Begrazing door grote grazers

Grote grazers in de vrije natuur

Om de natuurgebieden te beheren, werkt Natuurpunt vaak met grote grazers, voor het merendeel runderen. Waar het kan, op niet te natte gronden, werken we samen met landbouwers. In de moerasgebieden die niet geschikt zijn voor landbouwdieren, doen we beroep op dieren uit de eigen kudde. Het gaat dan om dieren die aangepast zijn aan de moeilijkere omstandigheden in natuurgebieden, zoals Galloways en Aberdeens.

Begrazing en bezoekers

Galloways zijn zachtaardige, hoornloze dieren, maar:

  • Hou honden altijd aangelijnd, anders schrikken de Galloways. 
  • Hou afstand van de kudde en let zeker op bij moeders met kalfjes.
  • Voeder grote grazers niet. Het verstoort hun natuurlijk graasgedrag en maakt hen opdringerig ten opzichte van bezoekers.
Afbeelding
Galloway - Wim Dirckx
Wim Dirckx

Samenwerking met landbouwers

Natuurpunt werkt samen met landbouwers naar een win-winsituatie. Zo zorgt de landbouwer, onder de voorwaarden van Natuurpunt, dat een natuurgebied wordt  begraasd of gemaaid, en dus het juiste beheer krijgt. In de plaats ontvangt de landbouwer een stalplaats voor zijn koeien of de opbrengst van het hooi.  In  voedselarme en natte natuurgebieden is een samenwerking voor de landbouwers om economische redenen echter oninteressant. Daarom is onze eigen kudde van groot belang, en daarom streeft Natuurpunt naar grotere begrazingsblokken zodat landbouwers ook opnieuw op de schralere terreinen willen samenwerken. 

De eigen kudde

Momenteel bezit Natuurpunt een kudde van ruim 800 grote grazers, waaronder galloways, aberdeens, Oost-Vlaamse roodbont en een negentigtal pony’s. Daarnaast werken ook enkele afdelingen met eigen grazers.

De grazers staan verspreid over een twintigtal jaarrond begrazingsprojecten en een vijftigtal seizoensbegrazingsblokken. In het eerste geval blijven de dieren permanent grazen, met een eventuele vermindering van de begrazingsdruk in de winter. De seizoensgrazers keren terug richting boerderij of winterweide.

Natuurpunt beschikt over drie boerderijen, in Bonheiden, in de Zwarte Beek en in de Kalkense Meersen.

  • Voorbeelden van jaarrondbegrazingsprojecten zijn Smeetshof, Hageven, Heidebos, Hobokense Polder, Bospolder, Oude Landen en Aronst hoek.
  • Voorbeelden van seizoensbegrazingsprojecten zijn Maldegemveld, Turnhouts Vennengebied en Runkelen.
  • In totaal begrazen onze eigen runderen zo’n 2.500 ha.

Jaarlijks worden er een zeventigtal kalfjes geboren verspreid over het hele land. Het kalven doen de dieren trouwens volledig op hun eentje.

Regulering

Voor dieren die bij natuurbeheer worden ingezet, gelden dezelfde verplichtingen als voor landbouwdieren. Hier komt veel bij kijken zoals veterinaire verplichtingen: IBR-vaccinatie, tuberculinatie, … en administratieve verplichtingen: mestwetgeving, identificatie en registratie, vervoer ...

Natuur.Vlees

Om de kuddes vitaal en jong te houden, worden er af en toe dieren geslacht en vermarkt als natuur.vlees. Wil je graag een stukje duurzaam vlees op je bord, dan vind je hier meer info terug. 

 

Geschiedenis

In 1984 ging het allereerste grootschalige begrazingsproject van start in het Mechels Broek. Natuurpunt werkte toen samen met een biologisch landbouwbedrijf, maar al snel werd ook eigen vee, zoals limousin-, jersey- en bonte runderen ingezet.

Ook in andere gebieden volgden enkele begrazingsprojecten die het hele jaar door liepen. Een beperkt aantal dieren, zoals schapen, pony’s en runderen, klaarden er de klus. Bij grotere schaapskuddes, zoals die van het Hageven, werd aanvankelijk een herder ingeschakeld. Nu gebeurt dat enkel nog in de Zwarte Beek. 

In de loop van de jaren kwam er steeds meer vraag naar runderen voor tijdelijke begrazing. Vanuit het Mechels Broek leverden we dan een aantal dieren die na afloop weer naar hun vaste stek gebracht werden. Al snel bleek deze werkwijze onhoudbaar. De draagkracht van het Mechels Broek buiten het vegetatieseizoen was immers veel te klein; zelfs voor de eigen kudde. Daarom zochten we naar een winterweide met stalling buiten het natuurgebied. En liefst in de omgeving van Mechelen want daar beschikten we over voldoende werkkracht om de dieren te verzorgen. Uiteindelijk vonden we een locatie in Mispeldonk waar ruim een honderdtal dieren konden overwinteren.

In 1986 besloten we om de bestaande kudde van het Mechels Broek geleidelijk aan te vervangen door galloways. Galloways zijn immers winterharde, zachtaardige en zelfredzame dieren. En niet onbelangrijk: ze zijn hoornloos. Ze kunnen dus grazen in natuurgebieden waar ook bezoekers komen.