Les 7: vink, groenling en putter

Afbeelding
Webbanner - Online tuinvogelcursus - Les 7
Natuurpunt

Welkom bij de tuinvogelcursus van Natuurpunt

In deze tuinvogelles behandelen we drie vogelsoorten die familie zijn van elkaar. De putter, vink en groenling behoren alle drie tot de familie van de vinken. Ze hebben allemaal een beetje dezelfde bouw en vorm, maar wel heel verschillende kleuren. Kenmerkend is de kegelvormige dikke snavel waarmee vinken zaden kunnen kraken en eten. Stuk voor stuk prachtige vogels die je tuin meteen opvrolijken door hun zang of kleurrijke verenkleed. Gerald en Gina zijn helemaal fan van deze kleurrijke mannetjes en wat minder opvallende vrouwtjes. Of is het juist andersom? 

Vink: paspoort

  • Engelse naam: Chaffinch
  • Wetenschappelijke naam: Fringilla coelebs
  • Familie: Vinken (Fringillidae)
  • Grootte: 12-13,5 cm
  • Broedperiode: maart - midden juni, 1-2 legsels per jaar, 3-5 eieren per nest

Vink met witte schilden

De vink is een van de meest voorkomende vogels in Vlaanderen. In bossen, parken en tuinen komen ze vaak naar de grond of op voedertafels om op zoek te gaan naar zaden. Een mannetje vink heeft een blauwgrijze kop. Bij de een is die wat blauwer of grijzer dan bij de ander. In het voorjaar hebben de meeste mannetjes een fraaie roodbruine borst. In de winter zijn ze allemaal wat somberder van kleur. De vink is altijd herkenbaar aan de witte ‘schilden’ - twee brede witte strepen - op hun vleugels. Daarom werd hij vroeger ook wel eens schildvink genoemd. Een ander kenmerk zie je als ze opvliegen: dan komen hun helderwitte staartpennen tevoorschijn.

Vrouwtje vink of huismus? 

Details, details en nog eens details. Daar gaat het om bij vogels kijken. Misschien heb je al wel honderden keren een vrouwtjesvink op je stoep of gazon zien hippen, maar deze steeds voor een huismus versleten. Dat is niet zo verwonderlijk, want een vrouwtjesvink is een onopvallende, vrij kleurloze vogel. Ze zingt niet, vecht niet, trekt geen aandacht en zelfs als ze een nest heeft op een paar meter afstand van jouw raam dan kan je haar nog gemakkelijk missen. Toch zijn er wel degelijk verschillen tussen de vrouwtjesvink en de vrouwtjeshuismus. Op de onderstaande tekening zetten we ze voor het gemak naast elkaar.

Afbeelding
Vink vrouw
Elwin van der Kolk
Vink vrouw
Afbeelding
Huismus vrouw
Elwin van der Kolk
Huimus vrouw

Vinkenslag

Een vink zingt niet maar slaat. Zijn korte lied eindigt met een slag, het gekende suskewiet, dat is de zogenaamde vinkenslag. Wel drie- tot vierduizend keer op een dag slaan ze erop los. Het begint hoog, stuitert dan in staccato naar beneden en eindigt met een korte verhoging in tonen, de vinkenslag. Voor ons klinkt elke slag in het begin hetzelfde, maar wie heel goed luistert, hoort de verschillen. De ene vinkenslag, het laatste stukje dus, is krachtiger dan de andere. Er bestaan zelfs dialecten die per streek en dorp verschillen, vaak klinkt de suskewiet dan ook heel anders. Dan weet je als vink met wie je te maken hebt. Je buurman, waarmee je een wederzijds gedoogbeleid voert, of een indringer die direct verjaagd moet worden.  

Audio file
Beluister hier

Natuurpunt ten strijde tegen illegale jacht

De vogeltrek is een enorme verhuizing van vogels die twee keer per jaar plaatsvindt. In het voorjaar naar de broedgebieden en in het najaar naar de overwinteringsgebieden. Onderweg dreigen vele gevaren. Vooral de vogels die naar Afrika trekken, lopen grote risico’s. Alleen al door illegale jacht worden elk jaar rond de Middellandse Zee ongeveer 25 miljoen vogels gedood tijdens de trek. Waaronder bijvoorbeeld 3 miljoen vinken.

Natuurpunt werkt met BirdLife Partners in heel Europa om die illegale jacht aan te pakken. Vaak met veel succes. Bijvoorbeeld op Cyprus, waar miljoenen trekvogels doortrekken, werden elk jaar vijf miljoen vogels gevangen met netten en lijmstokken. Door gerichte acties, het aanpakken van de jacht en bewustwordingsacties is de illegale jacht op Cyprus de afgelopen jaren teruggedrongen met 70%. 

Ook bij jou in de tuin zijn waarschijnlijk trekvogels te vinden. Aan het einde van deze les vertellen we welke trekvogels je in de tuin kan zien. 

Groenling paspoort

  • Engelse naam: European Greenfinch
  • Wetenschappelijke naam:  Chloris Chloris
  • Familie: Vinken (Fringillidae)
  • Grootte: 14,5-16 cm
  • Broedperiode: maart - augustus, 2 legsels per jaar, 4-5 eieren per nest

Dikke groene vink

De groenling is een wat dikkige, voornamelijk groene vogel van huismusformaat die vaak nestelt in tuinen. Het nest zit vaak verstopt in een conifeer. Meestal zitten ze boven in een boom, soms in vergadering bijeen. En een drukte dat ze dan kunnen maken! Af en toe gaan ze even de lucht in om een vrouwtje te imponeren en het territorium af te bakenen. Met een wat vertraagde, vlinderende vleugelslag vliegen ze, al zingend op een meter of vijf hoog, een klein rondje. Dan zijn ze goed te zien.

Gevederde toverbal

Groenlingen zijn toverbalvogels. Als ze zitten, doen ze hun naam eer aan en zijn ze overwegend groen. Als ze wegvliegen worden met name de mannetjes ineens geel. Dan zijn de gele slag- en staartpennen goed te zien. De grijsgroene vrouwtjes vallen veel minder op. Het is wel eens lastig om een vrouwtjes groenling te onderscheiden van een vrouwtjes huismus of -vink. Hieronder zetten we het mannetje en vrouwtje van de groenling naast elkaar. Zoek de verschillen.

Afbeelding
Groenling man
Elwin van der Kolk
Afbeelding
Groenling vrouw
Elwin van der Kolk

Lok de groenling naar jouw tuin

Groenlingen kan je gemakkelijk regisseren. Plant een paar van die lage, stekelige wilde rozenstruiken voor je keukenraam of op een andere plek waar je dagelijks goed zicht op hebt. In het najaar komen de groenlingen dan zeker op bezoek om de rozenbottels met hun dikke kegelsnavels leeg te peuteren. Plant ook wat dichte coniferen voor nestgelegenheid. Als je dan in de winter ook nog iedere week een handje zonnebloempitten op de voedertafel strooit, heb je het hele jaar door groenlingen over de vloer.

Say cheese 

Vanaf begin maart tot ver in de zomer klinkt in elke woonwijk met voldoende groen – vooral coniferen – de nasale lange ‘cheese-uithaal’ van de groenling. Overigens doen de mannetjes groenlingen meer dan alleen ‘cheese’ roepen. Ze zijn heel luidruchtig en laten bijna de hele dag door van die vrolijke kanarieachtige zang horen, afgewisseld met een vrolijk wiet-o-wiet-deuntje en nog meer improvisaties. Maar wie de ‘cheese-uithaal’ in zijn hoofd prent, zal in het voorjaar opeens overal groenlingen ontdekken. 

Audio file
Beluister hier
Afbeelding
Vogels kijken met fiets
Natuurpunt

Met de fiets eropuit

Vogels kijken in de tuin is heerlijk. Maar trek er ook eens op uit in je omgeving. Op de fiets vogels kijken is heel geschikt. Verrekijker in de fietstas, proviand erbij en gaan. Fietsen gaat sneller dan wandelen waardoor je een groter gebied bestrijkt. Als je af en toe even stopt, valt er veel te zien. Waterplassen zijn altijd goede plekken om te stoppen met veel verschillende soorten vogels. Maar ook natte weides met veel bloemen, sloten, stoppelvelden en kruidenrijke akkerranden zijn vaak rijk aan vogels.

Een aanbeveling in het najaar zijn de beukenlanen. Als er een rijke beukennootjesoogst is, dan wemelt het daar van de net aangekomen vinken en kepen uit het Hoge Noorden. Die zijn vaak geen mensen gewend en je kan ze dan ook van heel dichtbij benaderen.

Ook fietsend over rivierdijken is het prima vogels kijken. Je steekt dan boven het landschap uit en hebt daardoor een goed zicht. Veel rivieren zijn verbreed voor een grotere waterberging en in die rietmoerassen en nieuwe natuurgebieden zijn heel veel vogels te bewonderen. 

Putter paspoort

  • Engelse naam: European Goldfinch
  • Wetenschappelijke naam: Carduelis carduelis
  • Familie: Vinken (Fringillidae)
  • Grootte: 10,5-13,5 cm
  • Broedperiode: april - begin augustus, 2 legsels per jaar, 4-6 eieren per nest

Tropische kleurenpracht

Een putter doet al gauw aan een ontsnapte tropische vogel denken, zo kleurrijk is hij. Een vuurrood gezicht met daarin een spitse tolvormige snavel, een helderwitte kraag afgezet met zwart en inktzwarte vleugels met een heldergele streep.

Dat geel is bovendien reflecterend fel en van veraf goed te zien. Het gaat gelukkig goed met de putter in Vlaanderen. Je vergroot de kans om deze schitterende vogel in je tuin te krijgen door kaardebollen te zaaien. Putters kunnen met hun tolvormige snavel de zaden uit de uitgebloeide koppen halen. Andere vogels kunnen dat niet.

Een putter of een sijs?

Een vogel met wie de putter in Vlaanderen soms wordt verward, is de sijs. Van veraf valt bij de sijs namelijk ook meteen de gele vleugelstreep op. Maar van dichterbij is het verschil tussen putter en sijs beter te zien. De sijs heeft een geel met zwarte kop, bij de putter is die wit, rood en zwart. Verder heeft de sijs gestreepte flanken en een opvallende gele stuit (onderkant van de rug). De putter heeft een egale borst en een witte stuit.

Afbeelding
Putter
Natuurpunt
Afbeelding
Sijs
Elwin van der Kolk

Melodieuze brabbelaar

Is het lied van de putter zang of gebrabbel? Tussen het krassen door, klinkt hij af en toe toch ook wel melodieus. Het zit er een beetje tussenin. Komt er dus melodieus gebrabbel uit een boom, ga dan meteen op zoek naar de putter. En dat is soms best lastig. Want hoewel de putter een prachtige vogel is, vallen de kleuren bij tegenlicht zo goed als weg. Al die schitterende kleuren die in de vogelboeken bijna van de pagina af lijken te spatten, zijn dan plotseling zoek. Nog eens luisteren, een beetje met het licht mee draaien en wie weet lukt het dan om de putter in de kijker te krijgen. 

Audio file
Beluister hier
Afbeelding
Vogels kijken met Gerald
NP

De zanglijster waarover we in vogelles 2 hebben verteld, is ook een trekvogel. In de winter trekt hij naar Spanje en Frankrijk. Maar toch kan je in ons land nog steeds zanglijsters tegenkomen. Dat zijn vrijwel altijd overwinteraars uit Scandinavië.

De meeste vinken blijven hier overwinteren, maar een deel trekt naar het zuiden om te overwinteren. Vanuit Noord-Europa trekken er wel miljoenen vinken door ons land, waardoor je in het najaar enorme groepen vinken kan aantreffen.

De spreeuw is een deeltijdtrekker. Een deel van de broedvogels trekt in de winter weg, maar blijft relatief dicht bij huis: Nederland, Noordwest-Frankrijk en Zuid-Engeland. Uit noordelijke en oostelijke streken van Europa trekken grote aantallen spreeuwen door Vlaanderen, waarvan een groot deel in ons land overwintert. Daarom zijn er hier in de winter nog meer spreeuwen dan tijdens het broedseizoen. Ook de spreeuw komt in les 9 aan bod.

Tuinvogelkijktips van Gerald

Met de tips van Gerald wordt vogels kijken nog leuker en gemakkelijker. Dit keer: trekvogels in onze tuin. 

Je las in deze les al dat Natuurpunt hard werkt om onze trekvogels te beschermen. Dat is niet voor niks. Want wist je dat er ook in jouw tuin vaak trekvogels zitten? Enkele van de vogels die we in deze tuinvogelcursus behandelen, zijn dan ook trekvogels. We zetten ze op een rijtje.

De roodborst die in jouw tuin zit, is in de winter meestal een andere dan in de zomer. De meeste roodborsten die bij ons broeden, trekken in de winter naar het zuiden. Hun plaats wordt ingenomen door roodborstjes uit Scandinavië die vluchten voor de noordelijke kou, die hun voedsel daar onbereikbaar maakt.

De kramsvogel en de koperwiek zijn echte wintergasten uit het hoge noorden. In het najaar zijn ze er ineens in grote groepen en kunnen ze in elke tuin opduiken. In vogelles 9 komen ze beide aan bod.

Afbeelding
Spreeuw
Elwin van der Kolk
Icon
Icoon - Vogelhut

Samenvatting les 7

  1. De vink is altijd herkenbaar aan de witte ‘schilden’ - twee brede witte strepen - op hun vleugels én aan het gekende suskewiet in hun zang. 
     

  2. De groenling valt op door zijn felgele slag- en staartpennen. Mannetjes zijn groen-geel, vrouwtjes grijsgroen. Hoor je een een nasale lange ‘cheese-uithaal’ tussen vrolijk kanarieachtig gezang, dan heb je een groenling gespot. 
     

  3. De putter heeft een vuurrood gezicht, een helderwitte kraag afgezet met zwart en inktzwarte vleugels met een heldergele streep. Zijn lied zit ergens tussen zang en gebrabbel.

Volgende keer:

In deel 8 van deze cursus vertellen Gina en Gerald alles over de ekster, de gaai en de kauw.