Appelvinken, Zwarte mezen, Grote kruisbekken en Grote barmsijzen: het zijn noordelijke vogels die zich dit jaar ook in groten getale in onze contreien laten zien. Oorzaak is een prangend tekort aan zaden.
Voor de Appelvink gaat het om de grootste invasie die we ooit vastgesteld hebben. Gegevens van trektellen.org wijzen op een vervijfvoudiging van het aantal meldingen ten opzichte van een gemiddeld najaar. Eerdere invasiejaren (2001, 2005, 2008, 2012) leverden nauwelijks de helft van de aantallen van dit jaar op. Op de telpost Zandpanne in De Haan werden op 27 oktober maar liefst 143 exemplaren waargenomen, een record voor deze telpost.
Wellicht komen die Appelvinken uit Centraal-Europa en is hun massale aanwezigheid bij ons het gevolg van een goed broedseizoen, gevolgd door voedselschaarste. Appelvinken leven in de winter voornamelijk van boomzaden van onder andere Spaanse aak, Haagbeuk en diverse soorten kersen. Met hun imposante snavel en kaken zijn ze zelfs in staat om kersenpitten te kraken.
Ook bij de andere noordelijke gasten lijkt een risico op gebrek aan voedsel de grote drijvende factor. Grote kruisbekken en Zwarte mezen moeten het hebben van de zaden van Fijnspar en Grove den, Grote barmsijzen hebben dan weer een voorkeur voor berkenzaden én dennenzaden.
De Grote kruisbek broedt in Scandinavië tot in Zuid-Zweden, relatief dicht bij België en Nederland. Toch is de soort in onze regio zeer zeldzaam, vergeleken met de gewone Kruisbek, die een maatje kleiner is. Soms treden echter invasies op, zo trokken ze ook in het najaar van 2013 massaal onze richting uit. Tot in maart 2014 werden er toen Grote kruisbekken gemeld, met hier en daar zelfs zingende exemplaren. Dergelijke invasies kunnen soms leiden tot broedgevallen, zo werd in het voorjaar van 2014 in Nederland met zekerheid gebroed. In Vlaanderen bracht in 1995 een koppel op de Kalmthoutse Heide 4 jongen groot.
Verwacht wordt dat komende weken ook Grote barmsijzen onze regio zullen aandoen. De afgelopen weken waren er grote aantallen op doortocht in Litouwen, Wit-Rusland en op de telpost in het Zweedse Falsterbo. Vorige week werden in Noord-Nederland de eerste groepjes gespot, en de afgelopen dagen druppelden ook bij ons de eerste groepjes binnen. Toch zal het nog van de weers- en windomstandigheden afhangen of er ook bij ons grote aantallen Grote barmsijzen te zien zullen zijn.
Ook de Zwarte mees, een broertje van onze Pimpel- en Koolmees wordt dit najaar opvallend meer gezien. In tegenstelling tot de andere beschreven soorten bezoeken Zwarte mezen ook graag voederplaatsen in tuinen, waar ze dan vooral te vinden zijn op pindanoten en zonnebloempitten.
Tekst: Simon Feys, Natuurpunt Studie
Foto: Luc Meert
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief