38. Ooievaar (Animalinas)

Locatie: Baarbeekstraat (Muizen, Mechelen) | Baarbeekhoeve (Muizen, Mechelen)
Kunstenaar: Dzia
Financierder: Stad Mechelen

Een grote witte vogel, met zwarte randen aan de vleugels. 
Een scherpe lange snavel en een hele lange nek. 
Hij staat soms te rusten, gezellig op één poot, en die poten, die zijn rood!

De ooievaar heeft een gigantisch nest, vaak heel hoog op een paal.
Zo groot als een oud karrewiel, dat ken je wel uit een verhaal. 
In de winter vliegt hij zuidwaarts en in de lente terug naar hier.

Dan herstelt hij liefst zijn oude nest, dat geeft hem meer plezier. 
Hij kleppert daar zo, op zijn nest, liefst luider dan de rest.
Fluiten is voor hem heel moeilijk, dus klepperen gaat best!

Kleine vogeltjes zijn erg blij dat de ooievaar groot woont,
Co-housing tussen groot en klein wordt hier namelijk beloond. 
Is dat de ooievaar die wij zien vliegen, brengt hij baby’s naar de mensen? 
Of is dat meer een oud geloof van lang vervlogen wensen?

Vandaag eet hij graag mol en worm, een kikker is nog beter. 
Sprinkhanen zijn een supersnack, een sprinkhanenplaag dan liefst. 
Die kan hij zo verjagen: ’t is zo dat hij zijn jachtgebied kiest. 

Migratie en migreren, het weer kan hem wel degelijk deren. 
's Winters trekt hij zuidwaarts, zo dicht mogelijk bij de zon. 
En piepen krokussen terug door het gras dan zegt de ooievaar “Kom!’. 
Ik leg ineens een ei of 4, dan zit ik lekker recht. En daarna voed ik ’t klein grut op, 2 maanden en het is beslecht.” 

Wordt de ooievaar bedreigd? Gelukkig nu niet langer; 
220 paartjes leven hier bij ons. 
Reken telkens op 4 kuikens, dat is dan heel wat dons!
De ooievaar kan hulp gebruiken, zijn uitdaging is groot. 
Een ooievaarspaal installeren en hij nestelt zich al zeker niet meer in de goot.