31 maart 2024
Al een paar jaar zien we de ransuil in het salamanderbos. Vorig jaar bleven ze weg, maar dit jaar zijn ze terug. Ransuilen zijn veelal verscheidene jaren plaatsgetrouw aan een nestomgeving. Daarom dachten we dat we ze niet meer zouden terugzien. Maar wat waren we blij toen we ze, na de wintertrek, op hun vertrouwde plek zagen in het salamanderbos om hier (hopelijk) te broeden. De jonge ransuilen kunnen dan weer in het najaar honderden kilometers ver wegtrekken. Ransuilen trekken ’s winters zuidwaarts.
Vermoedelijk kiezen ze voor het salamanderbos omdat ze hoofdzakelijk woelmuizen, met de veldmuis als belangrijkste prooi eten. In de velden aan de Schelde hebben ze daar ook voldoende van. Je kan ze, bij valavond, zien jagen.
Salamanderbos tijdelijk gesloten
Om deze reden vonden we het beter het salamderbos tot half mei te sluiten. Zo kunnen we de ransuiltjes, die op de rode lijst staan, beschermen tegen teveel verstoring. Op deze manier gunnen we hun de rust om het broeden en de eerste kweek tot een goed einde te brengen. Wie kan daar nu tegen zijn?
Maar misschien kom je zelf eens kijken bij valavond, als ze op jacht zijn?
Dit zijn dan een paar tips:
HERKENNING
De bovenzijde van het verenkleed is geelbruin en gemarmerd. Zo lijken ze op boomschors, de plek waar ze zich ook verstoppen. De onderzijde is licht roestgeel met donkere lengtestrepen. De poten zijn bevederd.
GELUID
Man een laag sonoor "hoe", vrouw vibrerend "weeeh" bij het nest te horen. Bedelroep jongen hoog "kie-jèè".
BROEDEN
Legperiode tussen eind maart en half april. Legsel gemiddeld 4-6 eieren eenmaal per jaar. In voedselrijke jaren met veel veldmuizen tot 8 eieren. In voedselarme jaren vaak geen broedsel. Zij maken meestal gebruik van oude kraaien- of eksternesten. De jongen verlaten na minimaal 3 weken het nest en klimmen in naburige boomkruinen. Na 5 weken zijn ze klaar om zelf uit te vliegen. Dat is ook de reden waarom we dit stukje bos gesloten houden tot midden de maand mei.