Uit historische waarnemingen leren we dat de grote behangersbij vroeger verspreid voorkwam in Wallonië. De soort werd ook enkele keren gemeld in Vlaanderen en Brussel, maar was historisch afwezig in West- en Oost-Vlaanderen. Na 1978 werd ze vrijwel niet meer gevonden, al moet gezegd worden dat er toen niet zoveel mensen naar bijen keken. Vanaf 2018 kwam daar stilaan terug verandering in en werd ze opnieuw jaarlijks op 1 of enkele plaatsen waargenomen. In 2025 gingen plots alle remmen los. Zo werd ze nu al in 12 verschillende gemeentes in België gemeld. Absoluut een gouden jaar voor de soort dus!
Het zwaartepunt van de recente verspreiding bevindt zich duidelijk rond Kortrijk en Doornik. Het is mogelijk dat de soort zich hier vanuit enkele kerngebieden zoals de West-Vlaamse provinciale domeinen de Gavers en Bergelen heeft weten te verspreiden. Opvallend is dat een deel van de waarnemingen gebeurde naar aanleiding van gerichte inventarisaties, terwijl andere waarnemingen eerder toevallig gebeurden. De kans bestaat dus dat de soort op meer plaatsen aanwezig is, maar toch nog niet overal wordt opgemerkt.
De spreiding wijst op een versnipperd voorkomen van een schaarse soort die snel gebieden kan koloniseren waar de juiste planten voorkomen en er niet vroegtijdig gemaaid wordt. Zo werd ze dit jaar waargenomen in een kleine bloemrijke ruigte op de recent aangelegde campus van de gemeente Wevelgem.
Distels zijn goud waard voor de bijen
In België ziet men de grote behangersbij vooral op bloemen uit de composietenfamilie (Asteraceae), zoals knoopkruid, speerdistel, grote centaurie en kale jonker. Dat de soort het goed doet, is een positief signaal en een opsteker voor beheerders van natuurgebieden, provinciale domeinen en andere plaatsen waar ze voorkomt. Haar aanwezigheid toont aan dat het extensieve maaibeheer, waarbij de hele zomer een voldoende groot voedselaanbod aanwezig is, zijn vruchten afwerpt. De grote behangersbij is trouwens niet de enige die daarvan profiteert. Ook heel wat wilde bijen, vlinders en andere bestuivers halen nectar en stuifmeel uit planten zoals distels en knoopkruid. Zo wordt de achteruitgang van onze hommels voor een deel gelinkt aan het verdwijnen van distels uit ons landschap. Toch worden net deze bloemen nog vaak als "onkruid" gezien. Ze worden verwijderd of verdwijnen door graslanden integraal te maaien.
Grote behangersbij of grote bladsnijder?
De forse mannetjes zijn gemakkelijk te onderscheiden van andere soorten behangersbijen. Ze hebben sterk verbrede witte voortarsen en lijken daarmee op de grote bladsnijder. De witte haarfranjes op de voorpoten zijn echter zwart aan het uiteinde. Verder zijn de ogen zwart in plaats van groen en zijn de achterpoten opvallend ‘gespierd’. De vrouwtjes zijn moeilijker te onderscheiden van de grote bladsnijder, maar vooral de sterk gelijkende naam kan voor verwarring zorgen. De grote bladsnijder is een erg algemene tuinsoort die in de zomermaanden vaak aangetroffen wordt op klokjes (Campanula) of vlinderbloemigen (Fabaceae), terwijl de grote behangersbij aangetrokken wordt door de (paarse) bloemen uit de composietenfamilie.
Leer wilde bijen herkennen! Bekijk onze gratis opleidingen.
Tekst: Yves Gevaert (Aculea West-Vlaanderen) & Win Vertommen (Natuurpunt Studie)
Doe mee met de Insectenzomer
Grote behangersbij of grote bladsnijder gezien? Neem deze zomer deel aan de Insectenzomer van Natuurpunt en ontdek de rijkdom van de natuur dichtbij huis. Via de gratis app ObsIdentify herken en registreer je eenvoudig insecten – in je tuin, maar ook daarbuiten. Met jouw waarnemingen lever je een waardevolle bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek. Onderzoekers gebruiken de verzamelde gegevens om trends in insectenpopulaties te volgen en te beoordelen hoe effectief natuurherstelmaatregelen zijn.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief