Meetnetten

Afbeelding
Banner Meetnetten 2022
Jenny Dedoncker

 

 

Met het project Meetnetten worden Europees belangrijke en beleidsrelevante soorten voor Vlaanderen in kaart gebracht, in opdracht van de Vlaamse overheid (ANB & INBO). Natuurpunt Studie coördineert het veldwerk door vrijwilligers, het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek zorgt voor de analyses. De eerste campagne van vijf jaar (2016-2020) was een succes. Daarom zetten we het project verder met een tweede campagne van vijf jaar (2021-2025).

Afbeelding
Pieter-Jan Alles met een fuik
Iwan Lewylle
Vrijwilliger aan de slag met een fuik voor het meetnet van de Kamsalamander.
Icon
Icoon - Vrijwilligers - Helpende handen

Breng mee kwetsbare soorten in kaart

Op duizenden tellocaties volgen we tientallen soorten op aan de hand van gestandaardiseerde telmethodes. Deze variëren van laagdrempelig tot echt specialistenwerk. Voor elk wat wils dus! Lees hieronder meer over de verschillende meetnetten. 

Icon
Icoon - Afstand

Meedoen?

  1. Registreer je op www.meetnetten.be.
  2. Meld je aan voor een meetnet.
  3. We behandelen je aanmelding.
  4. Kies één of meerdere tellocaties die jij voor je rekening wil nemen.

Veelgestelde vragen

Wat is het doel van de Meetnetten?

Het project 'Monitoring van beleidsrelevante soorten in Vlaanderen' is een grootschalig telproject in opdracht van de Vlaamse overheid (ANB & INBO), met als doel het opvolgen van de toestand en trend van soorten van de Habitat- en Vogelrichtlijn en een aantal prioritaire soorten voor Vlaanderen. Natuurpunt Studie coördineert de vrijwilligerswerking binnen dit project. Samen met honderden vrijwilligers over heel Vlaanderen verzamelen we de nodige telgegevens die vervolgens geanalyseerd worden door het INBO. Het project ging van start in 2016.

Wat is een meetnet?

Soorten worden opgevolgd via soortspecifieke meetnetten. Een meetnet omvat een aantal locaties waar een soort met een bepaalde regelmaat en volgens een vaste methode wordt geteld. Er zijn meer dan 30 verschillende meetnetten met elk een eigen methode. Sommige types zijn specifiek voor één soort (bv. webtellingen van de Lentevuurspin), andere voor enkele soorten (bv. vlinderroutes), nog andere voor een hele soortgroep (Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen). Vrijwilligers kunnen zich opgeven voor één of meerdere locaties voor één of meerdere meetnetten.

Wat meten we met een meetnet?

Met een meetnet wordt de toestand van een soort opgevolgd op Vlaamse schaal. Door jaar na jaar de populaties op steeds dezelfde manier op te volgen kunnen we trends bepalen en nagaan of een soort er voor-, dan wel achteruit op gaat. Bij heel zeldzame soorten, met nog maar een handvol gekende populaties, wordt iedere populatie jaarlijks opgevolgd. Bij soorten die nog op meer plaatsen voorkomen, werd eerst een random selectie gemaakt binnen alle gekende populaties. Belangrijk daarbij is dat we niet enkel de goede/grote/welvarende populaties opvolgen, maar ook de gereduceerde/kleine/marginale populaties, zodat we de echte toestand op Vlaamse schaal meten. De onderzoeksmethode is ontwikkeld om de toestand van soorten in Vlaanderen op te volgen, niet om de toestand van een soort in een bepaald gebied op te volgen.

Over welke soorten gaat het?

In totaal worden drieëntwintig soorten planten opgevolgd, tien libellen, dertien vleermuizen, twee mollusken, vier zoogdieren, acht amfibieën, één reptiel, twee spinnen, twee sprinkhanen, twaalf dagvlinders, drie kevers, alle algemene broedvogels (140 soorten), de bijzondere broedvogels (70 soorten), de schaarse broedvogels (30 soorten) en de watervogels (108 soorten). Alles samen dus 428 soorten

Hoe worden deze soorten geteld?

Voor elke soortgroep werden een of meerdere telmethodes bepaald, waarmee deze soorten op een haalbare én correcte manier geteld kunnen worden. Dit gaat onder meer om transecttellingen op vaste routes voor libellen en dagvlinders, punttellingen voor algemene broedvogels, fuikvangsten voor Kamsalamanders, oppervlaktebepalingen voor waterplanten, feromoonvallen voor de Roestbruine kniptor, ... De methodes werden initieel opgemaakt door het INBO en werden aan de hand van praktische ondervindingen en kennis van de vrijwilligers bijgeschaafd tot de methodes die we vandaag gebruiken. Centraal staat het zo gestandaardiseerd mogelijk tellen.

Hoe worden de locaties geselecteerd?

Het aantal te meten locaties werd door het INBO statistisch bepaald om voldoende telgegevens te bekomen om de analyses uit te voeren en de gewenste trends te kunnen berekenen. De meetlocaties werden geselecteerd aan de hand van een random steekproeftrekking uit alle gekende vindplaatsen van de soort. Hiervoor werden onder andere de gegevens uit Waarnemingen.be gebruikt.

Welke ondersteuning is er voor deelnemende vrijwilligers/werkgroepen?

De deelnemers ontvangen regelmatige communicatie, professionele ondersteuning, een handig invoersysteem met koppeling met Waarnemingen.be en kunnen altijd terecht op het secretariaat voor vragen. Er is geen vergoeding voorzien voor deelnemende vrijwilligers. Er is een aankoopbudget voor groot materiaal zoals fuiken of waadpakken. Voor persoonlijk excursiemateriaal als verrekijker of laarzen is geen budget voorzien.

Wat met vergunningen?

Voor sommige tellingen zijn toegangsvergunningen nodig en/of een afwijking op het Soortenbesluit. ANB heeft hiervoor een vergunning opgemaakt. Natuurpunt Studie bezorgt aan elke teller een persoonlijk attest waarmee deelnemers zich kunnen identificeren, met verwijzing naar deze vergunning.

Welke afspraken zijn er met eigenaars van privé-gronden?

Meetnetlocaties kunnen ook op privé-gronden liggen. Met de eigenaars van privé-terreinen werden door het INBO afspraken gemaakt. Ze worden tijdig op de hoogte gebracht dat er metingen kunnen gebeuren op hun gronden en kunnen aangeven of ze al dan niet bezwaren hebben dat vrijwillige tellers hun terreinen betreden. Indien nodig zullen INBO medewerkers deze taak overnemen. Er werd ook een ‘gedragscode’ uitgeschreven waaraan vrijwilligers worden gevraagd zich te houden. Dit gaat over het gericht onderzoeken en melden van de doelsoort en geen andere soorten, het niet maken van foto's van de omgeving, het tijdig maken van afspraken met de eigenaar over toegang tot het terrein en het afmelden wanneer het terreinbezoek werd uitgevoerd. Deze gedragscode staat in het monitoringsattest dat tellers ontvangen.

Ben ik verzekerd tijdens mijn terreinbezoeken?

Alle aangemelde vrijwilligers die in het kader van de Meetnetten op het terrein gaan zijn verzekerd voor lichamelijke, materiële en immateriële schade via de ongevallenverzekering van Natuurpunt.

Hoe kan ik meedoen aan een meetnet?

Iedereen met een goede kennis van een of meerdere soortgroepen kan zich aanmelden om mee te tellen. Je kan je, na registratie op de website, aanmelden bij een meetnet naar keuze via www.meetnetten.be. Daarna neemt een veldwerkcoördinator contact met je op. Als er nog locaties vrij zijn en je aanmelding wordt goedgekeurd, krijg je een overzicht te zien van alle meetnetlocaties. Je kan je naam dan verbinden aan een of meerdere locaties. Alle tellers ontvangen regelmatig informatie over het meetnet, een veldwerkhandleiding en specifieke informatie over de meetlocaties in kwestie. Er worden ook opleidingen georganiseerd over de doelsoorten en onderzoeksmethodes.

Icon
Icoon_Groot - Vergrootglas

Blijf op de hoogte

Ontvang het laatste Meetnetten-nieuws.

Abonneer je op de Meetnettenflits

Vragen?

Neem contact op met

 
Icon
Icoon_Groot - Soorten

Meer weten over dieren en planten?

Leer soorten herkennen met onze soortenfiches, een cursus of excursie.