Les 3: koolmees en pimpelmees

Afbeelding
Les 3: Koolmees en pimpelmees
Natuurpunt

Welkom bij de tuinvogelcursus van Natuurpunt

De pimpelmees en de koolmees zijn graag geziene gasten op de voederplank. Ze vallen op met hun luide deuntjes, bengelen graag aan een pindasnoer of een goed gevulde voedersilo. Maar weet jij alles van deze twee bekende bezoekers op jouw voedertafel? Gina en Gerald vertellen je hoe je hen kan spotten met je ogen én je oren. 

Koolmees: paspoort

  • Engelse naam: Great tit
  • Wetenschappelijke naam: Parus major
  • Familie: mezen (Paridae)
  • Grootte: 13,5 - 15 cm
  • Broedperiode: eind april, 1-2 legsels per jaar, 8-13 eieren per nest

Acrobaat met zwarte kop

Mezen zijn vroege zangers. Zowel wat betreft de tijd van het jaar als het moment van de dag. Ze zingen al voordat de zon opkomt en zelfs in januari zijn ze te horen.

De koolmees is de grootste mees en ook wel de brutaalste. Hij heeft een gitzwarte kop met witte wangen en een zwavelgele buik met een zwarte streep (ook vaak de ‘stropdas’ genoemd). Goed waarnemen betekent letten op details: probeer eens te ontdekken of het om een mannetjes- of vrouwtjeskoolmees gaat. Bij het mannetje loopt de stropdas door tot ver tussen de poten, bij het vrouwtje is hij veel korter.

De naam koolmees duidt op de koolzwarte kop. De acrobatische kunsten die hij vertoont als hij aan vetbollen en pindaslingers hangt, wijzen erop dat je met een lid van de mezenfamilie te maken hebt. Vinken en roodborstjes zijn lang niet zo behendig. Het ezelsbruggetje voor de koolmees is dus eenvoudig: een acrobatisch vogeltje met koolzwarte kop en witte wangen.

Koolmees: vogel met een fietspompje

De glasheldere twee- of drietonige koolmezenzang is al in januari te horen. Het vrolijke deuntje brengt, na de donkere dagen rond kerst, ineens het voorjaar weer binnen handbereik. Toe-tieie toe-tieie of Tjie-tjie-tjuuuu Tjie-tjie-tjuuuu. Twee hoge tonen gevolgd door een wat lagere. Er zijn allerlei bijnamen voor het stereotiepe koolmezendeuntje, de bekendste is ‘het fietspompje’. Maar wat kunnen koolmezen je foppen. Ze kennen tientallen liedjes die heel anders klinken en die ook niet altijd in de boekjes te vinden zijn. Wel herhalen ze vaak langdurig hetzelfde deuntje. Hoor je een vogel zingen die je niet meteen kan thuisbrengen, denk dan eens aan zo'n creatieve koolmees. 

Audio file
Beluister hier
Afbeelding
Nestkast
Natuurpunt

Nestkast op maat

Mezen, spreeuwen en andere vogels die in nestkasten broeden, houden andere vogelsoorten graag buiten de deur. Daarom is de grootte van de invliegopening van nestkasten zo belangrijk. Een klein gaatje van 28 millimeter doorsnede is precies groot genoeg voor een pimpelmees, daar komt geen koolmees door naar binnen. Die heeft minstens 32 millimeter nodig.

Voor de spreeuw is een opening van 52 millimeter ideaal. De boomklever maakt gewoon zijn eigen ingang. Is het invlieggat te klein, dan hakt hij het groter. Is het te groot, dan metselt hij net zo lang tot de voordeur op een heel klein kiertje staat. Een echte bouwvakker dus die boomklever. In les 6 komen we uitgebreid op deze prachtvogel terug. En als je de bonte vliegenvanger in jouw tuin een onderkomen wil bieden, hang dan een koolmezennestkast op en blokkeer het invlieggat met een plankje. Het plankje haalt u pas begin april weg als de bonte vliegenvangers terugkomen uit Afrika. Zo hebben ze een eigen vrije nestkast en dan zijn hun plekjes nog niet bezet door koolmezen. Al deze nestkasten voor al die verschillende vogels zijn te koop in de webshop van Natuurpunt. Met jouw aankoop draag je direct bij aan de bescherming van vogels.

Pimpelmees paspoort

  • Engelse naam: Eurasian blue tit
  • Wetenschappelijke naam: Cyanistes caeruleus
  • Familie: mezen (Paridae)
  • Grootte: 10,5 - 12 cm
  • Broedperiode: eind maart - juli, 1-2 legsels per jaar, 7-13 eieren per nest

Behendige acrobaat met blauw petje

Voor beginnende vogelkijkers is de pimpelmees best lastig te herkennen. Ze behoren tot de categorie ‘kleine vogeltjes’, want een pimpelmees is beduidend kleiner dan een koolmees. Hij lijkt een beetje op een verkleinde uitgave van de koolmees, maar heeft onmiskenbaar een hemelsblauw petje op. Pimpelmezen werden vroeger ook wel blauwmezen of hemelmezen genoemd. Om ze vanaf een grote afstand te herkennen, is hun gedrag een goede aanwijzing. Pimpelmezen hangen heel vaak ondersteboven aan de uiterste puntjes van de dunste twijgjes om daar de minuscule insecten en luizen vanaf te snoepen. Koolmezen zijn zwaarder en beperken zich meestal tot de dikkere takken.

De oogstreep versus de stropdas

Wie de koolmees en pimpelmees goed bestudeert, ziet steeds meer verschillen. Eerst en vooral de stropdas bij de koolmees. Zo’n buikstreep heeft een pimpelmees niet. Het pimpelmeesje heeft dan weer wel een zwart oogstreepje dat over zijn witte gezicht loopt. Heel anders dan bij de koolmees. Mocht dat nog niet genoeg herkenningspower geven, dan nemen de diepblauwe vleugels en blauwe staart van de pimpelmees de laatste twijfel weg.

Afbeelding
Vergelijking koolmees - pimpelmees
Natuurpunt

Jouw smartphone met vleugels

Wie in het voorjaar een paar vrolijke roepjes hoort, gevolgd door een helder belletje dat een beetje lijkt op het geluid van een smartphone, die luistert vrijwel zeker naar de voorjaarsroep van de pimpelmees. Wie dat geluid eenmaal in zijn hoofd heeft opgeslagen, hoort buiten opeens overal telefoons afgaan. De pimpelmees-ringtone is een helder en fijn rinkelend belletje dat gemakkelijk te herkennen is. Het wordt ook wel eens het ‘zilveren lachje’ genoemd. Pimpelmezen kunnen overigens ook koolmeesachtige geluiden maken en allerlei andere roepjes laten horen. Maar het lachje of het belletje, dat al vanaf februari te horen is, klinkt er steeds weer tussendoor en is heel kenmerkend. 

Audio file
Beluister hier
Afbeelding
pimpelmees nestkast
Natuurpunt

Op pimpelmezenmaat

Pimpelmezen staan bekend om hun enthousiaste nestgedrag in vogelhuisjes. Tenminste, als je het juiste huisje voor ze ophangt. De Miami-nestkast heeft een invliegopening van 28 mm, waar de pimpelmees precies doorheen durft

Afbeelding
Vogels kijken met Gerald
NP

Tuinvogelkijktips van Gerald

Met de tips van Gerald wordt vogels kijken nog leuker en gemakkelijker. Dit keer: een stofbad voor vogels.

In de vorige les tipten we het plaatsen van een waterbadje in jouw tuin. Want bijna alle vogels nemen regelmatig een bad. Maar sommige vogels houden er ook van om in stof te baden of zelfs in rook.

Merels houden er niet zo van, maar bijvoorbeeld huismussen nemen graag een stofbad. Ze rollen in wat stof of zand, gooien dit over zich heen, wrijven er hun verenkleed mee in en schudden vervolgens alles weer van zich af. 

Door zo’n stofbad wordt overmatige stuitklierolie van de veren verwijderd, zodat die niet te vet worden. Baden in het stof helpt ook om schadelijke parasieten, zoals luizen en mijten, kwijt te raken.

Doe de vogels een plezier en leg een stofbadje aan in een zandstrookje in jouw tuin, of zelfs een laagje droog zand in een bakje volstaat. Het is een geweldig gezicht om vogels te zien baden in het stof. Kies daarom een plek die je vanuit huis goed kan zien en die tegelijkertijd een vluchtroute biedt voor de vogels als er gevaar dreigt in de vorm van een kat of sperwer (over deze roofvogel vertellen we meer in les 10).

Gerookte spreeuw
Spreeuwen en kauwen nemen af en toe zelfs een rookbad. Ze laten dan de rook die uit de schoorsteen komt langs hun veren gaan om zo de parasieten te verdrijven. 

Icon
Icoon - Vogelhut

Samenvatting les 3

  1. De koolmees heeft een koolzwarte kop en zwarte stropdas. Bij het mannetje loopt de stropdas door tot ver tussen de poten, bij het vrouwtje is hij veel korter.

  2. De pimpelmees is kleiner dan de koolmees en is te herkennen aan zijn diepblauwe vleugels, blauwe staart en hemelsblauw petje. 

  3. De koolmees klinkt als een fietspomp. Als je een helder en fijn rinkelend belletje hoort, is het een pimpelmees.

Tel mee met Het Grote Vogelweekend

Volgende keer:

In deel 4 van deze cursus vertellen Gina en Gerald alles over de roodborst en de winterkoning.