Bankbeek

De natte bodem zorgt dat hier typische planten, zoals de pinksterbloem, voorkomen. De plant komt voor in graslanden, bossen en in moeras. In een omgeving die heel nat is, heeft ze zich op een bijzondere manier aan dit milieu aangepast. De deelblaadjes zijn dan kortgesteeld en beginnen al, terwijl ze nog aan de plant zitten, worteltjes te vormen. Wanneer ze van de plant afvallen, kunnen ze uitgroeien tot nieuwe planten. Het zaad komt in een dergelijk permanent nat milieu slecht tot ontkieming en op deze wijze kan de soort zich toch nog voortplanten.

De houtkanten en de knotbomen zijn niet alleen mooi, maar zijn ook de ideale leefomgeving voor veel verschillende dieren. De knotwilgen zijn echte natuurmonumenten, de oudste zijn minstens 100 jaar oud. De knotwilgen worden van binnen geleidelijk hol; een prima nestplaats voor onder meer de steenuil. De knotbomen worden om de 5 jaar van hun takken ontdaan, zo niet gaan de bomen door het gewicht van de kruin scheuren. Met de takken worden houtmijten gemaakt, die dienst doen als overwinteringsplaats voor verschillende zoogdieren en amfibieën.

De steenuil is de kleinste uil van Vlaanderen. Hij valt op door zijn gedrongen gestalte, felle ogen en witte wenkbrauwstrepen. De steenuil bouwt zijn nest het liefst in holten van knotwilgen, fruitbomen en oude schuurtjes. Als de boom niet regelmatig gesnoeid wordt, breken de takken af en beginnen ze te rotten. Je treft de steenuil ook overdag vaak aan terwijl hij van het zonnetje geniet op paaltjes of knotwilgen.