Cursus habitats en biotopen

Biotoop: de plaats waar een dier of plant geheel in zijn omgeving
ingepast is, een homogeen groei- of woongebied. Een gebied met
karakteristieke levensomstandigheden, gekenmerkt door een
bepaalde flora en fauna.
Habitat: de (stand)plaats waar een specifieke soort leeft en bloeit,
doordat deze plaats voldoet aan de eisen en toleranties van de soort
om te kunnen overleven, groeien en voortplanten. 

Je zou denken zonder biotoop geen habitat, maar zonder habitat van
verschillende organismen is er ook geen biotoop…

In de natuur hangen veel elementen samen, de ene soort heeft de
andere nodig. Denk maar aan paddenstoelen die in symbiose leven
met bomen, de vleesetende plantjes die enkel overleven op zure
natte heidegrond en niet op rijke bosgrond en de typische
bosplanten die wel humusrijke grond nodig hebben. Vogels hebben
een specifieke boom of struik nodig voor de nestbouw, waar tevens
genoeg voedsel aanwezig is. De adder heeft de warme droge heide
nodig, maar er zijn ook veel soorten die niet veeleisend zijn en in
diverse biotopen voorkomen.

Kortom een hele boeiende cursus.

Hans Vermeulen onderwijst ons in de verschillende biotopen en hun
typische bewoners tijdens twee theorielessen en twee
praktijkwandelingen.