Afbeelding
Annelies Jacobs

Amfibieënschimmels ook in gevangenschap

18 okt 2018
Categorieën
Natuurbericht

Habitatverlies en –vernietiging, vervuiling, invasieve soorten en klimaatsverandering worden al decennia lang aanschouwd als de grote boosdoeners die amfibieën wereldwijd de das om doen. Sinds enkele jaren wordt ook de infectieziekte chytridiomycosis bij de grote spelers gerekend. Uit recent onderzoek blijkt dat privécollecties een constant gevaar vormen voor de verspreiding van deze ziekte.

Doordat ze al sinds het Trias aanwezig zijn op onze aardbol en verschillende van de massa-extincties overleefden, worden amfibieën tot één van de meest succesvolle klassen in het dierenrijk bevonden. Desalniettemin staan ze vandaag de dag in het lijstje van de meest met uitsterven bedreigde groepen. Uit een studie van 2017 blijkt dat van de 6.609 amfibieënsoorten die bekeken werden, meer dan 40% een negatieve trend vertoonden en dat 35 van de soorten reeds uitgestorven zijn. IUCN (2017) classificeerde in 2017 32,4% van alle amfibieënsoorten wereldwijd onder ‘met uitsterven bedreigd’. Hoewel habitatverlies en –vernietiging, vervuiling, invasieve soorten en klimaatsverandering hier de grote boosdoeners zijn, wordt de infectieziekte chytridiomycosis nu ook bij de grote spelers gerekend.

Chytridiomycose is een ziekte veroorzaakt door de schimmels Batrachochytrium dendrobatidis (Bd – infecteert alle amfibieën) en/of B. salamandrivorans (Bsal – veroorzaakt enkel ziekte bij salamanders). Symptomen van een Bd infectie zijn overmatig vervellen en soms het rood worden of verkleuren van de huid, wat leidt tot storingen in de ademhaling en osmoregulatie.  Bsal veroorzaakt huidzweren die vervolgens worden gekoloniseerd door andere micro-organismen. Bd heeft in Spanje en de Pyreneeën een fikse daling in populatiegroottes veroorzaakt bij vroedmeesterpadden (Alytes obstetricans), maar het is vooral Bsal dat voor het uitsterven van vooral salamanderpopulaties zorgt. Hierdoor is het indijken van Bsal één van de meest noodzakelijke maatregelen in de bescherming van de wereldwijde salamander diversiteit.

De meest waarschijnlijke oorzaak van het verschijnen van Bsal in onze streken is via de import van levende salamanders uit Azië om hier te dienen als huisdier. Van daaruit vindt de schimmel zijn weg naar de vrije natuur, bijvoorbeeld door het al dan niet opzettelijk uitzetten van besmette salamanders of door het dumpen van besmette terrarium- of aquarium inhoud in de natuur. Met alle gevolgen van dien.

Recent publiceerden wetenschappers in ‘Scientific Reports’ dat ze beide bovengenoemde schimmels in amfibieënpopulaties in gevangenschap in België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland en Zweden hebben vastgesteld. Voor Bd is al enige tijd bekend dat deze wijdverspreid is in zowel wilde als gevangen populaties. En ook voor Bsal krijgen we stilaan een beeld van de verspreiding in het wild. Uit één studie blijkt dat in tien van de twintig onderzochte collecties Bsal werd gevonden en in de tweede studie werd Bsal gedetecteerd in zeven van de elf collecties die een link hadden met elkaar. Dit geeft duidelijk aan dat de aanwezigheid van deze schimmel in gevangenschap wijd verspreid is en het verkeer van dieren tussen collecties bijdraagt tot de verspreiding van de schimmel in Europa.

Maar misschien wel nog verontrustender is het feit dat niet alle besmette salamanders ziektetekens vertonen. Het regelmatig visueel controleren van de huid van de salamanders door de collectiehouders kan dus niet bijdragen aan het sneller opmerken van de schimmel. Enkel DNA analyse van de huid kan hier toe bijdragen. Om de verder verspreiding van de schimmels in Europa tegen te gaan, heeft de Europese Unie beslist de niet-gereguleerde import van exotische amfibieën aan banden te leggen zoals al het geval was in onder meer Noord-Amerika, Hongarije en Zwitserland.

Verspreiding in België

De vondsten van Bsal in België zijn voornamelijk afkomstig uit Vuursalamander populatie in Wallonië. In 2013 werd Bsal voor het eerst ontdekt in België bij Vuursalamanders in Eupen. Vervolgens werd er ieder jaar een nieuwe vondst gedaan van besmette Vuursalamanders, achtereenvolgens in Robertville (2014), Luik (2015) en Dinant (2016). De infectie veroorzaakte in elk van de gevallen massale sterfte van Vuursalamanders. In Vlaanderen werd een verdenking van Bsal voor het eerst vastgesteld in mei 2015 bij twee Alpenwatersalamanders in Duffel (Antwerpen). In gevangenschap werd Bsal vastgesteld in 2017 tijdens een ziekte-uitbraak in het Brussels gewest.

Wat kan je doen?

Om de aanwezigheid van deze ziekteverwekkers na te gaan en op te volgen vragen we om elke ongewone amfibiesterfte, dus niet bij predatie of verkeersslachtoffers, te melden en de dode dieren in te zamelen. Meldingen kan je doen bij de UGent: [email protected]. Probeer ook foto’s te maken en deze als bijlage bij de melding te stoppen. Dieren die nog relatief vers en intact zijn, kunnen ingezameld worden voor epidemiologische analyse. Verpak in dat geval het dier in een dubbele plastic zak en breng het liefst zo snel mogelijk naar een particuliere dierenarts naar keuze. De dierenarts zal het kadaver tijdelijk stockeren en vervolgens meegeven aan de koerierdienst van Diergezondheidszorg Vlaanderen voor analyse. Tijdelijke stockage van het kadaver dient te gebeuren in een diepvries. Voor elk kadaver moet je een fiche invullen die je samen met het kadaver afgeeft aan de dierenarts.  De tijdelijke stockage van het kadaver bij een dierenarts, transportkosten van de koerierdienst van DGZ en analysekosten van de UGent worden gedragen door het ANB.

Daarnaast is het belangrijk dat iedereen die aan monitoring van amfibieën doet of frequent verschillende amfibieënpopulaties bezoekt, het hygiëneprotocol ter harte neemt zodat onbewuste verspreiding van de schimmels geminimaliseerd wordt.

Mensen die salamanders in gevangenschap houden worden sterk aangeraden hun dieren te laten controleren op aanwezigheid van Bsal. Neem hiervoor contact op met uw dierenarts. Afwezigheid van deze ziekteverwekker in collecties lijkt momenteel immers absoluut noodzakelijk om de verspreiding van de schimmel tegen te houden.

Tekst: Sam Van de Poel (Natuurpunt Studie), Prof. dr. An Martel (UGent) & Prof. dr. Frank Pasmans (UGent)

Foto: Annelies Jacobs