Welkom bij de tuinvogelcursus van Natuurpunt
Als je naar dé favoriete tuinvogel polst bij de Vlaming, krijg je vaak de roodborst als antwoord. Maar wist je dat achter zijn prachtige verschijning een brutaal vogeltje schuilt? Ook de winterkoning moet niet onderdoen. Qua decibels dan toch niet. Met zijn staartje parmantig opgewipt, zet hij zijn keeltje open en… overtreft hij alle andere tuinvogels met zijn luide zang. Benieuwd welke geheimen Gerald en Gina nog in petto hebben? Je ontdekt het in deze vierde les!
Winterkoning: paspoort
- Engelse naam: Winter Wren
- Wetenschappelijke naam: Nannus troglodytes
- Familie: winterkoningen (Troglodytidae)
- Grootte: 9-10,5 cm
- Broedperiode: half april - juli, 2 legsels per jaar, 5-7 eieren per nest
Stiekeme scharrelaar
De winterkoning is de kleinste bewoner van onze tuinen. En ook de meest bescheiden. Tenminste, als hij zijn snavel houdt. Hij is echt heel klein. Er passen er wel twee in een koolmees. Met de staart omhoog en de kop opgericht lijkt hij nog compacter. Een voorbijvliegende winterkoning doet eerder denken aan een uit de kluiten gewassen kever of hommel dan aan een vogel. Een winterkoning goed in beeld krijgen is nog niet zo gemakkelijk. Hij scharrelt goed verborgen door dicht struikgewas. Een winterkoninkje zien we maar zelden midden op het onbeschutte gazon. De randen, takkenhopen en struiken in de tuin afspeuren is het advies. Gelukkig is de winterkoning soms ook luidruchtig en verraadt hij zo zijn aanwezigheid.
Bruin, bruiner, bruinst
Bescheiden, klein, bruin, lichte oogstreep, dunne snavel, opstaand staartje: dat zijn de kenmerken. Een winterkoning is in de tuin eigenlijk alleen te verwarren met een heggenmus. Ze scharrelen allebei het liefst verborgen in de randen van de tuin en zijn allebei bruin. Maar bij nadere beschouwing door een verrekijker zijn de verschillen best opvallend. Niet alleen is de winterkoning beduidend kleiner dan de heggenmus, hij heeft ook een heel andere houding en een andere kleur kop. In verhouding tot zijn formaat zijn de poten van een winterkoning verrassend stevig. Heggenmussen hebben fragiele pootjes die meestal verstopt zitten onder de buikveertjes. De staart van een heggenmus is opvallend langer.
Grote kleine zanger
De winterkoning valt dus niet echt op. Behalve… als hij gaat zingen. Dan is er sprake van een gedaanteverwisseling. Zijn lied klinkt onwaarschijnlijk luid voor zo’n klein vogeltje. Al zingend klimt hij steeds verder naar boven totdat hij uiteindelijk op het uiterste topje van de struik zit. Zo kan hij zijn gezang zo ver mogelijk laten weerklinken. Tijdens het zingen houdt hij zijn staartje parmantig rechtop en draait hij zijn kopje alle kanten op.
Het liedje klinkt heel fel en snel, bijna als een uitbarsting van trillende en fluitende, heldere tonen. Tussen al het andere vogelzang in de lente te herkennen door op het ‘terrrrrrr’-stukje te letten. Elke winterkoning maakt namelijk telkens in zijn liedje een typisch ratelgeluidje dat klinkt als een wekkertje dat afgaat: ‘terrrrrrrr!’. Dus hoor je een vogeltje zingen dat een wekkertje ‘bij zich heeft’, dan is dat een winteRRRkoning. Een handig ezelsbRRRuggetje.
Niet snoeien in het broedseizoen
In het broedseizoen zijn vogels heel gevoelig voor verstoring. In de natuur, in bossen, in parken en in tuinen. Nog niet zo heel lang geleden gingen er in Vlaanderen heel wat vogelnesten verloren doordat er in het broedseizoen in de bossen (en parken) gewoon werd doorgewerkt. Omdat er in de bosbouw steeds meer machines werden ingezet, hadden de broedvogels in het bos het soms zwaar.
Natuurpunt ijvert samen met verschillende grondbezitters, zoals de overheid en privé-eigenaars, voor een minimum aan verstoring tijdens het broedseizoen. Dat betekent dat er niet meer wordt gekapt als er (vermoedelijk) nesten van beschermde vogels in het gebied aanwezig zijn. Dat is een van de redenen waarom de bosvogels in Vlaanderen het de laatste jaren een stuk beter doen. Ook bij het snoeien van struiken, bomen en hagen in jouw tuin is het slim rekening te houden met het broedseizoen. Wanneer is het verstandig wel en niet te snoeien?
Roodborst paspoort
- Engelse naam: Robin
- Wetenschappelijke naam: Erithacus robecula
- Familie: Vliegenvangers (Muscicapidae)
- Grootte: 12,5-14 cm
- Broedperiode: half april - juli, 2 legsels per jaar, 5-7 eieren per nest
Vrolijke verschijning
De roodborst is één van onze geliefde tuinvogels. Bijna iedereen kent het roodborstje. Die wijze kraaloogjes en die verrassende kleurencombinatie van opvallend roodoranje en bescheiden bruin. Een verschijning waar je vrolijk van wordt. Als je een poosje naar een roodborst kijkt, zal je zien dat hij op een heel andere manier voedsel zoekt dan de meeste tuinvogels.
Ze zitten meestal enige tijd op een uitkijkpost, zoals een tak of een muurtje, om vervolgens de prooi te gaan opzoeken. Roodborstjes blijven nooit echt lang op de voederplaats of de grond zitten. Ze hippen niet al pikkend voorwaarts, maar jagen meer als een roofvogel. Even stilzitten, liefst een paar decimeter boven de grond en dan … een korte duik en de prooi is gepakt.
Braaf bruinborstje
Pas uitgevlogen roodborsten zie je gemakkelijk over het hoofd want een roodborst begint zijn bestaan als gespikkelde bruinborst. Maar enkele weken later beginnen ze met hun gedaanteverwisseling en worden ze echte roodborstjes. En dat is maar goed ook, want een volwassen roodborst reageert furieus op roodborstige soortgenoten. De jongen mogen dus vooral geen agressie oproepen met een rode borst, want dan zouden ze omgebracht worden in plaats van grootgebracht. De roodborst lijkt schattig, maar ze kunnen soortgenoten meedogenloos aanvallen. Vandaar dat de jongen pas laat in het jaar, als ze zelfstandig zijn, langzaam naar het volwassen oranjerood verkleuren.
Klaterend watervalletje
De roodborst kan prachtig zingen. Zijn korte, klaterende watervalletjes klinken krachtig, gevarieerd en mooi. Telkens gaat de kraan even dicht alsof hij moet nadenken over de volgende strofe, maar daarna laat hij weer zo'n pareltje horen in bos, park of tuin. Die bewuste, ingehouden stiltes en de daarna weer in volume toenemende zang zijn karakteristiek voor de roodborst.
Sommige roodborsten kennen vele variaties en imitaties, maar altijd zit het parelende grondpatroon erin verwerkt. De zang van de roodborst is krachtiger en gevarieerder dan het heggenmuslied en minder schetterend of luid dan de zang van de winterkoning. Roodborstjes zingen niet alleen in de broedtijd, maar ook om een ‘voedselterritorium’ te verdedigen. Ze zijn daarmee onze enige tuinvogel waarvan je de zang het jaarrond kan horen. Vroeg opstaan is dan wel de boodschap want ze kondigen graag de zonsopkomst aan.
Maak een restaurant voor vogels
Eet jij elke dag spinazie? Nee toch? Ook voor vogels is een gevarieerd menu heel belangrijk. Het leuke is dat je zelfs in een kleine tuin toch veel variatie kan creëren. Zet tegen een schuur of schutting een paar meter klimplanten en besdragende planten door elkaar heen. Zo bied je een restaurant aan met een gevarieerd menu. Of maak een groene snoepmuur van braam, kamperfoelie, hondsroos en framboos. Omdat deze struiken op verschillende tijden vruchten dragen, is er steeds weer een ander menu beschikbaar. Jij geniet dan voortdurend van pimpelmezen, groenlingen, zanglijsters en vele andere vogels die langskomen om te kijken of er weer iets van hun gading bij is. Kies bij voorkeur een plek met veel zon, want dat komt de rijping van jouw vogelfruit ten goede. En … vergeet niet om af en toe ook zelf van de bramen en frambozen te snoepen.
Tuinvogelkijktips van Gerald
Met de tips van Gerald wordt vogels kijken nog leuker en gemakkelijker. Dit keer: vogelgeluiden leren herkennen.
Een vogel herkennen aan het geluid is behoorlijk lastig. Maar oefening baart kunst. Wie een beetje oefent en wat ezelsbruggetjes onthoudt, kan de belangrijkste tuinzangers uit elkaar leren houden. En de eerste keer dat je zo’n vogel dan ook echt op geluid herkent, is een heerlijke triomf. Daarom zetten we hieronder de acht tuinvogels die we tot nu toe hebben behandeld op een rijtje. Met uitleg en afspeelknop, zodat je steeds even kan oefenen.
1. Huismus
Een huismus tsjilpt. En dat doet hij vaak in groepsverband. Dus een grote groep gezellig tjilpende vogels die in een heg of struik in de tuin zitten, zijn bijna altijd huismussen. De zang is eigenlijk hetzelfde als de roep, maar dan regelmatig en langdurig herhaald. De zang wordt meestal voortgebracht vlakbij de broedplaats, of zelfs vanuit de nestingang.
2. Heggenmus
Een heggenmus laat steeds weer hetzelfde korte zilveren liedje horen. Heel zacht en heel helder. De zang kan je verwarren met de roodborst of winterkoning, maar in de zang van de roodborst zitten duidelijke, gevarieerde melodielijnen. Het heggenmuslied is kort en eentonig en mist elke variatie, waarmee hij ook duidelijk verschilt van de winterkoning.
3. Merel
Een merel zingt lekker tevreden en rustig. Mooie, melodieuze en zoete, soms een beetje weemoedige fluittonen in een rustig tempo. Meestal vanaf een hoog punt. Vaak bij een warme valavond of net voor een donker onweer.
4.Zanglijster
De zanglijster zingt luid en gejaagd. Imiteert soms andere vogels, maar herkenbaar aan het vaak terugkerende ‘Friee-de-rik, friee-de-rik, friee-de-rik’. Het beste herkenpunt is de voorliefde van de zanglijster voor herhaling. Vaak zingt hij drie keer dezelfde strofe achter elkaar.
5. Koolmees
Glasheldere drietonige zang ‘Tjie-tjie-tjuuuu’. Twee hoge tonen gevolgd door een wat lagere. Ezelsbruggetje: ‘het fietspompje’. Zingt vaak ook een langdurig herhaald tweetonig lied.
6. Pimpelmees
Roepjes gevolgd door een helder belletje dat een beetje lijkt op het geluid van een smartphone. De pimpelmeesringtone is een helder en fijn rinkelend lachje dat gemakkelijk is te herkennen als je het eenmaal hebt opgeslagen in je hoofd.
7. Winterkoning
Tussen al het andere vogelzang in de lente te herkennen door op het ‘terrr’-stukje te letten. Winterkoninkjes herhalen - met tussenpozen - steeds hetzelfde liedje. Elke winterkoning maakt halverwege zijn liedje namelijk steeds een typisch geluidje dat klinkt als een aflopend wekkertje: ‘terrrrrrrr!’. Dus een winteRRRkoning. Een handig ezelsbRRRuggetje.
8.Roodborst
Korte, gevarieerde klaterende watervalletjes met telkens bewuste, ingehouden stiltes en de daarna weer in volume toenemende zang zijn karakteristiek voor de roodborst. De zang van de roodborst is krachtiger en gevarieerder dan het heggenmuslied en minder schetterend, maar gevarieerder dan de zang van de winterkoning. Roodborsten blijven het hele jaar door zingen.
Volgende keer:
In deel 5 van deze cursus vertellen Gerald en Gina alles over de Turkse tortel, de houtduif en de holenduif.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief