Afbeelding
veen
.

Agentschap Landbouw verzuimt om koolstof-hotspots in landbouwgebied te beschermen

9 okt 2024
Categorieën
Natuurbeleid
Organisatie

Veengebieden beschermen ons tegen wateroverlast en zijn een krachtig wapen in de strijd tegen de klimaatverandering. In de Natuurherstelwet is hun bescherming expliciet opgenomen, en in het recente regeerakkoord werd dit engagement nogmaals bevestigd.  Toch kiest het Agentschap Landbouw en Zeevisserij ervoor om de bescherming van deze waardevolle zones in landbouwgebied verder op de lange baan te schuiven. Alweer een staaltje zacht heelmeesterschap, waar op termijn niemand bij gebaat is.

Veen cruciaal in klimaatbeleid

In het Vlaamse klimaatadaptatieplan, het landbouwbeleid (GLB), en ook in het recente regeerakkoord is expliciet aandacht besteed aan de bescherming en het herstel van veengebieden. Voor veengronden en wetlands in landbouwgebieden zou er vanaf januari 2024 een extra beschermingskader in werking treden.

Daar is een erg goede reden voor. Veengebieden beschikken over de bijzondere eigenschap om grote hoeveelheden CO2 vast te houden in de bodem, van essentieel belang in de strijd tegen de klimaatverandering. Slechts 3 tot 5% van de totale landoppervlakte op het noordelijk halfrond bestaat uit veen, maar die veengebieden houden niet minder dan 33% van alle koolstof in de bodem vast. Veengebieden staan echter wereldwijd onder druk en dreigen te verdwijnen, vooral wegens drainage in functie van landbouw, veenontginning of waterverontreiniging. Bij verlaging van de grondwaterstand, afgraven van het veen of een verhoogde aanvoer van voedingsstoffen, kan het verlies van veen versnellen. Zo komt koolstof dat al duizenden jaren vast lag in het veen, weer vrij als CO2.

Waarschijnlijkheidskaarten als basis voor beleid

Na meer dan 2 jaar lang en zorgvuldig onderzoek door de KU Leuven,  werden de veenwaarschijnlijkheidskaarten in juni 2024 officieel erkend door de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW). Maar nu haalt Agentschap Landbouw en Zeevisserij  een klassieke truc boven om een jaar vertraging nog verder te rekken:  een studie van de studie bestellen. Vooraleer de bescherming in werking kan treden, dient er voor elk terrein een veldverificatie te gebeuren. Het Agentschap vraagt hiervoor aan de Europese Commissie nóg een jaar uitstel om het beschermingskader voor veengebieden in werking te doen treden. Nochtans zou de logica volgens het voorzorgsprincipe natuurlijk omgekeerd moeten zijn: vooraleer activiteiten mogelijk zijn, dient op het terrein de aanwezigheid en kwaliteit van veen gecheckt te worden.

De grote verdienste van de veenwaarschijnlijkheidskaarten is het feit dat er voor het eerst gebiedsdekkende informatie beschikbaar is over het voorkomen van veenbodems op verschillende dieptes in de bodem en de ondergrond. Het zijn waarschijnlijkheidskaarten en geen kaarten van het effectieve voorkomen, maar dit neemt niet weg dat ze gebruikt kunnen worden in beleidsontwikkeling m.b.t. veenbodems en als onderbouwing van veenherstelprojecten. Het beleid maakt immers volop gebruik van waarschijnlijkheidskaarten. De Belgische bodemkaart bijvoorbeeld is gebaseerd op een interpolatie tussen losse meetpunten. En er wordt ook heel wat beleid ontwikkeld op basis van gemodelleerde overstromingsrisico’s.

Geen natuurherstel zonder bescherming

Ondertussen is ook de Natuurherstelwet, bindend en onmiddellijk van toepassing, van kracht. Omwille van de grote biodiversiteitswaarde en de cruciale klimaatregulerende rol van veengebieden, moet Vlaanderen onder landbouwgebruik ontwaterde veengebieden herstellen. Concreet moet tegen 2030 al in 30% van deze gebieden herstelmaatregelen worden toegepast. Minstens een kwart daarvan moet op dat moment effectief vernat zijn, zodat tegen 2050 de helft van deze gebieden onder herstelbeheer is.

De veenwaarschijnlijkheidskaarten geven betrouwbare indicaties van waar nog veen voorkomt in Vlaanderen. In het kader van het voorzorgsbeginsel moet het verder verdwijnen en degraderen van veengebieden maximaal vermeden worden. En dat kan nu dus aan de hand van deze kaarten. Nóg langer wachten met het beschermen van deze gebieden is totaal onverantwoord.

Verdere ontwrichting van de Vlaamse veengebieden schaadt onze waterhuishouding, waterkwaliteit en biodiversiteit, en vergroot de broeikasgasuitstoot, zoals een recent INBO-advies glashelder stelt. Zo ondermijnen we beleidsdoelstellingen, als de Kaderrichtlijn Water en Habitatrichtlijn, en wordt de doelafstand, en de noodzakelijke inspanningen, enkel groter voor landbouwers. De Europese Commissie kan de voorgestelde wijziging nog weigeren, wat in lijn zou zijn met haar omgevingsdoelstellingen.

Gaat Vlaanderen dezelfde fout maken als destijds met de mestactieplannen, de stikstofproblematiek en het waterbeleid? 25 jaar aanmodderen om uiteindelijk door een Vlaamse rechter veroordeeld te worden en een Europese doorverwijzing te krijgen naar het Hof van Justitie, waardoor harde beleidsmaatregelen onvermijdelijk worden en  sancties  vallen? Of gaat deze Vlaamse Regering de landbouwsector correct informeren, tijdig begeleiden en zorgen dat we deze keer de doelstellingen wel op tijd realiseren, in het algemeen belang?

Meer info: [email protected]