Afbeelding
Klaprozen
Annelies Jacobs

Akkerflora: hoe herstellen we ons kleurrijkste cultuurlandschap?

31 aug 2023
Categorieën
Natuurbericht

Veel van onze akkers waren vroeger rood gekleurd met grote aantallen klaprozen, blauw van korenbloemen, vrolijk wit met kamilles en geel van ganzenbloemen. Het idyllisch akkerlandschap heeft doorheen de geschiedenis kunstenaars geïnspireerd en behoort tot onze belangrijkste oude cultuurlandschappen met een rijke biodiversiteit. Helaas is het vandaag met de akkerflora niet goed gesteld: ze is dramatisch achteruitgegaan. Ze hoort nochtans bij de basis van een gezond landbouwecosysteem en verdient bijzondere aandacht voor herstel. Alleen moeten daarvoor de juiste handvaten worden aangereikt.

Pioniersomstandigheden

Akkerflora is een benaming voor wilde planten die spontaan voorkomen op akkers. Het zijn meestal kortlevende pioniersoorten van milieus met een zekere dynamiek. De mens schept op akkers voorwaarden voor een optimale groei van cultuurgewassen, waar onbedoeld ook bepaalde wilde planten van profiteren. Naargelang het bodemtype (zand, leem, kalkrijk, …), het gewastype (hakvruchten, granen, …) en het tijdstip van grondbewerking (zomer- of wintergraan) komen specifieke soortengemeenschappen voor. Zo vind je in ons land iets meer dan 110 plantensoorten die typisch zijn voor akkers: van witte krodde tot korensla. De meeste wilde planten op akkers zijn weinig concurrentiekrachtig en nemen nauwelijks ruimte in beslag. Ze treden niet in competitie met cultuurgewassen. Slechts een klein aantal soorten kan zodanig uitbundig voorkomen dat ze zorgen voor een verlies in de opbrengst. Ze worden daarom actief bestreden.

Sterk bedreigd

Tot de jaren 1950 waren de meeste akkers kleurig en bloemrijk. De landbouw was kleinschalig met weinig of geen kunstmest, geen pesticiden, veel handenarbeid, ondiepe grondbewerking, een beperkt machinepark, … Daarna kwam een verschuiving van graan (bv. rogge) naar andere teelten (bv. maïs), een afname van de diversiteit aan gewassen, een sterke toename van onkruidbestrijding, zaaigraan dat grondig werd geschoond en met pesticiden behandeld, kleine percelen werden grootschalig, er was zeer diepe grondbewerking, gebruik van kunstmest, dichte zaaiing, een korte stoppelfase, … Onder deze intensivering zijn vooral sinds 1950 tal van typische akkerkruiden sterk achteruitgegaan of volledig verdwenen, niet alleen in België maar in heel West-Europa. Volledige akkerfloragemeenschappen met duizenden exemplaren grote klaproos, korenbloem, bolderik, gele ganzenbloem, valse kamille, … zijn in Vlaanderen niet meer te vinden. Meestal vind je op onze huidige akkers nog geen handvol wilde plantensoorten, waar ooit tientallen samen een hele levensgemeenschap vormden. Vooral wilde planten van wintergraanakkers zijn bijzonder sterk achteruitgegaan. Zo behoort de akkerflora vandaag tot de meest bedreigde plantengroep van Vlaanderen en staan tal van soorten aan de rand van uitsterven.

Basis voor biodiversiteit

Gebieden met een volledige en diverse akkerflora bevatten een rijke biodiversiteit. Doorheen de eeuwen is niet alleen de akkerflora geëvolueerd tot een complexe levensgemeenschap, ook tal van andere organismen maken er deel van uit: loopkevers, wilde bijen, zweefvliegen, vlinders, sprinkhanen en krekels, vogels, kleine zoogdieren, mossen, schimmels, springstaarten, … In een landschap met kleinschalige percelen, een diversiteit aan gewaskeuzes en teeltregimes ontwikkelde zich een rijkdom aan akkerflora. Samen met kleine landschapselementen, zoals zandige paadjes en overhoekjes en kantjes, zorgde dit voor een weelderige biodiversiteit. Zo ging het inmiddels in Vlaanderen verdwenen korhoen van de heide eten zoeken op de akkers, of vliegt de nachtzwaluw tientallen kilometers ver om boven de akkers nachtvlinders te vangen. Langs de randen van kruidenrijke akkers hoorde je zomertortel en ortolaan zingen. De akkerflora staat niet op zich, maar vormt de basis voor een systeem aan levensgemeenschappen.

Afbeelding
Kleurrijke akkers - Annelies Jacobs

Herstel van akkerflora

Zoals een thermometer de temperatuur meet, geven planten een indicatie van hun omgeving: de bodemsamenstelling, de vochthuishouding, het gevoerde beheer, de historiek van een locatie, … Een gezond landbouwsysteem begint bij een gezonde bodem en een vegetatie die de basis vormt voor andere levensgemeenschappen. Daarom is het belangrijk om akkerflora te herstellen en landbouwers hiervoor de nodige handvaten en ondersteuning aan te reiken. De volgende actiepunten kunnen daarbij een basis voor het beleid vormen:

- Identificeer op welke plaatsen in Vlaanderen de laatste restjes waardevolle akkerflora voorkomen, en zorg actief voor gepaste beheerovereenkomsten of ecoregelingen die deze gemeenschappen kunnen beschermen en herstellen. De laatste jaren hebben een aantal gemotiveerde kenners akkerflora in Vlaanderen in kaart gebracht en ingevoerd in de databank www.waarnemingen.be. Ook binnen het contactennetwerk van de Akkerflorawerkgroep zijn medewerkers actief met een uitstekende kennis over het voorkomen van akkerflora, die graag willen samenwerken en expertise delen om deze beter te beschermen. In Wallonië bestaat hier reeds een goedvoorbeeld van. Daar zorgt Natagriwal voor het opzoeken van gegevens over het voorkomen van akkerflora, vaak afkomstig van deze akkerflorakenners, en gaat in overleg met landbouwers om gerichte beheerovereenkomsten af te sluiten.

- Momenteel worden in landbouwgebied (o.a. onder beheerovereenkomsten en ecoregelingen) commerciële bloemenmengsels ingezaaid, zoals in randen langs akkers. Vaak gaat het om gecultiveerde planten waarvan de introductie niets bijdraagt tot het behoud van autochtoon genetisch materiaal van akkerflora. Integendeel! Ook worden uitheemse soorten of variëteiten gebruikt, die verwilderen in de natuur. Onder meer via het IZABEL-project (Inzamelen zaden van de Belgische flora) in samenwerking met de Plantentuin Meise werd de laatste jaren bijzondere aandacht geschonken aan het inzamelen van zaden van wilde akkerflora in onze streken. Dit materiaal kan na vermeerdering en onder gereglementeerde voorwaarden de basis vormen voor zadenmengsels met autochtone akkerflora, aangepast aan het bodemtype, teeltregime, met respect voor het historisch voorkomen van soorten, … Er kan worden gewerkt met verschillende regionale genetische lijnen, om een ‘eenheidsworst’ te vermijden waarbij telkens kopieën van dezelfde vegetatie ontstaan. Onder meer in Ezemaal bij Landen, de Teut in Zonhoven en Bos t’ Ename in Oudenaarde lopen al enkele jaren herstelprojecten rond autochtone akkerflora.

- Het is van groot belang om de juiste keuzes te maken bij het nemen van maatregelen voor akkerflora: zoals wanneer de juiste bodembewerking uitvoeren, waar wel inzaaien of net niet inzaaien en werken met de bestaande bodemzaadbank. Bovendien is het kwestie van de juiste plant op de juiste plaats: op akkers komen pioniersoorten voor, géén hooilandsoorten die thuishoren in de aanliggende bloemrijke graslanden en bermen. Deze hebben een heel ander type beheer nodig dan de regelmatige bodemverstoring voor pioniersoorten.

- In Nederland bestaan goede voorbeelden van akkers met beheerovereenkomsten voor akkerflora, waar wordt gewerkt met autochtoon Nederlands zaaigoed. Deze akkers worden bovendien ingezaaid met een graangewas, waardoor er een deel productie mogelijk is én de akkers tegelijk worden gekleurd door akkerflora. De deelnemende landbouwers zijn hier enthousiast over: de akkers passen binnen de bedrijfsvoering, het landschap oogt mooi, gezond en grijpt terug naar de essentie van het akkerbeheer. Het blijkt zelfs mogelijk om zeer zeldzame soorten zoals akkerboterbloem, naaldenkervel en spiegelklokjes te combineren met een deel graanopbrengst. Het Akkerboek van Verbeek et al. (2021) biedt een praktische handleiding voor het akkerflorabeheer en biedt haalbare handvaten aan. Zoals het boek aangeeft, bestaan er verschillende akkertypes met akkerflora in combinatie met een gewasopbrengst: van de meest productieve akkers en laagste akkerfloradiversiteit, tot de minst productieve akkers met de hoogste soortendiversiteit. Er zou onder de beheerovereenkomsten en ecoregelingen kunnen worden gedifferentieerd naar verschillende akkertypes naargelang het streefdoel, met daaraan gekoppeld specifieke beheermaatregelen en een bijhorende vergoeding.

- Herstel van akkerflora als basis voor een gezond systeem gaat hand in hand met het herstel van het landschap. Bestuivers zoals wilde bijen en hommels hebben baat bij het aanbod van nectar en stuifmeel, maar hebben ook nood aan nestplaatsen. Zorg daarom voor akkers op de juiste plaats, zoals op zonnige, warme plaatsen in de buurt van nestgelegenheid met open plekken in zandpaadjes, taluds, steilkanten, … Een ondiepe (niet-kerende) grondbewerking op akkers zorgt niet alleen voor het behoud van een bodemzaadbank aan akkerflora, maar ook dat de eieren van insecten zoals loopkevers en sprinkhanen niet verloren gaan. Naast de pioniersoorten op akkers, is de combinatie met planten van soortenrijke graslanden in de buurt van belang: zet in op het herstel van bloemrijke hooilanden en bermen dankzij gepaste beheermaatregelen. Wanneer de akker wordt geoogst, vinden insecten nog voedsel in de aanliggende grazige vegetaties, en omgekeerd: wanneer de graslanden worden gemaaid, is er nectar- en stuifmeelaanbod op de akkers.

- Tal van plantensoorten profiteren van een lange stoppelfase na de graanoogst om te kunnen groeien en zaad zetten. In het verleden waren er verschillende teelten onder kleinschalige landbouw, waardoor telkens percelen in stoppel bleven staan in het najaar en de winter. Niet alleen vind je in de stoppel bijzonder bedreigde soorten zoals eironde leeuwenbek, spiesleeuwenbek of kleine wolfsmelk, ook bieden de talrijke kruiden op de stoppel voedsel voor tal van vogels in het najaar en de winter. Het creëren van een lange stoppelfase na de oogst, die zelfs de hele winter door kan blijven liggen, biedt daarom niet alleen meerwaarde voor akkerflora, maar ook voor andere organismen die daar mee samenhangen.

Zo nemen we hopelijk een start in het herstel en de bescherming van de akkerflora in ons meest kleurrijke cultuurlandschap.

Tekst: Annelies Jacobs (Natuurpunt Studie en Akkerflorawerkgroep) met dank aan onder meer Jules Robijns, Roosmarijn Steeman, Pieter Blondé en anderen.

Natuurpunt en Algemeen Boerensyndicaat (ABS) hebben de voorbije twee jaren samengewerkt om landbouw en natuur dichter bij mekaar te brengen, weg van de polarisatie, in het project Boer zoekt natuur, natuur zoekt boer. In dat kader is er veel kennis en ideeën uitgewisseld en acties uitgevoerd. Met deze reeks natuurberichten willen we een aantal goede voorbeelden van samenwerking en acties ruimer onder de aandacht brengen om de bredere toepassing te stimuleren. Deze samenwerking wordt ondersteund door de Vlaamse Landmaatschappij.

 

 

Afbeelding