams niveau (stikstof, landbouwbeleid, mestactieplan nr 7, …). Natuurpunt werkte en vocht hard om mens en natuur vooruit te laten gaan tijdens deze onderhandelingen en met resultaat. Dat werd niet door iedereen in dank afgenomen en verschillende ‘kritische’ artikels passeerden de revue. Het ene al genuanceerder of fouter dan het andere. Fier als we zijn als Natuurpunters, werkend aan de goede zaak, schetsen we in dit lang artikel hoe het komt dat Natuurpunt (wij allen dus) een grootgrondbezitter werd en werkt aan natuur voor iedereen, zij aan zij met de overheid. Zo werken we aan het herstel van de “commons”, voor mens en natuur.

Vlaanderen heeft een sterke traditie van een overheid die zij aan zij met georganiseerde burgers taken van openbaar nut opneemt. De meeste van onze ziekenhuizen, scholen, jeugdinfrastructuur, openbare bibliotheken, enz. zijn ooit opgericht vanuit maatschappelijk gedreven burgerinitiatieven. Omdat de nood hoog was en de overheid in gebreke bleef.

Zo ontstond bv. de “ziekenkas”, nu de mutualiteit, uit een solidair samengaan van fabrieksarbeiders die elke maand een stukje van hun loon opzij zetten voor collega’s die zwaar ziek werden (bv. vanwege een arbeidsongeval). Pas veel later is de overheid op het toneel verschenen. Ondertussen financiert die volledig de diensten die de mutualiteiten aan de bevolking leveren. Met regels en controle die door dezelfde overheid worden opgelegd.

Het is ook niet toevallig, dat ongeveer twee derde van de Vlaamse scholieren tot op vandaag naar een katholieke school gaat. De gemeenschapsscholen die door de Vlaamse overheid worden gerund, zijn pas veel later opgericht. Dit door een veranderende positie van de maatschappij jegens geloof maar ook doordat de overheid vaak de neiging heeft maatschappelijke evoluties mettertijd pas na zekere tijd “over te nemen”, eerder dan er aan de basis van te liggen.

Een gelijkaardig patroon zien we ook voor de natuur in Vlaanderen. De beleidsmatige fundamenten van de -toen nog Belgische- natuurbescherming werden al in 1911 gelegd met prof. Massarts publicatie “Pour la Protection de la Nature en Belgique”. De eerste twee “staatsnatuurreservaten” (de Hoge Venen en het Westhoekreservaat in De Panne) zijn desondanks pas in 1957 ingesteld. De Wielewaal daarentegen (voorloper van Natuurpunt, opgericht in de jaren ’30, mede door een pastoor) had reeds heel wat eerder zijn eerste reservaat verworven. Met eigen financiële middelen! Idem voor die andere voorloper van Natuurpunt, Natuurreservaten vzw (opgericht als de Belgische Natuur en Vogelreservaten in 1951). Na een eenzame tocht door de woestijn, bekwamen beide verenigingen pas in de jaren ’80 van vorige eeuw hun eerste subsidie voor de verdere aankoop en het beheer van natuurreservaten. Meer dan een decennium ná het Europese jaar van het leefmilieu, en vele decennia na de oprichting van “Pour la protection de la Nature en Belgique”. 

“Mocht er geld mee te verdienen zijn, iedereen was natuurbeheerder”

Een groot verschil tussen de natuursector en andere door de overheid uitbestede taken van openbaar nut is echter, dat bij de natuur de overheid maar een deel van de kosten financiert en iedereen er gratis van kan genieten. Anders dus dan bij onze scholen, werkloosheidskassen, zwembaden en ziekenfondsen. Hoewel Natuurpunt evenzeer een breed gedragen maatschappelijke behoefte vervult van openbaar nut als één van de grootste ledenverenigingen van Vlaanderen (130 000 gezinnen).  Hier loopt de overheidsinbreng eigenlijk nog altijd achter.

Anders dan onze scholen en bibliotheken, financieren de leden en sympathisanten van Natuurpunt substantieel mee aan onze natuurgebieden. Waarvan iedereen -of ze nu lid zijn van Natuurpunt of niet- gratis kan genieten. Natuurgebieden die we broodnodig hebben. Niet alleen om ons te behoeden voor een biodiversiteitscrisis en onze gezondheid, maar evenzeer om de Vlaamse bevolking te beschermen tegen overstromingen en droogte, de klimaatverandering, ruimte voor recreatie en rust, ziekten,  enz.

Indertijd, bij de instelling van de eerste subsidies voor uitbouw en beheer van natuurgebieden, kregen 4 organisaties het label van “erkende terreinbeherende vereniging”: De Wielewaal, Natuurreservaten, vzw Durme en Stichting Limburgs Landschap. Dat label en de subsidies waren gekoppeld aan een stevige verankering in hun vzw-statuten, overheidscontroles op het beheer van hun natuurgebieden, de verplichting tot openstelling van de terreinen en de onmogelijkheid om hun (deels) met subsidies aangekochte gronden ooit nog te verkopen.

In 2017 is de onderliggende wetgeving hervormd, wat het voor anderen, zoals landgoedeigenaren, landbouwers en particulieren, veel gemakkelijker maakt om zelf ook natuurbeheerder te worden. Zo staat het hele systeem van gesubsidieerd natuurbeheer voor het behalen van maatschappelijke doelen helemaal open voor iedereen. Dit gaat zowel over aankoop- en beheersubsidies.

Maar die berg heeft een muis gebaard. Van het echte reservatenstatuut (type 4 natuurgebied, waarmee je o.a. aankoopsubsidies kan krijgen) maken, op een paar uitzonderingen na, nog steeds hoofdzakelijk de voormalige erkende terreinbeherende verenigingen gebruik. Dat is ook logisch: welke particulier gaat met zijn eigen geld gronden voor natuurbeheer of -herstel aankopen als dit hem zowel bij aankoop als bij het daaropvolgende natuurbeheer enkel bijkomend geld kost. Bovendien komen daar een hoop resultaatsverplichtingen bij, veel papierwerk, controles van de overheid en verplichte openstelling van het terrein voor het publiek.  De grondwaarde van het terrein keldert en men kan dit terrein bijna niet meer economisch valoriseren. Bijkomend dekken de genormeerde vergoedingen die de overheid uitkeert om het benodigde beheer uit te voeren ook allesbehalve de kosten. 

Toch verschenen er de laatste maanden in de pers verschillende ‘kritische artikels’ tot en met regelrechte aanvallen. Zo zou Natuurpunt te groot zijn geworden. Wel, we nodigen iedereen uit om zich de vraag te stellen of de 2% van Vlaanderen die door Natuurpunt als Natuurreservaat wordt beschermd en voor het publiek opengesteld wordt eerder te veel dan wel te weinig is. Uit een bevraging die Natuurpunt bij 1000 Vlamingen liet uitvoeren bleek alvast dat 41% van de Vlamingen wel eens in Natuurpuntgebieden komt en dat 77% natuur belangrijk vindt. Dat Natuurpunt ondertussen een vereniging is waarvan meer dan 130.000 gezinnen lid zijn, versterken ons in de overtuiging dat Natuurpunt voor de natuur in Vlaanderen broodnodig is.  

Deze kritische artikelen hakken er vooral hard in bij de tienduizenden vrijwilligers die zich hard en onbetaald inzetten voor meer en betere natuur in Vlaanderen. Dit zijn er 40.000. 40.000 mensen die wandelingen gidsen, kinderen kennis laten maken met de natuur, fondsenwervingsactiviteiten op poten te zetten, proberen te wegen op het lokale natuurbeleid, natuurbeheerswerken doen, een pintje tappen…. Samen goed voor 2 miljoen uur vrijwilligerswerk in 2022. Zonder uitzondering doen al die mensen dit uit maatschappelijke betrokkenheid en idealisme. Samen vormen ze een gemeenschap met hun buren, boeren en dorpsgenoten, brengen ze mensen bijeen en zo gaan ze in tegen de dreigende verzuring in Vlaanderen. De Vlaamse samenleving krijgt van al deze mensen (net zoals van andere vrijwilligers bij andere organisaties) een fikse cadeau.  

 

Inspectie: over de hele lijn geslaagd

Natuurpunt is de afgelopen maanden grondig doorgelicht door de Inspectie van Financiën van de Vlaamse Overheid. Terecht. Wie deels met publieke middelen werkt (= ons aller belastinggeld) mag en moet grondig gecontroleerd worden. De uitkomst was zeer positief, wat meestal niet het geval is met dergelijke inspecties. Natuurpunt wendt als een goede huisvader de haar toegekende subsidies op een juiste en efficiënte manier aan waarvoor ze zijn toegekend. Dit soort positief nieuws wordt jammer genoeg niet zo opgepikt door de media, en komt al helemaal niet aan bod op de fora waar graag met modder gesmeten wordt. Recent werd dit rapport van de Inspectie van Financiën in de Commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement in een interessant debat besproken. Verschillende parlementsleden gaven een sterke waardering voor Natuurpunt en al haar vrijwilligers. Anderen vonden het dan weer een te efficiënte organisatie of wilden het debat liever in de achterkamers voeren.

Betrokkenheid en vrijwilligheid als sleutel tot het succes van Natuurpunt

Natuurpunt, dat zijn plaatselijke mensen. Goed ingebed in de lokale gemeenschap. De boeren, recreanten, horecazaken, B&B’s en jeugdverenigingen waarmee wij samenwerken zijn geen nummers in een computer. Dat zijn buren, vrienden, klasgenoten.

Elke vierkante meter die Natuurpunt aan haar natuurgebieden toevoegt, wordt vrijwillig aan ons verkocht, met een onderling akkoord waarmee niet alleen wij, Natuurpunt, tevreden zijn, maar evengoed de verkopers en de gebruikers. De verkoper, die overigens in elke situatie evengoed had kunnen beslissen om te verkopen aan een andere partij. Die vrijwilligheid die Natuurpunt hanteert lijkt ons persoonlijk een veel sterkere aanpak dan dwingende gewestplanherzieningen bijvoorbeeld. Daarbij word je van de ene dag op de andere van bovenaf als eigenaar/gebruiker met tal van beperkingen geconfronteerd. Bovendien ziet de eigenaar zijn grond dan aanzienlijk in waarde dalen.

We kiezen ook zeer bewust voor een sterk model van samenwerken en “anderen ook iets gunnen”. Net als de Vlaamse overheid zelf in haar natuurgebieden, werkt Natuurpunt voor het beheer van graslanden vaak samen met landbouwers. Zij mogen de grond gratis gebruiken, op voorwaarde dat ze instemmen met onze beheermodaliteiten: nulbemesting, geen pesticiden, juiste hooitijdstip. Dit gaat alles samen om ongeveer 15.000 ha in Vlaanderen. Spreekt vanzelf dat Natuurpunt evengoed een systeem zou kunnen opzetten om voor het gebruik van die gronden te laten betalen. Maar we kiezen er heel bewust voor om dit niet te doen. Vanuit een authentieke maatschappelijke insteek. We zien onze natuurgebieden graag ten goede komen aan de hele maatschappij. Ook aan de landbouwers die in onze gebieden actief zijn. Hiermee laten we veel geld laten liggen maar we vinden dat onze maatschappelijke opdracht primeert.

Natuurpunt legt ook andere maatschappelijke accenten. De meeste van onze terreinarbeiders stellen we te werk in ons maatwerkbedrijf Natuur- en Landschapzorg. Die manier van werken zit diep verankerd in de beginselverklaringen van Natuurpunt. Naast biodiversiteit en landschapsbehoud is deze sociale insteek een uitdrukkelijk doel! Natuurpunt investeert hiermee in al die mensen die ofwel het hoge ritme van de hedendaagse maatschappij niet kunnen volgen, dan wel “een haperingske in hun leven” hebben gehad. Zoals het ons allemaal kan overkomen.

 

De geldkwesties dan

In de berichten in de pers van de laatste maanden ging het niet zelden over hoeveel subsidies er wel niet naar Natuurpunt vloeien. Een kleine vergelijking.

Vlaanderen telt ongeveer 300 gemeenten. En 1100 sporthallen. Bijna 4 per gemeente dus. Als we er van uit gaan dat die de laatste 40 jaar zijn gebouwd, dan mag je rekenen op ongeveer 30 sporthallen per jaar. Daarnaast financierde de overheid ook 12.000 openlucht sportvelden, 250 overdekte zwembaden, ,… Natuurlijk is sport belangrijk, maar natuur evengoed. De prijs van ongeveer 1 sporthal per provincie per jaar is wat Natuurpunt nodig heeft om de grond die jaarlijks te koop komt in de uitbreidingszones van al haar natuurgebieden redelijkerwijs te verwerven. 1/6 dus van wat we in sporthallen alleen al investeren in Vlaanderen. Nog zonder de rest van onze sportinfrastructuur in rekening te brengen.

Dit alles zonder de grondmarkt te verstoren. Belangrijk is dat binnen deze gebieden nog steeds veel niet aan Natuurpunt zal worden verkocht. Vrijwilligheid is en blijft in de Natuurpuntaanpak een cruciaal element.

Het geld dat Natuurpunt jaarlijks krijgt onder de vorm van subsidies en normvergoedingen is veel geld  en het moet gezegd, deze Vlaamse regering heeft een inhaalbeweging ingezet  in vergelijking met de vorige regeringen. Maar we moeten ons afvragen of de financiering voldoende is om de toekomstige en de huidige (soms beperkte) doelstellingen van de overheid rond natuur te realiseren. Wat vaststaat is dat er veel meer nodig is om de biodiversiteiscrisis en klimaatverandering aan te pakken.

Ja, er zit wel degelijk druk achter natuurverwerving en natuurherstel. Er zijn niet alleen de Europese natuurdoelen, maar ook Vlaamse die moeten gehaald worden. Er zijn de 4000 hectare extra bos waar deze Vlaamse regering, minister Demir op kop, haar schouders heeft onder gezet; deze zijn slechts de eerste fase in een taakstelling van 10.000 hectare extra bos die al meer dan 20 jaar op de planning staat bij de regeringen. 

Overigens, elke stap in de juiste richting op vrijwillige basis via de Natuurpunt-aanpak is latere miserie gespaard. Denk maar aan de “stikstofshock” waarmee zowel landbouwers, bedrijven, en wij allemaal geconfronteerd worden. Waren de afgelopen 30 jaar benut om op een positieve en stevige manier te investeren in de uitbouw van de Vlaamse natuur, ipv de kop in het zand te steken en dan op het laatste nippertje in een kramp te schieten toen de deadline wel héél dichtbij kwam, waren veel landbouwbedrijven en bedrijven de huidige stikstofcrisis bespaard gebleven. Dan moesten we ook niet allemaal -onzichtbaar, o.a. een deel van onze normale levensverwachting inleveren vanwege de vele negatieve gezondheidseffecten die ermee gepaard gaan. Bleef de maatschappij ook gespaard van deze volstrekt nodeloze polarisatie tussen landbouw en natuur. En van veel kosten natuurlijk. Ook dat is een kleine cijfermatige vergelijking waard. De kost van de eerste fase van de stikstofmaatregelen wordt (in eerste fase !) geraamd op 3 a 4 miljard euro. Met behoorlijk wat overheidsdwang ipv de door Natuurpunt geprefereerde en gebruikelijke vrijwilligheid. Die miljarden, daar betaalt elke belastingbetaler in Vlaanderen aan mee. Dat staat mijlenver af van de paar 10-tallen miljoenen euro die Natuurpunt van de overheid krijgt om op een positieve manier en op basis van vrijwilligheid naar oplossingen (die werken!) toe te werken. 

Op de terreinverwerving wordt doorgaans flink bijgepast door onze vereniging zelf (gemiddeld 30%). Vanuit fondsenwervingsacties of giften van onze donateurs. Dit geldt in toenemende mate naarmate de grondprijs per m² hoger is en dat is in Leuven zeker het geval. Deze regeling is er om Natuurpunt te stimuleren zo goedkoop mogelijk te kopen en zo efficiënt mogelijk met het beschikbare budget om te springen. Wat meer is, bij elke grondaankoop die Natuurpunt doet, wordt intern goed afgewogen of de plaatselijke afdeling in staat zal blijken binnen een redelijke termijn het niet gesubsidieerde gedeelte (de zogenaamde restfinanciering) zelf op te brengen. Heel veel mogelijke reservaatuitbreidingen sneuvelen hierop. Want zelfs met gedeeltelijke subsidies, blijven de financiële bedragen die door onze vrijwilligers in de plaatselijke afdelingen moeten worden bijgepast erg groot. In dat verband zijn we dan ook blij met de steun van de stad Leuven voor aankoop van de hoeve in Wijgmaal waardoor we veel mensen in contact kunnen brengen met de natuur (deze aankoop wordt naast de steun van Leuven volledig zelf gedragen).  Echter met een voorziene budget van 15.000 euro op jaarbasis voor aankoop (voor een maximum van 30% van de kosten) van natuurterreinen door verenigingen reserveert de stad Leuven hiervoor evenveel geld als voor de aanleg van 10m nieuwe weg. Een vergelijking die tot nadenken stemt.

Ik kan, jij kunt, wij Natuurpunten!

Natuurpunt, wij allen dus, hebben een sterk jaar achter de rug. Onze vereniging ging vooruit en bleef overeind in moeilijke tijden in 2022. De resultaten en kadering van de werking in 2022 werden gebundeld in een sterk jaaroverzicht. We raden aan om dit zeker door te nemen als je het samen met het volgende Natuur.blad in je bus krijgt, maar ook hier al kan bekijken.

 

Vragen, opmerkingen of suggesties, je kan terecht op willem.laermans at gmail.com

Zie ook hier voor frequent gestelde vragen

 

Tekst van Wim Slabbaert bewerkt door Willem Laermans