Tienbunders

Zoutleeuw
Oppervlakte
Klein gebied - Minder dan 10 hectare

Het glooiende reliëf, dreven met monumentale bomen en oude poelen maken van Tienbunders
een uniek bos. Als je er rustig komt wandelen, kom je zeker reeën tegen. ’s Winters vliegt
een houtsnip vlak voor je voeten op. In de zomer broeden hier naast buizerd ook havik,
wespendief en glanskop, en je kan er wel vijf soorten spechten zien. De rode bosmieren profiteren van de open plekken in het bos en niet toevallig was dit bos ook een van de laatste Vlaamse broedplaatsen van de draaihals, een spechtensoort die van mieren houdt. Wie weet kan een herstel van open plekken ook die soort hier teruglokken.

Een groot deel van Tienbunders was vroeger geen bos, maar woeste heide, soortenrijke
graslanden en schrale akkers. Daarom verschilt het bos sterk van oude bossen in de regio en
dat kan je zien in de plantengroei. In plaats van een rijk palet voorjaarsbloeiers, bloeien de
meest speciale planten hier in het najaar. Je vindt er soorten als blauwe bosbes, blauwe knoop en
gaspeldoorn. Die soorten houden van arme bodems, en hebben het sinds de komst van de tractor
en kunstmest erg moeilijk in Vlaanderen. Met het beheer herstellen we de
heide, maar behouden we de typische boskenmerken. Geniet van dit stukje
natuur.

Het gebied is vrij toegankelijk voor wandelaars op de paden, van zonsopgang tot zonsondergang.
Honden blijven aan de leiband.

Iets te melden?

Zijn er wandelbordjes verdwenen? Heb je iets te melden over een natuurgebied? Bezorg ons je feedback.