Afbeelding
Het beheerteam
Eric Malfait

Beheerdagen in tekst en beeld

14 dec 2024
Categorieën
Lokaal nieuws
Organisatie

Maandelijks verslag van de beheerdag door Johan Van Meerbeek, deze keer bijgestaan door Griet Witvrouw, en aangevuld met leuke weetjes over de soorten die we aantreffen.

Aantal deelnemers: 9

Verslag van de werken

(door Griet Witvrouw)

Plaats van afspraak is de Kleine Heiberg of de Helling aan de Bertemse Heideweg. Het is reeds geruime tijd somber en nat weer. Maar zoals meestal zijn de weergoden ons goed gezind als er een beheervoormiddag plaatsvindt. Het was somber en grijs weer, maar geen regen!

Bij aankomst werden we begroet door meer dan 200 schapen die de “helling” kortstondig begrazen om op een natuurlijke wijze een schraler biotoop te realiseren. Wat de schapen niet kunnen dient door mensenhanden, vrijwilligers, uitgevoerd te worden. Zo werd veel werk verzet met maaien van bramen en opgeschoten Sleedoorn, deels met kettingzagen en deels met handgereedschap (snoeischaren en takkenscharen). Hierbij werd het gedeelte van de zuidwaarts gerichte talud weer helemaal vrijgesteld zodat het zonlicht terug tot aan de bodem kan. Hierdoor ontstaan stilaan 2 enorme hopen beheerafval.

Tijdens de pauze, met een natje en een droogje, kwamen kortstondig enkele zonnestralen door het wolkendeken en bemerkte een vrijwilliger een overvliegende houtsnip. Ook de kudde schapen kwam aangelopen om gretig de braamblaadjes vanuit de houthopen op te peuzelen. Het was een heerlijke ervaring, 9 vrijwilligers middenin een kudde schapen zonder angst voor de mens.

Tegen het einde van de beheervoormiddag kregen we onverwacht bezoek van een expert (Luc Vervoort) van Natuurpunt in het kader van de evaluatie van het beheerplan van de Koeheide en ter voorbereiding van de grote beheerwerken die we plannen op 8 februari.

Tijdens het bijeenzoeken en opruimen van het gebruikte materiaal kwam de schaapherder, met 2 van zijn kinderen en 3 honden de kudde bijeen drijven en werden de meer dan 200 schapen verplaatst naar de boomgaard onderaan de helling.

Aanvullingen

(door Johan Van Meerbeek)

In het voorjaar van 2024 werd gestart met een inventarisatie van paddenstoelen op de Koeheide.

Dominik, onze voorzitter, was te weten gekomen dat dit al eens gebeurd was door een expertenpanel vanaf 2003 tot 2014 en vond het aangewezen dit 10 jaar na het beëindigen van de vorige inventarisatie te herhalen. Zou er al dan niet een verschuiving in soorten kunnen vastgesteld worden? Maar hoe begin je aan een dergelijke titanenopdracht?

Hij schreef de oorspronkelijke initiatiefnemers aan maar die hadden geen tijd om aan een nieuw project te beginnen wegens fulltime bezigheid bij Natuurpunt nationaal of wegens teruggekeerd ad patres. Dan maar gezocht in eigen rangen. Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik enthousiast op de kar gesprongen ben. In mijn kennissenkring vond ik Georges Buelens, voorzitter van ZWAM, bereid als expert mee te werken. Enkele deelnemers van de Koeheide- verkennerscursus beantwoordden eveneens mijn oproep met als resultaat dat we ondertussen al 6 keer samengekomen zijn met steeds minimaal 5 personen op een maandelijkse verkenning. In totaal hebben we ondertussen in het voorbije jaar 145 soorten paddenstoelen aangetroffen op de Koeheide. In dit artikel beschrijf ik enkele van de aangetroffen soorten.

Op 16/11 ontdekten we op door de iepenziekte gevelde iepen meerdere houtzwammen, de zalmzwam, de kussenvormige houtzwam en de roodgerande houtzwam. De Nederlandstalige naam van deze paddenstoelen is beschrijvend. Cfr infra.
De term houtzwam heeft geen enkele taxonomische betekenis, maar wijst enkel naar de groeiplaats van deze paddenstoelen, namelijk op dood of levend hout. Taxonomie is de wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de classificatie van soorten op basis van hun afstammingsgeschiedenis.

Eerst beschrijf ik de structuur van een boomstam waarbij van buiten naar binnen 5 lagen aanwezig zijn:
– De korst is de beschermende mantel bestaande uit dood weefsel.
– De bast of floëem vormt samen met de korst de boomschors. Via een weefsel van bastvaten vervoert de bast suikers, in de bladeren door fotosynthese aangemaakt, naar alle delen van de boom tot in de wortels. Dit transport is van boven naar beneden.
– Het cambium is de celfabriek van de boom. Het maakt nieuwe bastvaten aan naar de buitenkant en nieuwe houtvaten naar de binnenkant.
– Het spinthout of xyleem is het jongste, nog levende hout  van de boom. Het bestaat uit houtvaten die water en mineralen vanuit de wortels van beneden naar boven vervoeren.
– Het kernhout zorgt voor de stevigheid van de boom en bestaat voornamelijk uit afgestorven houtvaten. Kernhout is het oudste hout van de boom. Hierin geschiedt geen transport meer.

Laat ze maar zwammen
Ze zeggen zoveel
kondigen met hun bestaan
het einde van een seizoen aan
geven de herfst vrij baan
bekleden al wat stervende is
met kleurig fluweel.
Laat dat wat ons verlaat
nog eenmaal vlammen
voordat ook hun tijd vergaat
laat de paddenstoelen maar zwammen.

De Iepenspintkever, gesel voor de iepen, zegen voor de houtzwammen:

Afbeelding
Iepenspintkever vraatgangen

Johan Van Meerbeek
Vraatgangen van de Iepenspintkever

De iepenziekte wordt verspreid door de iepenspintkever, behorend tot de familie van de snuitkevers, en komt, zoals de naam aangeeft, alleen bij de iep voor.

De aanwezigheid van deze kever is te herkennen aan het patroon van de vraatgangen die ze op de grens van schors en hout maken. De vrouwelijke kever vreet zich een gang in de lengterichting van de stam of grote tak van een iep die in een slechte conditie verkeert. Ter weerszijden van die gang legt ze haar eitjes, waaruit larven komen die loodrecht op de oorspronkelijke gang zijgangen vreten waarin ze op het einde verpoppen. Zo ontstaat een 'duizendpootachtig' patroon van uitwaaierende gangen.

Vele kevers zijn besmet met een schimmel, Ophiostoma ulmi genaamd. Deze schimmel is vermoedelijk afkomstig van Oost-Azië en werd het eerst in onze contreien waargenomen rond de jaren 20 van de vorige eeuw, waarschijnlijk tgv import van geïnfecteerd iepenhout. De iepenziekte veroorzaakt door deze schimmel verspreidde zich in recordtempo doorheen de Lage Landen, al dan niet in de voetsporen van Arnout Hauben.

De schimmel verspreidt zich door de aanpalende spintvaten (vandaar de naam iepenspintkever) via de sapstroom over de hele boom. De schimmelsporen geven een toxische stof af waartegen de boom reageert door de spintvaten af te sluiten in de hoop de verdere verspreiding van de infectie tegen te houden. Maar dat proces keert zich tegen de boom zelf omdat de hogere delen zo geen water meer krijgen. 

De eerste symptomen van de iepenziekte zijn zichtbaar in de zomer doordat de bomen dorre bladeren krijgen die er vervolgens afvallen. Uiteindelijk zal de hele boom afsterven, wat meerdere jaren kan duren. Grote, volwassen iepen zijn daardoor in onze contreien zeldzaam geworden.

Als de jonge kevers uitvliegen in het voorjaar dragen ze de schimmelsporen met zich mee. Deze jonge kevers zoeken een nog vitale iep op om de bast van de takken aan te vreten. Zo geraakt het jonge hout besmet met schimmelsporen. De aangetaste bomen worden ziek en dus aantrekkelijk voor volwassen vrouwelijke kevers om hierin hun eitjes te leggen. De vicieuze cirkel is dan gesloten.

De ene zwam is de andere niet

De zalmzwam
Dit is een gesteelde plaatjeszwam die saprotroof groeit in kleine bundels op omgevallen, dode stammen van loofbomen, meestal iep. Hij is vrij zeldzaam. De hoed is 4 tot 15 cm in diameter met een zalmroze kleur en een vettig oppervlak waarop, bij jonge exemplaren, een netwerk van witte nerven. De steel is excentrisch ingeplant en meestal gebogen. Er is geen ring.

Afbeelding
Zalmzwam

Johan Van Meerbeek
Zalmzwam

De kussenvormige houtzwam
Dit is een eenjarige gaatjeszwam die saprotroof groeit onder vorm van afstaande hoeden op allerlei dood loofhout zonder plat op het substraat liggend deel. Het bovenoppervlak is fluwelig viltig, de onderzijde heeft ietwat hoekige poriën. Het geheel is chocolademelkbruin. Het vlees is zacht van consistentie en als een kussen indrukbaar. Bij lossen van de druk veert de paddenstoel terug op. Hij is vrij algemeen.

Afbeelding
Kussenvormige houtzwam

Johan Van Meerbeek
Kussenvormige houtzwam

De roodgerande houtzwam
Dit is een meerjarige gaatjeszwam die evenwel een zogenaamde necrotrofe parasiet is: eerst leeft hij als parasiet op allerlei boomsoorten die daardoor afsterven. Nadien leeft hij als saprofyt verder op het dode hout. Het vruchtlichaam is consolevormig en vrij groot, tot 20 cm diameter. Het bovenoppervlak is concentrisch golvend met grijze tot zwarte kleur en in jonge toestand een witte randzone. In oudere toestand is er een rode randzone. De onderzijde heeft kleine poriën en meestal een crème tot okergele kleur. Het vlees is kurkachtig taai.

In de late zomer tot vroege herfst, als het weer vochtig wordt, scheidt deze zwam veel guttatiedruppels uit. Zwammen die in de groei zijn nemen een grote hoeveelheid vocht op. Dat overschot aan vocht moet afgevoerd worden en uit zich in druppels aan de onderkant en groeirand. Vaak worden die verward met dauwdruppels, maar guttatiedruppels kan je de hele dag aantreffen en dauwdruppels niet. Hij is vrij algemeen.

Afbeelding
Roodgerande houtzwam

Johan Van Meerbeek
Roodgerande houtzwam

De mycologische schatkamer van de Koeheide

Meestal denkt men dat paddenstoelen uitsluitend in bossen gevonden worden. In de herfst zijn er immers overal paddenstoelenwandelingen in de bossen.

Maar ook graslanden herbergen een specifieke mycoflora. Velen kennen wel weidechampignons en in iets mindere mate de heksenkring vormende weidekringzwammen in rijk bemeste graslanden vaak ingegeven door hun culinaire waarde. Maar nu behandel ik veel minder bekende graslandpaddenstoelen.

In het verslag van de werkdag van mei 2024 meldde ik dat er op de Helling of Kleine Heiberg een droog Heischraal grasland in ontwikkeling is. Naast een specifieke, vrij zeldzame flora kan men in schrale graslanden specifieke paddenstoelen aantreffen met name de schraalgraslandpaddenstoelen.

Het gaat hier over wasplaten, knotszwammen en aardtongen.

Dit zijn alle indicatorsoorten voor oude, permanente, voedselarme graslanden die weinig of niet verstoord werden. Ze zijn bijna allemaal zeldzaam, ze staan op de Rode Lijst en zijn enkel te vinden in de 'betere' graslanden. Dit soort paddenstoelen verschijnt pas na tientallen jaren van een ongestoord voortbestaan zonder bemesting maar wel onder beheer. Hun ondergrondse zwamvlok verdraagt namelijk geen verstoring.

Vaak liggen deze bijzondere schraalgraslanden op hellingen: ze zijn daardoor moeilijker te bewerken door de boeren om akkers van te maken en worden vaak enkel begraasd, de  mest kan afspoelen en er is geen strooiselophoping.
Kortom, de Kleine Heiberg voldoet aan alle voorwaarden om een rijke graslandpaddenstoelenflora te herbergen.
Tot voor kort werd ervan uitgegaan  dat deze paddenstoelen opruimers van dode grasresten en oude humus zijn (saprofyten). Recent onderzoek toont aan dat ze ook in symbiose leven met mossen en/of kruiden.

Wasplaten
Dit zijn gesteelde plaatjeszwammen met een vettige hoed, steel en dikke, wijd uiteen staande plaatjes die als bijenwas aanvoelen. Het zijn, op enkele uitzonderingen na, kleine paddenstoelen met felle kleuren (geel, oranje, groen, rood). Niet voor niets worden ze dan ook de orchideeën onder de paddenstoelen genoemd.
Vaak hebben ze een slijmerige hoed en/of steel, wat een determinatiekenmerk is. Hiervoor moet je ze voelen zodat de app Obsidentify om deze paddenstoelen te determineren niet heel betrouwbaar is.
Zodra er 5 soorten wasplaten in een grasland gevonden worden krijgt dit de titel van wasplatengrasland. Op de Helling werden in het kader van de inventarisatie het gewoon sneeuwzwammetje (witte kleur) en het gewoon vuurzwammetje (felrode kleur met op de hoed kleurloze schubjes) gevonden. Even verder op de Kleine wasplatenweide ontdekten we de elfenwasplaat (gele kleur).

Afbeelding
Sneeuwzwammetje

Johan Van Meerbeek
Gewoon sneeuwzwammetje
Afbeelding
Gewoon vuurzwammetje

Johan Van Meerbeek
Gewoon vuurzwammetje
Afbeelding
Elfenwasplaat

Johan Van Meerbeek
Elfemwasplaat

Knotszwammen
Dit zijn paddenstoelen met een knotsvormig of koraalvormig vruchtlichaam. Ze behoren tot verschillende families die niet allemaal nauw verwant zijn. Er zijn knotszwammen die we kennen uit schrale graslanden (Clavaria, Clavulinopsis, …), knotszwammen die parasiteren op onder meer poppen van vlinders en vliegen (Cordyceps) , knotszwammen die massaal op bospaden te vinden zijn (Macrotyphula) en knotszwammen die op dood hout groeien (Xylaria).
De kleur varieert van wit, geel, oranje, grijs, bruin tot zwart. Het merendeel van de knotszwammen is in het veld moeilijk op naam te brengen. Vaak is hiervoor microscopisch onderzoek noodzakelijk.
Op de Helling werden in het kader van de inventarisatie de spitse knotszwam (een Clavariasoort), de gele knotszwam en de sikkelkoraalzwam (beide Clavulinopsisssoorten) aangetroffen.

Afbeelding
Spitse knotszwam

Johan Van Meerbeek
Spitse knotszwam
Afbeelding
Gele knotszwam

Johan Van Meerbeek
Gele knotszwam
Afbeelding
Sikkelkoraalzwam

Johan Van Meerbeek
Sikkelkoraalzwam

Aardtongen
Dit zijn paddenstoelen met een spatel – tot knotsvormig vruchtlichaam met een groene, bruine tot zwarte kleur, die al dan niet gesteeld zijn. De lengte van de knots varieert van 3 tot 10 cm hoog.
De steel is fijnbehaard,  kleverig tot fijnbeschubd .
Er zijn 13 soorten aardtongen bekend in Vlaanderen, waarvan geen enkele algemeen.
Er zijn meerdere geslachten: Trichoglossum (behaarde steel, zwart), Microglossum (groen gekleurd), Geoglossum- in het Oudgrieks wil dit zeggen 'aardtong' (kleverige tot geschubde steel, zwart) en, recent afgescheiden, Glutinoglossum.
Ze moeten microscopisch onderzocht worden voor determinatie. Enkel de kleverige aardtong (Glutinoglossum glutinosum) die in het kader van de inventarisatie op de Helling werd aangetroffen is in het veld zonder twijfel te herkennen.

Afbeelding
Kleverige aardtong

Johan Van Meerbeek
Kleverige aardtong

De oorsprong van de naam Judasoor

Judasoren zijn algemene houtzwammen die men in het hele winterhalfjaar als parasiet aantreft, vooral op vlier, maar tegenwoordig ook steeds meer op ander loofhout.

Lees hier hoe deze paddenstoel aan zijn naam komt:
Jezus is door Judas, één van zijn 12 apostels, voor 30 zilverlingen verraden bij Pontius Pilatus, de prefect van de Romeinse provincie Judea, door middel van een kus, de zogenaamde Judaskus.

Jezus werd ter dood veroordeeld aan het kruis. Toen Judas dat zag werd hij door wroeging gekweld. Hij nam een dik touw en wou zich aan een boom opknopen. Maar alle bomen waren in rouw door Jezus' dood  en hielden hun takken omlaag zoals treurwilgen doen. Tenslotte vond Judas een vlier die zijn takken nog omhoog hield. Judas gooide zijn touw rond één van de takken, legde een lus in het touw en deed dat rond zijn nek. Hij ging op een krukje staan en sprong ervan af.

Maar vlieren hebben zeer breekbaar, broos hout en de tak waar Judas aanhing brak af. Judas bleef met zijn oor aan een tak hangen. Dat oor hangt er nu nog en heet Judasoor.

Afbeelding
Echt judasoor

Johan Van Meerbeek
Echt judasoor