Slanke sleutelbloem
Jan van der Straaten-Saxifraga

D'Heide, Wetteren

Wetteren
Oppervlakte
Klein gebied - Minder dan 10 hectare
Aan de grens met Wichelen ligt het natuurgebied d'Heide. Dit waardevolle natuurgebied grenst aan de zogenaamde hoogte van Serskamp en ligt in de vallei van de Serkampse beek.

Toegankelijkheid

Je kan een wandeling aanvragen met een natuurgids.

Beschrijving van het natuurgebied

Vroeger had het natuurgebied een mozaïekstructuur, met loofbossen, weilanden, akkers en droge en vochtige heidegebieden. Het loofbos werd echter gerooid en het terrein werd gebruikt als weide. Nadien werden er populieren aangeplant, waardoor de biodiversiteit een terugslag kreeg.

Dieren en planten

Het gedeelte, grenzend aan een kleine beek, is wel nog bijzonder rijk aan verschillende soorten planten. Zo is er een sterk ontwikkelde kruid- en struiklaag, met speenkruid, maagdenpalm, slanke sleutelbloem, vogelmelk, klimop, Gelderse roos, ruwe iep, eik, meidoorn en sleedoorn.

D' Heide is vooral bekend omwille van zijn amfibieën. Honderden bruine kikkers en padden komen elk jaar, kort na de winterslaap, in het ondiepe moeras van het natuurgebied paren en hun eieren afzetten. Het paringsritueel van de kikkers trekt dan de aandacht van roofdieren, als bunzing en blauwe reiger. Kamsalamanders of kleine waterdraakjes, zoals we ze vroeger noemden, koloniseerden D'Heide meteen na het herstel van de oude vlasrooiputten. Het kleine natuurgebiedje en ook de bossen in de omgeving, met hun beekjes en grachten zijn van ontzettend groot belang voor deze amfibieën, zeker omdat in de nabijheid ook nog de vuursalamander foerageert.

Tureluur, witgatje, winter- en zomertaling en krakeend foerageren langs de oevers van de vijvers. Wilde eend en meerkoet broeden er. In de vochtige sliblaag tussen de tot de kleilaag uitgediepte vijvers ontwikkelde zich een dominante vegetatie van gewone waterranonkel. Ook in de vlasrooiputten en verbindingssloten domineert waterranonkel, naast gewoon sterrenkroos en een begroeiing met waterviolier. Op het meer westelijk deel ontwikkelde zich een flora van blaartrekkende boterbloem en houdt ook de bochtige smele goed stand.

Deze vegetatie is interessant voor ongewervelden, zoals libellen en waterjuffers. De meeste onder hen, zoals de grote keizerlibel, de gewone oeverlibel en de blauwe glazenmaker komen in vrij voedselrijk water voor. Maar ook enkele minder gewone soorten komen er voor: de zeldzame vuurlibel, de steenrode heidelibel en de zwervende pantserjuffer. Dat is een meer zuidelijke soort die eerder zeldzaam bij vennen en duinplassen wordt aangetroffen.

Lees meer

Op stap met een gids

Boek een afspraak bij Rudi Clinckspoor clinckspoor@scarlet.be

Iets te melden?

Zijn er wandelbordjes verdwenen? Heb je iets te melden over een natuurgebied? Bezorg ons je feedback.