Afbeelding
Uilenkast
Eric Malfait

Beheerdag op de Jacht - september 2025

27 sep 2025
Categorieën
Lokaal nieuws
Organisatie

Plaats van afspraak is de Jacht of grote Heiberg. Een week geleden is de terreinploeg van Natuurpunt hier komen maaien met tractor en maaibalk. Er liggen talrijke hopen bramen en gras die moeten afgevoerd worden naar de grote afvalhoop aan de toegangspoort.

Bovendien zijn er talrijke kleine wilgen, berken en meidoorns gekapt die op een aparte hoop verzameld werden in de hoop dat deze ooit zullen verhakseld worden.

Maandag komt de terreinploeg opnieuw om het laatste deel van dit perceel onder handen te nemen. 

Het perceel begint stilaan het gewenste meer open uitzicht te krijgen.

— een verslag door Johan Van Meerbeek

De plakker

Telkens ik op waarnemingen.be de soortenlijst bekijk van de nachtvlinders die op de Koeheide aangetroffen worden valt mij de fantasierijke benaming van een aantal soorten op. Enkele voorbeelden zijn: lieveling, huismoeder, rood weeskind, kanariepietje, draak, kameeltje en sergeant-majoortje.

Op 20 juli was er voor de tweede keer deze zomer een nachtvlinderinventarisatie met behulp van een lichtval op de Helling, onder leiding van André Verboven. De eerste 'mot' die zich liet vangen was een mannelijke plakker of Lymantria dispar. Benieuwd waar deze eigenaardige naam vandaan kwam ging ik op onderzoek uit.

  • Lymantria komt van het Oud-Griekse lumanter wat vernietiger betekent. Meerdere soorten van dit geslacht nachtvlinders zijn schadelijk omdat de rupsen bladeren van bomen vreten.
  • Dispar is Latijn voor niet gelijk, verwijzend naar de sexuele dimorfie van beide geslachten: het mannetje is kleiner met een bruine kleur, het vrouwtje is groter met een roomwitte kleur en kan nauwelijks vliegen.

Het vrouwtje plakt haar eieren als een plakkaat tegen de schors van een boomstam. De soort overwintert als ei en de rups komt in april-mei uit het ei. Ze is okerkleurig met bruine tot zwarte haarborstels op rode tot blauwe wratten. Soms laat de jonge rups zich d.m.v. spinseldraden met de wind kilometers ver meedrijven.

De volgroeide rups verpopt zich in een spinsel tegen de boomschors, tussen de bladeren of in de strooisellaag. De imago komt half juni uit de pop en vliegt tot eind augustus.

Afbeelding
Plakker - mannetje

Andre Verboven (waarnemingen.be)
Plakker - mannetje
Afbeelding
Plakker - vrouwtje

Hilde Geeraerts (waarnemingen.be)
Plakker - vrouwtje

De hottentottenvilla

Op 9 september sprak Joeri Cortens van Natuurpunt in het Radio 1-programma 'Joeri Buiten!' over de hottentottenvilla, een voor onze streek zeldzame wolzwever. Ik luisterde aandachtig omdat ik mij herinnerde dat Eric, onze terreinbeheerder, op 15 juni een bericht gepost had op de WhatsAppgroep van de verkenners van de Koeheide dat hij deze parasitaire vliegensoort gespot had op de Koeheide.

De hottentottenvilla behoort tot de familie van de wolzwevers—dewelke alle parasitaire vliegen zijn—meer bepaald tot het geslacht villa's. Van dit geslacht wolzwevers zijn er in België vijf soorten bekend die alle vrij zeldzaam zijn. Hun biotoop zijn zandgronden zoals heideterreinen.

Wolzwevers hebben vrijwel allemaal een wollig, dik achterlijf en afhangende, driehoekige vleugels. In feite zijn het geen parasieten maar wel parasitoïden: deze doden hun gastheer wat parasieten niet doen. Deze laatste verzwakken enkel hun gastheer.

Het vrouwtje heeft een kleine zandkamer aan haar achterlijf, vlak naast haar geslachtsorgaan. Daarin bewaart ze zandkorreltjes die ze vermengt met haar eitjes zodat deze niet aan elkaar plakken. Ze gaat op zoek naar rupsen van nachtvlinders van de uilenfamilie. Eens een rups gevonden blijft ze daarboven zweven en schiet een eitje af op de rups. Als de larve uit het eitje komt kruipt die in de rups en eet deze op. Zo regelt deze vlieg de populatie van nachtvlinders.

Afbeelding
Hottentottenvilla
Eric Malfait
Hottentottenvilla

De imago's voeden zich met nectar.

De wetenschappelijke naam van deze soort werd door Linnaeus gegeven: Villa hottentotta. Waar de geslachtsnaam vandaan komt is niet goed geweten. Hottentot was een denigrerende, racistische naam voor de oorspronkelijke bewoners van zuidelijk Afrika. Het is gekend dat Linnaeus nogal wat racistische ideeën had.

De foto die Eric op waarnemingen.be gezet heeft betreft een vrouwtje. Deze hebben een geel-bruin gestreept achterlijf.

Een familielid van deze soort is de muurrouwzwever die parasiteert op larven van solitaire bijen, overwegend metselbijen. Deze soort behoort tot een ander geslacht, namelijk Anthrax en is besproken in het verslag van juni 2024.

Invloed van de klimaatopwarming op de fenologie van paddenstoelen

Afbeelding
Takkenhoop onderaan de Helling

Johan Van Meerbeek

Sinds het late voorjaar verzamelde ik naast een berk aan de onderkant van het perceel de Helling dikke, dode takken die uit de omgeving kwamen, voor een groot deel afkomstig van de hogerop groeiende zomereiken (zie foto). Deze plek ligt het grootste deel van de dag in de schaduw en is vrij vochtig.

Dat had vrij snel resultaat voor houtzwammen. In de maand juli was het nat en warm en kon ik hier de volgende houtzwammen aantreffen: gele trilzwam, gewoon elfenbankje, franjeporiezwam, echt judasoor, roze raspzwam, papierzwammetje, eikentrilzwam, zilveren boomkussen en groen viltmatje.

Fenologie is een onderdeel van de ecologie. Het bestudeert het verband tussen periodiek terugkerende natuurverschijnselen, meteorologische omstandigheden en tijdstippen in het jaar.

Afbeelding
Echt judasoor

Johan Van Meerbeek

Toen ik ongeveer 25 jaar geleden als beginnende natuurgids cursussen over paddenstoelen volgde leerde ik dat het echt judasoor een typische winterpaddenstoel was die uitsluitend op vlierstruiken voorkwam. De laatste jaren vond ik deze zwam op meerdere boom- en struiksoorten en niet alleen in de winter. Nu stonden er dus in volle zomer jonge vruchtlichamen op vermoedelijk zomereik.

In het boek 'Vol van Natuur' van Kris Struyf staat er te lezen:

Ook bij paddenstoelen treden er veranderingen op in de fenologie. Zo verschijnt judasoor vroeger in het jaar dan voorheen. In de jaren 1950 verscheen dit houtzwammetje rond eind november. In tien jaar tijd verschoof die verschijningsperiode naar midden september en daarnaast veranderde ook de ecologie. In onze streken werd deze soort steeds op vlier aangetroffen.

Maar vanaf het einde van de jaren 1970 werd judasoor gevonden op andere houtsoorten...

Meer dan waarschijnlijk hebben de in de laatste decennia veranderde temperatuur- en neerslagpatronen in West-Europa invloed op de competitie tussen verschillende zwammensoorten op een bepaalde houtsoort. Blijkbaar zijn de omstandigheden voor judasoor op verschillende houtsoorten gunstiger geworden, zodat het houtzwammetje zich daar nu ook op gevestigd heeft.

Voor we hier verder op ingaan moeten we eerst het begrip ecologische niche (EN) toelichten.

EN verwijst naar de rol die een organisme inneemt binnen een ecosysteem, inclusief hoe het organisme in relatie staat met zijn omgeving en met andere organismen.

Het is bijvoorbeeld duidelijk dat de EN van heikikker en dophei volledig verschillen van die van levendbarende hagedis en struikhei. Al deze soorten zijn gebonden aan heideterreinen, maar de eerste groep aan vochtige heide en de tweede groep aan droge heide. Gezien de verschillende habitats van deze soorten hebben ze ook een verschillende EN.

Maar ook voor paddenstoelen gaat dat op—bospaddenstoelen zoals vliegenzwammen versus graslandpaddenstoelen zoals wasplaten. Zo ook voor houtzwammen—naaldhoutsoorten zoals dennenvoetzwam versus loofhoutsoorten zoals berkenzwam.

Binnen de loofhoutsoorten is de EN van het papierzwammetje anders dan die van witte bultzwam. Papierzwammetjes staan aan de onderkant van dunne takjes en witte bultzwam bovenop dik hout.

De klimaatverandering heeft invloed op zowel de fenologie als de EN van het judasoor. Deze laatste is duidelijk gewijzigd gezien de toename van geschikte houtsoorten.

Organismen met een verschillende EN gaan niet in concurrentie met elkaar. Ze kunnen perfect naast elkaar leven in cohabitation. Maar houtzwammen met dezelfde EN ondervinden wel degelijk concurrentie voor plaats en voedsel.

Als een boomstam gekoloniseerd wordt door meerdere soorten houtzwammen bezetten ze elk een eigen territorium zonder dat ze met elkaar vermengd geraken. Er is een soort van gewapende vrede met ontstaan van zogenaamde demarcatielijnen. Dit zijn grillige zwarte lijnen in het substraat die getuigen van chemische oorlogsvoering tussen de mycelia van twee verschillende zwamsoorten. De schimmeldraden produceren hier schimmeldodende stoffen of fungiciden die de concurrerende soort op afstand moeten houden. Het zijn bij wijze van spreken loopgraven tussen twee vijandige soorten.

Op de Helling vond ik een dikke dode tak met zwarte demarcatielijnen met in één territorium vruchtlichamen van de paarse knoopzwam (zie foto). Welke andere zwam in het spel was weet ik niet omdat vruchtlichamen hiervan ontbraken.

Afbeelding
Demarcatielijnen

Johan Van Meerbeek
Demarcatielijnen​
Afbeelding
Paarse knoopzwam

Johan Van Meerbeek
Paarse knoopzwam