Sieralgenonderzoek - vervolg
Toestand van de poelen en de sieralgen aan de kijktoren in het VIERKENSBROEK op 15.07.2022
Tekst en foto’s: Roland Luts
Met toestemming van Natuurpunt Scherpenheuvel-Zichem heb ik een nieuwe monstername kunnen doen voor sieralgenonderzoek van een aantal poelen aan de kijktoren (15 juli 2022) in het VIERKENSBROEK. De poelen zijn iets meer dan oppervlakkig microscopisch onderzocht om een idee te hebben welke en hoeveel sieralgen nog aanwezig zijn na de grote overstroming in de zomer van 2021.
Er is vooral gekeken naar de zeldzame en minder algemene soorten.
Dat heeft het volgende opgeleverd:
- Bij aankomst viel het onmiddellijk op dat veel poelen minder waterplanten hadden dan in de zomer van 2020. Vooral in de eerste poel aan de linkerkant, gezien vanaf en ook te zien vanop de kijktoren (Nr. 10 op mijn kaartje in een vorig rapport) waren er bijna geen waterplanten meer. Die poel was in 2021 zelfs enkele maanden na de grote overstroming bijna volledig bezet met waterplanten, vooral met kikkerbeet en hoornblad. Waarschijnlijk zijn de planten niet onmiddellijk afgestorven maar is het effect van de overstroming pas beginnen optreden vanaf de winter 2021-2022?
Onderaan zijn enkele foto’s bijgevoegd van deze poel over verschillende perioden.
- Na microscopisch onderzoek blijkt dat de belangrijkste (de zeldzaamste en niet zo algemeen voorkomende) sieralgen nog steeds aanwezig zijn in grote aantallen en dat is goed nieuws. In sommige poelen krioelde het zelfs van enkele van deze soorten.
De voornaamste soorten:
Cosmarium pseudoinsigne: zeer veel in poelen Nrs. 2, 3, 4, 5, 6, 14.
Cosmarium tumidum var. minus (nieuw voor Vlaanderen sinds 2020): zeer veel in verschillende poelen, voornamelijk in poel Nr. 3 en 4 krioelde het ervan.
Cosmarium furcatospermum, forma Coesel (vierkante cellen): veel in poel Nr. 3
Deze drie soorten vindt men bij mijn weten nergens anders in zo’n grote aantallen als in het Vierkensbroek!
Cosmarium lagerheimii: is nog sporadisch aanwezig (poel Nr. 4)
Cosmarium angulare: sporadisch in Nr. 2, 3, 4, 6, 14; veel in Nr. 5
Closterium subulatum: vindt men op weinig plaatsen; is nog sporadisch aanwezig
Cosmarium wittrockii: nog in veel poelen aanwezig maar zeer sporadisch.
- Sommige sieralgen die ik in 2020 vond in één poel lijken 1 tot 2 poelen 'opgeschoven' te zijn richting kijktoren. Dit is maar een indruk die ik had toen ik de soorten in een lijstje heb gezet. Van sommige ‘gewone’ soorten zijn er veel die nu nog maar sporadisch voorkomen en waarvan er in 2020 veel meer gevonden werden: o.a. Staurastrum manfeldtii, Staurastrum ralfsii var. depressum, Cosmarium formosulum, Cosmarium polygonatum, Cosmarium turpinii, Cosmarium turpiniiforme, Staurastrum furcigerum.
- In poel Nr. 3 heb ik een nieuwe soort voor het Vierkensbroek gevonden: Euastrum insulare. Dit wil echter niet zeggen dat die in 2020 niet aanwezig was! Een foto hiervan is onderaan te vinden.
“Nieuwe” soort voor het Vierkensbroek: Euastrum insulare uit poel Nr. 3, waarvan slechts 2 exemplaren gevonden zijn:
Andere zeldzaamheden:
Overstroming van 2021, ook een ramp voor de sieralgen-populatie in het Vierkensbroek?
<29/09/2021>
Tekst en foto’s: Roland Luts
Aanleiding tot dit schrijven was het vinden van veel verbleekte en dode cellen van ALLE sieralgen in een plas in het natuurgebied Dassenaarde, dus ook de zeer zeldzame Staurastrum sinense en de zeldzame Micrasterias papillifera.
Dat was begin september 2021. Vorig jaar waren alle sieralgen in dit water nog mooi van kleur en levend. De sieralgen hebben zich dit jaar tot net voor de hevige en langdurige regenval onder normale omstandigheden sterk kunnen vermeerderen. Dat was te merken aan veel cellen die nog in een delingsstadium waren alvorens ze afgestorven zijn (de cellen hingen nog aan elkaar vast).
De plas in Dassenaarde ligt aan de voet van een heuvel en het regenwater en het aflopend heuvelwater heeft op zeer korte tijd het reeds aanwezige water in de poel sterk verdund en de watersamenstelling veranderd. Regenwater is meestal zuur en mineraal-arm en een zo drastische verandering in leefomgeving kunnen sieralgen niet verdragen. Hetzelfde geldt ook voor ander microscopisch leven.
In de zomer van 2020 zijn de meeste poelen in het Vierkensbroek en omgeving onderzocht op sieralgen, waaronder 16 van de 20 uit de twee rijen van elk 10 poelen aan de kijktoren. Een rapport hierover is hieronder terug te vinden. In bijna alle poelen ‘krioelde’ het toen van veel soorten, vooral van de kleinere.
Dit jaar rond dezelfde periode (26 september 2021) zijn een aantal van deze poelen terug onderzocht (rode nummers op het kaartje) om te kijken wat het gevolg van de overstroming hier zou kunnen zijn. Het was nu niet de bedoeling een volledige lijst van de aanwezige soorten op te stellen.
In het Vierkensbroek moet de verdunning van het water van de vijvers gekomen zijn van (vervuild?) gracht- en beekwater, dus niet van bijna uitsluitend (zuur) regenwater zoals in Dassenaarde. Stalen van 9 poelen in het Vierkensbroek zijn opnieuw onderzocht waaronder 5 die helemaal achteraan genomen zijn en waar het overtollige regenwater en beekwater het eerst moet zijn ingelopen. Het uitzicht van de poelen wat de waterplanten betreft was ongeveer hetzelfde als vorig jaar. Poel nr. 10 was wel veel veranderd door overwoekering met kikkerbeet.
Enkel in poel nr. 1 zijn de sieralgen afgestorven; in de overige waren ze mooi groen-geel, dus levend. Een aantal cellen waren zich aan het delen (zie foto’s onderaan van het einde van een deling). In elke poel zijn nu echter zeer weinig soorten gevonden. Vooral Closterium moniliferum en Closterium submoniliferum kwamen overal voor en van de kleinere soorten waren geen of slechts enkele cellen aanwezig. Als die kleine soorten massaal afgestorven zouden zijn, zouden er veel bleke/dode cellen gevonden worden zoals in Dassenaarde maar dat was hier niet het geval. Van het genus Staurastrum (behalve van St. ralfsii var. depressum) waarvan in 2020 veel cellen aanwezig waren, is geen enkel exemplaar teruggevonden! Waarom er zo weinig kleine soorten zijn overgebleven is een raadsel.
Lichtpuntje in het Vierkensbroek is dat in al de poelen die opnieuw onderzocht zijn nog goed levende cellen aanwezig zijn die zich verder kunnen vermenigvuldigen. Vooral Cosmarium pseudoinsigne (is zeldzaam en komt hier veelvuldig voor) en Cosmarium tumidum var. minus (nieuw voor Vlaanderen sinds 2020) zijn nog goed vertegenwoordigd, vooral in poel nr. 6.
We kunnen enkel afwachten tot in de lente/zomer van volgend jaar, nieuwe stalen onderzoeken en hopen dat alles zich tegen dan wat hersteld heeft.
Onderzoek naar sieralgen in het Vierkensbroek
<update 03/08/2021>
Roland Luts heeft in het Vierkensbroek onderzoek gedaan naar sieralgen. Dit zijn micro-organismen die zich vooral ophouden in zoet, stilstaand water.
Het grootste deel van het werk is de genomen waterstalen onder de microscoop te bekijken, want zelfs de grootste soorten binnen deze groep zijn nauwelijks met het blote oog waar te nemen.
Bij het bekijken onder de microscoop, met een vergroting van 40x tot 400x blijken deze organismen een ongekende schoonheid te bezitten. De mooi groen gekleurde cellen bezitten een opvallende symmetrie.
Roland heeft reeds stalen van het ven in Catselt bestudeerd en heeft hier mooie vondsten gedaan.
Meer info: klik hier
(foto's: Roland Luts)
Download het eindrapport van dit onderzoek via onderstaande link.
de_sieralgen_van_het_vierkensbroek_en_nabije_omgeving.pdf (22.82 MB)
Libellen inventarisatie door Odonata
Op 04/07/2020 kregen we bezoek van een 10-tal enthousiaste mensen van Odonata, de libellenvereniging Vlaanderen.
Deze excursie werd georganiseerd naar aanleiding van de grote natuurherstelwerken die uitgevoerd werden in het Vierkensbroek in het kader van 'Life'.
In dit gebied waren volgens waarnemingen.be 32 soorten bekend. Vermits hier de laatste jaren vrij weinig naar libellen was gekeken, waren de verwachtingen hoog om deze lijst te kunnen uitbreiden.
Pioniersoorten zoals de Tengere grasjuffer en Tangpantserjuffer werden verwacht. Er zou ook gezocht worden naar typisch laagveen soorten.
Het weer was niet echt geslaagd 'libellenweer'. In de voormiddag was er regelmatig miezerige neerslag en zelfs een buitje waarvoor we moesten schuilen. Doch dit zette geen rem op de zoektocht.
Er werden een aantal sprinkhanen gevangen waarover dan een deskundige uitleg volgde. Hierbij vondsten van moerassprinkhaan, greppelsprinkhaan, krasser, gouden sprinkhaan, zuidelijk spitskopje en grote groene sabelsprinkhaan.
Ook de plantenrijkdom van het gebied kwam aan bod met waarnemingen van verschillende zeldzame soorten: pijptorkruid, rijstgras, waterscheerling, drijvende waterweegbree, waterlepeltje, vlottende bies, trosdravik om er maar enkele op te noemen.
Op het front van de libellen was er in de loop van de dag meer winst te boeken. Ondanks de minder gunstige omstandigheden werden 18 soorten vastgesteld, waarbij enkele algemeen voorkomende soorten (ook in dit gebied) zoals platbuik en gewone oeverlibel niet gezien werden.
De gerichte zoektocht naar de verwachte pioniersoorten was alvast geslaagd. Er werden exemplaren gevonden van de Tengere grasjuffer én van de Tangpantserjuffer (nieuwe soort voor dit gebied).
Als super bonus werd een vrouwelijk exemplaar gevonden van de zeldzame Rivierrombout (foto: Geert Moris). Deze soort is normaal gebonden aan stromende wateren en wordt in Vlaanderen bijna exclusief gevonden in het Maasbekken en aan het Albertkanaal. Na de afleg van eieren zwerft deze soort soms over lange afstanden rond. Deze vondst is een primeur voor Vlaams-Brabant! Hoewel dit geen soort is die zich hier zal vestigen, was het toch een mooie vondst. Voor de meeste van de deelnemers ook een eerste keer.
De volledige lijst van vastgestelde soorten: Grote keizerlibel, Weidebeekjuffer, Koraaljuffer, Azuurwaterjuffer, Gaffelwaterjuffer, Grote roodoogjuffer, Lantaarntje, Tengere grasjuffer, Rivierrombout, Tangpantserjuffer, Tengere pantserjuffer, Houtpantserjuffer, Bruine winterjuffer, Vuurlibel, Viervlek, Bloedrode heidelibel, Bruinrode heidelibel, Blauwe breedscheenjuffer.
Met deze excursie werd nog eens duidelijk aangetoond hoe soortenrijk én kwetsbaar dit gebied is en hoe belangrijk het is dat dit gekoesterd en beschermd wordt. Een gericht beheer en minimale verstoring is hier de sleutelfactor.
Een geslaagde excursie, met dank aan de organisator, de begeleiders en alle deelnemers.
Studie en Inventarisatie
Onze natuurgebieden worden beheerd door de terreinploegen van Natuurpunt én tal van vrijwilligers. Er zijn hiermee reeds mooie resultaten bereikt. Met de afgeronde werken in het kader van ‘Life’ wordt de uitdaging nog groter. Toch stopt het hiermee niet.
Evaluatie
Het is belangrijk om op tijd en stond even stil te staan bij de resultaten en deze te evalueren. Hierbij moeten we ons de nodige vragen stellen, zoals: Zijn de resultaten zoals verwacht en zoals gewenst? Zijn er bepaalde problemen? Waar en hoe kunnen we nog verbeteren?
Inventarisatie
Daarom is het nodig om regelmatig een inventarisatie te doen van de aanwezige soorten en hun evolutie (vooruitgang of achteruitgang). Bekijken of het gebied geschikt is (mits bepaalde ingrepen) om nieuwe of verdwenen soorten (terug) aan te trekken. Nagaan of er bepaalde delen van het gebied beter moeten afgeschermd worden tegen verstoring, e.d.
Kennis
Hiervoor is de nodige kennis vereist en die willen we verder uitbreiden en versterken door regelmatig cursussen aan te bieden. Hiermee kunnen we mensen enthousiast maken en een stevige basis meegeven om mee ten velde te gaan observeren en eventueel te inventariseren.
Organisatie
Om dit alles gecoördineerd te kunnen doen, gaan we van start met enkele programma’s.
Dagvlindertellingen:
- Op een gestandaardiseerde manier gedurende lange tijd in een afgebakende zone het voorkomen van soorten en hun aantallen in kaart brengen
- Dagvlinders zijn goede indicatoren om de kwaliteit van een gebied te meten
- Ze zijn ook vrij makkelijk herkenbaar en er zijn niet teveel soorten
- Door het nauwkeurig bijhouden van aantalsveranderingen kan, door vergelijking met landelijke en regionale resultaten, de invloed van lokale inrichtings- en beheersmaatregelen duidelijk worden
- Ter ondersteuning starten we in 2021 met een cursus dagvlinders in samenwerking met de afdeling Grote Nete. Het pakket bestaat uit 2 theorielessen en 2 excursies. Juiste data volgen nog.
Inventarisatie vogels:
- Via gegevens van het platform waarnemingen.be, rapporten van broedvogeltellingen en PTT-tellingen en verslagen van ringgegevens, in kaart brengen van de evolutie van de vogelpopulatie in onze gebieden.
Oproep
- Voel je je geroepen om hier meer van te weten of om hieraan mee te werken? Geef een seintje en je komt er alles over te weten.
- Heb je een voorstel of interesse in een bepaalde cursus? Laat het ons weten!
- Wil je graag zelf een nieuw programma (mee) opstarten? Alle voorstellen zijn welkom!