Les 2: merel en zanglijster

Afbeelding
Webbanner - Online tuinvogelcursus - Merel en zanglijster
Natuurpunt

Welkom bij de tuinvogelcursus van Natuurpunt

Gerald en Gina vertellen deze week meer over twee prachtige zangvogels. Hun zang heb je ongetwijfeld al wel eens gehoord, maar kan jij ze goed uit elkaar houden? Veel plezier met deze tweede vogelles over de merel en de zanglijster.

Merel: paspoort

  • Engelse naam: Blackbird
  • Wetenschappelijke naam: Turdus merula
  • Familie: Vliegenvangers (Muscicapidae)
  • Grootte: 23,5-29 cm
  • Broedperiode: eind maart - juli, 2-3 legsels per jaar, 4-6 eieren per nest

Makkelijke merel

Een merel herkennen – vooral het mannetje – is heel gemakkelijk. Merels komen vaak vrij dichtbij dus je kan ze meestal goed bekijken. Een mannetjesmerel is pikzwart. Hij heeft een gele snavel en een gele ring rond het oog. Bij jonge mannetjes is de snavel eerst nog zwart. Een volwassen mannetje zit graag op een hoog punt. Dan weet hij zeker dat alle andere merels zijn gezang goed kunnen horen en dat ze weten dat hij hier de baas is.

En die egaal donkerbruine vogels met gestreepte keeltjes, zijn dat ook merels? Ja, dat zijn de dames, die de merelmannen zowat het hele voorjaar het hof willen maken. Want ze willen niet dat hun vrouwtje er met de buurman vandoor gaat. Kijk maar eens naar merels tijdens de broedperiode (eind maart-juli). Het nest wordt uitsluitend door het vrouwtje gebouwd. Terwijl zij de ene grasspriet na de andere aansleept, vliegt het mannetje als een schaduw achter haar aan. Hier zie je het vrouwtje aan het werk. 

Rennen op het gras

Merels nemen telkens een korte sprint waarna ze weer even stilstaan om te luisteren en vervolgens een worm uit de grond te trekken. Dan rennen of huppen ze weer een stukje verder en staan opnieuw even stil. Dat is typisch merelgedrag, let er maar eens op.

Met andere vogels zijn merels niet zo snel te verwarren. Hooguit met de zanglijster, waar we het verderop in deze les nog over gaan hebben, en met de spreeuw. De spreeuw is ook donker van kleur en kan zich laten zien in onze tuinen. Maar verder zijn het heel verschillende vogels. Zo broedt de spreeuw in boomholtes (de merel maakt zijn eigen nest) en is zijn verenkleed gespikkeld. Ook ontbreekt de gele oogring. Een spreeuw wandelt terwijl een merel vaker hipt, met twee poten tegelijk dus. Spreeuwen trekken graag op in groepen, dat zie je een merel niet snel doen.

Afbeelding
Vergelijking merel - spreeuw
Natuurpunt

Vroeg uit de veren voor een merelconcert

De merel zingt vaak op de nok van een huis of in de top van een hoge boom. Mooie, melodieuze en zoete, soms een beetje weemoedige fluittonen in een rustig tempo. Het lijkt alsof hij tussen elke strofe even nadenkt over hoe hij zijn lied zal verderzetten. Een mooie voorjaarsavond is niet compleet zonder het rustgevende meditatieve merellied. Probeer de melodie eens na te fluiten en zo te onthouden.

Audio file
Beluister hier

Wie zo’n ochtendconcert live wil meemaken, moet weten hoe laat de zon opgaat. Zet in het voorjaar de wekker een uur voor zonsopkomst en luister. Er klinkt in dorpen en steden – waar de meeste merels leven – dan een enorm zangkoor van alleen maar merels. Is er een kat of een roofvogel in de buurt? Dan hoor je zijn alarmroep. Ook andere vogels zijn dan op hun hoede. 

Audio file
Beluister hier
Afbeelding
ANWB Vogelgids van Europa

Natuurpunt

Vogelgids ANWB

De ANWB Vogelgids is hét vogelboek dat je helpt bij het herkennen van ruim 770 Europese vogelsoorten. Van elke vogelsoort vind je alle gegevens over habitat, verspreidingsgebied en geluid. Met meer dan 4000 tekeningen in kleur is deze vogelgids de meest volledige veldgids voor elke vogelliefhebber.

Verkrijgbaar in de Natuurpunt Winkel

Zanglijster paspoort

  • Engelse naam: Song Thrush
  • Wetenschappelijke naam: Turdus philomelos
  • Familie: Vliegenvangers (Muscicapidae)
  • Grootte: 20-22 cm
  • Broedperiode: eind maart - juli, 2-3 legsels per jaar, 3-6 eieren per nest

Schuwe zanglijster

De zanglijster is een schuwe vogel die zich niet gemakkelijk laat zien, maar wel heel vaak laat horen. In de vogelgidsen staat: ‘Let op de mooie witgele borst met zwarte pijlpuntvlekken’. Maar in de praktijk zie je vaak niets van dat. Het enige wat je ziet, is een goed gecamoufleerde vogel, kleiner dan een merel, met een onopvallende vaalbruine rug die wegvalt tegen de begroeiing. Pas als de zanglijster zich van de zijkant of van voren laat bekijken, is een glimp van de witgele borst met zwarte pijlpuntvlekken op te vangen. Wie denkt een vaalbruine vrouwtjesmerel te zien, moet daarom altijd nog een keer goed kijken. Het kan zeker een zanglijster zijn.

Afbeelding
Vergelijking merel - zanglijster
Natuurpunt

Kieskeurige gast in de tuin

In parken kunnen zanglijsters heel tam zijn. Soms komen ze zelfs tot aan je schoenen. Maar tuinzanglijsters zijn een ander verhaal. Die zijn meestal zeer schuw en verlegen, ze blijven liefst onder of in de buurt van de vegetatie zitten. Ze zijn ook veel kieskeuriger dan merels die met elk stadstuintje tevreden zijn. Zanglijsters houden van groene wijken en ruime tuinen en tref je niet snel aan in een kleine tuin.

Eeuwige zangers

Zanglijsters doen hun naam alle eer aan. Van maart tot in juni zingen ze dat het een lieve lust is. Ze zetten ’s ochtends net na de merels hun lied in. Ze zingen meestal hoog in een boomtop, soms tot het donker is. Maar hoe herken je het geluid van een zanglijster?

De zanglijster zingt erg luid en is kilometers ver te horen. Zijn gejaagde, luide tonen staan in schril contrast met de rustige, doordachte zang van de merel. Regelmatig hoor je in de zang van de zanglijster lange en herhaalde uithalen, dat helpt bij de herkenning. Friee-de-rik, friee-de-rik, friee-de-rik klinkt het tot ver in de omtrek. Maar het beste ezelsbruggetje is de voorliefde van de zanglijster voor herhaling. Vaak roept of zingt hij drie keer dezelfde strofe achter elkaar. Zo rustig als de merel zingt, zo gejaagd en luid zingt de zanglijster. Je zal hun zang na deze les dan ook gemakkelijk kunnen onderscheiden. 

Audio file
Beluister hier
Afbeelding
Pestvogel
Wim Dirckx

Winterse verrassing: pestvogelpracht

Het kan zomaar gebeuren dat er midden in de winter een groepje exotische vogels neerstrijkt in jouw tuin en in recordtempo de bessen van je Gelderse roos eet. De pestvogels zijn dan gearriveerd. Jarenlang laten deze fraai getekende vogels uit Scandinavië zich niet zien in ons land en dan ineens, van de ene op de andere dag, verschijnen ze massaal in een stad of dorp. Daar lokaliseren ze al snel de beste lijsterbes-plekken en andere plekken waar bessen groeien. Terwijl ze zich tegoed doen aan de bessen, negeren ze het langs wandelende publiek volkomen. Totdat er een hond of kat in de buurt komt, dan sjezen ze met zijn allen weer de boom in.

Pestvogels gedragen zich nogal opvallend, zijn kleurrijk en laten zich van heel dichtbij bekijken. Ze opereren meestal in groepjes. In de vogelgidsen vallen de gele staartrand en vleugelpunten meer op dan bij een waarneming in het veld. Het afhangende kuifje is een veel opvallender en beter kenmerk, dat ook bij tegenlicht goed is te zien. Hun formaat en gedrag doen erg aan een groepje spreeuwen denken. Je fietst ze zo voorbij als je niet goed oplet. Pestvogels zijn dol op lijsterbessen, de bittere bessen van de Gelderse roos (zorg dat die in je tuin staat) en de besjes van de dwergmispel. 

Afbeelding
Vogels kijken met Gerald
NP

Tuinvogelkijktips van Gerald

Met de tips van Gerald wordt vogels kijken nog leuker en gemakkelijker. Dit keer: maak in de tuin een badkamer voor vogels.

Water is heel belangrijk voor vogels. Uiteraard om van te drinken, maar zeker ook om in te baden. Zo’n waterbad houdt de verenstructuur luchtig en los waardoor er een ‘donzen dekbed’ ontstaat dat optimaal isoleert: lekker warm in de winter en heerlijk koel in de zomer.

Waterschaal 
In elke tuin past wel een vogelbad(je). Een simpele platte bak met een paar centimeter water trekt mezen, mussen, roodborstjes en andere kleine vogels. Een soepbord is hiervoor ideaal.

Veilig baden

Merels, kauwen, lijsters en spreeuwen hebben wat meer water nodig, zo’n 5 tot 10 centimeter diep. Je kan een vogelbad kopen of er een zelf maken. Vul een diepe bak met water en leg er stenen in die een helling (oever) vormen. Zorg ervoor dat de ondergrond ruw is. Bij plotseling gevaar kan de vogel zich dan goed afzetten om snel weg te vliegen. Een stevige bodem helpt ook om bij het acrobatisch kopje-onder gaan niet om te vallen.

Een vogel is kwetsbaar tijdens het baden. Zet het vogelbad daarom vlak bij een paar dichte struiken om zo nodig snel in te kunnen vluchten. De struiken zijn ook een goede plek om in alle rust de veren te poetsen. Om te voorkomen dat een kat vanuit de struiken een aanval doet, kan je tussen het bad en struiken een stuk gaas plaatsen.

Hangende waterschaal

Afbeelding
Waterschaal - Natuurpunt Winkel
Natuurpunt

Een andere mogelijkheid is een hangende waterschaal. Niet alleen is een hangende waterschaal vaak een mooi decoratief element, je kan de waterschaal ook vaak in het zicht ophangen zodat je van dichtbij van de badende vogels kan genieten. Bijkomend voordeel is dat de vogels veilig zijn voor katten.

Grindstrand

Een vijver met een steile wand midden op je gazon is totaal ongeschikt als vogelbad. De vogels kunnen dan niet bij het water zonder het gevaar te lopen voorover te tuimelen. Bovendien vormen ze zo open en bloot een makkelijke prooi voor belagers. Een flinke hoeveelheid grind is hier de oplossing. Stort het zodanig dat er een oplopende oever (het betere vogelstrand) ontstaat. Zo is er voor elke vogel de juiste waterdiepte. En plant wat struiken of oeverbegroeiing bij de vijver om veiligheid te bieden.

Icon
Icoon - Vogelhut

Samenvatting les 2

  1. Mannetje merel is gemakkelijk te herkennen met zijn pikzwart verenkleed en gele snavel. Het vrouwtje is egaal donkerbruin met gestreepte keel.
  2. De zanglijster is, net als de vrouwtjesmerel, vaalbruin en is te onderscheiden door de witgele borst met zwarte pijlpuntvlekken op.
  3. De gejaagde, luide tonen van de schuwe zanglijster staan in schril contrast met de rustige, doordachte zang van de merel die zich overal thuis voelt.

Volgende keer

In deel 3 van deze cursus vertelt Gerald alles over de koolmees en de pimpelmees.

Overzicht van de gratis tuinvogelcursus

  • Les 1: de huismus en de heggenmus
  • Les 2: de merel en de zanglijster
  • Les 3: de koolmees en de pimpelmees
  • Les 4: de roodborst en de winterkoning
  • Les 5: de Turkse tortel, de houtduif en de holenduif
  • Les 6: de boomkruiper, de boomklever en de grote bonte specht
  • Les 7: de vink, de groenling en de putter
  • Les 8: de ekster, de gaai en de kauw
  • Les 9: de kramsvogel, de koperwiek en de spreeuw
  • Les 10: de sperwer en de bosuil