Afbeelding
Panorama Koeheide
Eric Malfait

Beheerdagen in tekst en beeld

24 aug 2024
Categorieën
Lokaal nieuws
Organisatie

Maandelijks verslag van de beheerdag door Johan Van Meerbeek, aangevuld met leuke weetjes over de soorten die we aantreffen.

Aantal deelnemers: 7

Verslag van de werken

Plaats van afspraak is het perceel 'De Helling' op de Bertemse Heideweg. De bedoeling is het verwijderen van brem en struiken rond het uitgerasterde vlak waar in het voorjaar 2024 Grote tijm geplant is. Dit met het oogpunt schaduw op dit vlak te verminderen om deze thermofiele (warmteminnende) soort en xerophyt (droogteminnende soort) betere kansen te geven. Zie hiervoor het artikel 'Operatie Grote tijm' van 25/02/2024 op de website van Natuurpunt Bertem.

Deze plantjes doen het immers absoluut niet goed tgv. het extreem natte voorjaar. Vermoedelijk slechts een kwart van de uitgezette planten heeft het overleefd en geen enkele zaailing is gekiemd.

Een groot deel van de schaduwwerpende struiken is reeds verwijderd. De rest zal op een volgende werkdag aangepakt worden.
In het uitgerasterd vlak waren al opnieuw 6 planten bloeiende Struikhei verschenen. Tijdens de werken vandaag ontdekten we 4 nog niet eerder opgemerkte planten Struikhei die verscholen zaten onder hoog opgeschoten graspollen en een bremstruik. Dit bevestigt dat het inderdaad de moeite loont deze struiken te verwijderen om het Heischrale grasland in ere te herstellen.
In de ruimere omgeving van dit vlak bloeien op het ogenblik vooral het gele Stijf havikskruid en het blauwe Duifkruid.

Mimicry of nabootsing

Veel zelfverklaarde linkse progressieven reageerden als een wesp gestoken bij de aankondiging van het VRT-televisieprogramma 'Het verhaal van Vlaanderen'. Toegegeven, je kon je vragen stellen bij het tussentaaltje van Tom Waes en bij het ludieke karakter van deze historische reeks. Maar tot niet zo lang geleden moest educatie vooral leuk zijn, in de jongerentaal 'superleuk'.

Ondertussen zijn de geesten daaromtrent ietwat gerijpt ten gevolge van de dramatische PISA-rapporten over het Vlaamse onderwijs. Ook een bepaalde biersoort moet in stilte kunnen rijpen: Ssst. Hier rijpt den Duvel! Onderwijs mag in de toekomst weer excelleren. Diezelfde progressieven keken toch naar dit programma en moesten erkennen dat er toch wat waardevols in deze reeks te zien was.

Ook bij de aankondiging van 'de canon van Vlaanderen' kon je dezelfde negatieve reactie horen. Men deed niet de moeite naar inhoudelijke argumenten te luisteren. Bij voorbaat werd gesteld dat dit werk de bedoeling had de geschiedenis te herschrijven in functie van een bepaalde Vlaams-nationalistische partij die de hand zou hebben gehad in het tot stand komen ervan. Dat dit werk de vrucht was van een panel onafhankelijke experts werd weggehoond als ongeloofwaardig. Weinigen deden de moeite dit boek effectief te lezen.

Wat is hier in beide voorbeelden aan de hand? Het gaat om een algemene reflex in de dierenwereld op de kleuren geel-zwart, dewelke toevallig ook de kleuren zijn van de Vlaamse vlag. Dieren en mensen reageren op deze kleuren met een angstreflex op gevaar. Niet voor niets zijn wespen geelzwart gestreept om belagers te verwittigen dat ze gevaarlijk kunnen steken. Maar ook de kleur rood betekent in de dierenwereld gevaar. De derde kleur van de Belgische vlag is dus ook niet onschuldig!

Volgens een recent artikel in De Standaard associëren mensen de kleur rood evenwel eerder met sex. Vrouwen accentueren hun lippen met rode lippenstift (rouge zeggen de Hollanders) en lakken hun nagels rood om aantrekkelijk te zijn voor het andere geslacht. Bij mij lokt dit evenwel een vluchtreactie uit. Vermoedelijk sta ik dus minder hoog op de evolutieladder.

Tot zover deze ietwat nonsensikale inleiding Ik beloof verder in dit verslag enkel over natuurweetjes te schrijven. De natuur zit vol handige trucs waarmee dieren overleven. Eén daarvan is mimicry, wat nabootsing betekent. Dat is een verschijnsel waarbij een dier qua uiterlijk en/of gedrag lijkt op een dier waar hij niet aan verwant is. Dit is een beschermingsstrategie waarbij onschuldige soorten die niet bijten of steken, noch vies smaken of giftig zijn, gelijken op gevaarlijke soorten. Hierbij gelden de kleuren geel-zwart en dus ook rood in de dierenwereld als een universeel gevaarsignaal.

Natuurlijke selectie

Hoe kan dit allemaal verklaard worden?
Heel wat mensen geloven dat dit wel het bewijs moet zijn van één of andere hogere macht (noem het God of wat dan ook) die de hand heeft in de schepping van al deze levensvormen. Dit noemt men creationisme, een theorie die lange tijd opgang deed onder invloed van het scheppingsverhaal uit de Bijbel. Vooral in de Verenigde Staten, maar niet alleen daar zijn er nog altijd veel aanhangers van deze theorie.

Nu is de algemeen geldende theorie dat dieren (en planten) zulke strategieën niet zelf bedacht hebben, maar dat deze het gevolg zijn van een langzame evolutie doordat soorten zich aangepast hebben aan de omstandigheden om hen heen en dat dit het gevolg is van natuurlijke selectie.

Charles Darwin

Hierbij komen we automatisch bij Charles Darwin terecht die leefde van 1809 tot 1882.
Zijn bekendste boek, waarin hij deze theorie uitlegt heet 'The origin of species by means of natural selection' daterend uit 1859. Hierin beweert hij dat enkel die dieren en planten die over geschikte variaties van eigenschappen beschikken om in wijzigende levensomstandigheden te kunnen overleven en zich voort te planten, dit ook effectief zullen doen. Het idee van 'survival of the fittest' was geboren. Organismen die niet voldoende zijn aangepast aan die natuurlijke omstandigheden zullen sterven door ziekte, uitputting of predatie. Het is juist het verhinderen van predatie wat mimicry zo succesvol en wijd verspreid gemaakt heeft.

Hoe gaat dit juist te werk?
Stel, je hebt van een bepaalde soort , bv. een zweefvlieg 100 individuen met ieder bepaalde eigenschappen. 10 daarvan hebben eigenschappen die in geringe mate doen denken aan wespen, zoals beginnende geelzwarte verkleuring van hun lichaam. Deze 10 individuen zullen bevoordeeld worden in overleving omdat de andere 90 individuen bij voorkeur onder predatie vallen. Deze 10 hebben dus ook een verhoogd voortplantingssucces. Hun nakomelingen erven deze kleurveranderingen. Ook bij deze zullen een aantal individuen meer uitgesproken bevoordelende kleurveranderingen bezitten. Deze hebben op hun beurt verhoogde overlevingskansen en dus meer voortplantingssucces. Dit hele proces blijft zich herhalen tot, na vele generaties, de perfecte kopie gevormd wordt van een gevaarlijke en dus te mijden wesp.

Survival of the fittest betekent dus niet 'overleving van de meest fitte of sterkste' maar wel van de best aangepaste.
Ik heb het in alle voorbeelden van mimicry gehad over insecten en dat is niet toevallig. Veel insectensoorten planten zich meerdere keren per jaar voort en soms in enorm grote aantallen.

Combineer je natuurlijke selectie met een duizelingwekkende voortplantingssnelheid, dan krijg je een snelle variatie. Dit zorgt ervoor dat nakomelingen de beste troeven van beide ouders meekrijgen in hun overlevingsstrijd. Zo evolueren insecten. Dat verklaart ook waarom insecten in vergelijking met andere diergroepen, zoals vogels of zoogdieren veel sneller aangepast zijn aan wijzigende omstandigheden. Deze evolutie vergt echter tijd en is niet afgerond met enkele generaties. Vaak gaan er honderden of duizenden jaren mee gepaard. Bij vogels of zoogdieren gaat het al gauw over miljoenen jaren.

Johan Van Meerbeek

De volgende waarnemingen zijn deze zomer in de Koeheide gebeurd:

Snorzweefvlieg

Afbeelding
Snorzweefvlieg Koeheide

Johan Van Meerbeek
Snorzweefvlieg

Dit is één van de meest algemeen voorkomende zweefvliegen. Veel zweefvliegen zijn zoals wespen geelzwart gebandeerd. Ze geven daardoor een nepwaarschuwing zodat ze niet gegeten worden door predatoren zoals bv. vogels, hoewel ze totaal ongevaarlijk zijn. Predatoren die al ervaring gehad hebben met wespen laten zweefvliegen dan ook gerust.

Wat is het verschil tussen zweefvliegen en wespen?
Zweefvliegen behoren tot de tweevleugeligen, wetenschappelijke naam Diptera. Ze hebben dus 2 vleugels die ze opzij spreiden in rust. Ze kunnen als een helikopter ter plaatse zwevend in de lucht hangen boven bloemen. Vaak zijn dit schermbloemigen zoals Gewone berenklauw. Ze zijn enorm wendbaar. Ze zijn vroeger in het voorjaar actief dan wespen. Ze blijven altijd in de buurt van planten en komen geen zoetigheden zoeken aan tafel bij de mensen. Ze eten geen dierlijk voedsel. Ze hebben enkel een zuigtong, geen kaken met bijtende monddelen. Ze hebben meestal kleinere voelsprieten dan wespen en hebben geen wespentaille. En belangrijk, ze hebben geen angel en kunnen dus niet steken.

Wespen behoren zoals bijen en hommels tot de vliesvleugeligen, wetenschappelijke naam Hymenoptera. Ze hebben 4 vleugels die ze boven hun rug opvouwen in rust. Ze kunnen niet zweven. Het zijn deels carnivoren, ze eten kleine insecten en vooral rupsen. Daartoe hebben ze kaken met bijtende monddelen. In de late zomer gaan ze op zoek naar zoetigheden die ze vaak in de buurt van mensen vinden (limonade aan de tuintafel), maar ook afgevallen rijp fruit. Ze hebben angels en zijn agressiever dan bijen en hommels. Hun angel breekt niet af zoals bij de honingbij zodat ze meerdere keren kunnen steken. Ze hebben een wespentaille. Dit is het klassiek schoonheidsideaal van de vrouw: brede heupen, smal middel en breed bovenlichaam.

Kleine wespenboktor en Geringelde smalboktor

Afbeelding
Kleine Wespenboktor

Johan Van Meerbeek
Kleine wespenboktor

Over de boktorkevers heb ik al geschreven in het verslag van 13 april 2024. Toen ging het over de knalrood gekleurde Vuurboktor. Maar er zijn ook soorten die door hun geelzwarte kleur gelijken op een wesp, zoals de Kleine wespenboktor (what's in a name) en de Geringelde smalboktor. Deze laatste heeft geelzwart geringde voelsprieten.

De meeste volwassen boktorren eten alleen boomsappen, nectar en stuifmeel. Ze leggen hun eieren onder boomschors. De larven die hieruit komen eten dood of levend hout en zijn vaak een plaagsoort in de houtindustrie.

Afbeelding
Geringelde smalboktor

Johan Van Meerbeek
Geringelde smalboktor

Eikenwespvlinder

Afbeelding
Eikenwespvlinder

Johan Van Meerbeek
Eikenwespvlinder

Vlinders zijn beschubde, vliervleugelige insecten. Anders dan bij insecten met transparante vleugels  zijn de membranen van vlindervleugels bedekt met kleine schubben. Vandaar de wetenschappelijke naam van deze groep Lepidoptera (van het Grieks lepis=schub en pteron= vleugel). Die schubben liggen dakpansgewijs op de vleugels. Als je een vlinder bij de vleugels vastpakt laten die schubben los en kleuren je vingers zoals inktpoeder.

De schubben op de vleugels staan onder meer in voor het opvallende kleurenpatroon van deze insectengroep. Bij de meeste vlindersoorten zijn de vleugelkleuren het resultaat van pigmenten of kleurstoffen in de schubben. Daarnaast hebben bepaalde vlinders zogenaamde structuurkleuren. Die kleuren worden veroorzaakt door microscopische structuurvariaties in de bouw van hun schubben. Door ultrafijne richeltjes wordt het invallende licht verstrooid en krijg je een glanzende kleur.

Het mannetje van de Grote weerschijnvlinder heeft iriserende schubben die naargelang de invalshoek van het zonlicht verkleuren van bruin naar een prachtige glanzende blauwe kleur. Het vrouwtje van deze soort heeft deze eigenschap niet.

De duizelingwekkende diversiteit van vlinderkleuren is niet bedoeld om mensen te behagen. Het leidde er wel toe dat vlinders bij de leek onder ons zowat de enige insectengroep is die op zijn sympathie kan rekenen. Neen, die kleurenpracht is, jawel, bedoeld voor de sex! Vlindervrouwtjes, die vaak minder fraai gekleurd zijn dan de mannetjes verkiezen meer kleurrijke mannetjes omdat dat wijst op een krachtigere fysionomie en dus garant staat voor een sterker nageslacht.

De Eikenwespvlinder bootst een wesp na, niet alleen door zijn geelzwarte kleur maar ook door afwezigheid van schubben op zijn vleugels waardoor hij nog meer lijkt op een vliesvleugelig insect.

De evolutionaire troef van de kleurrijke vleugelschubben wordt bij wespvlinders opgeofferd voor een nieuwe evolutionaire strijd, namelijk die van een verbeterde overlevingskans in een wereld van predatoren.

Ik heb enkel weet van een mondelinge mededeling van aanwezigheid van rupsen van deze soort op de kleine Heiberg. Op waarnemingen.be vond ik geen foto's van volwassen Eikenwespvlinders in de Koeheide. Wie voelt zich geroepen deze soort te spotten?

Sint-Jacobsvlinder

Afbeelding
sint-jacobsvlinder imago

Johan Van Meerbeek
Sint-Jacobsvlinder, imago

De Sint-Jacobsvlinder is een nachtvlinder die ook wel overdag actief is. Vooral de rups is gekend omdat deze vrij talrijk kan gezien worden op zijn waardplant, namelijk Jacobskruiskruid.

Jacobskruiskruid is voor de meeste zoogdieren zeer giftig door de aanwezigheid van meerdere alkaloïden in zijn bestanddelen. Door runderen en paarden wordt deze plant bij het grazen gemeden. Alleen in gedroogde vorm, in hooi dus, wordt de plant niet herkend door deze grazers en vormt dan een probleem. Als ze een dodelijke dosis hebben binnengekregen duurt het dikwijls een paar maanden voor symptomen van vergiftiging optreden. De leverfunctie is onherroepelijk aangetast en de dood volgt onvermijdelijk.

Terwijl zoogdieren nogal eens het slachtoffer kunnen worden van Jacobskruiskruid kunnen insecten de plant wel teisteren. Verweg de meest bekende is de rups van de Sint-Jacobsvlinder. Die eet de bladeren, de zijtakjes en de bloemen. Als er veel rupsen bij elkaar zitten, laten ze slechts een kale stengel over. De rupsen nemen de gifstoffen op. De opvallend geelzwart gekleurde rupsen zitten open en bloot op de waardplant; ze worden zebrarupsen genoemd. De gifstoffen gaan na verpopping ook over in de volwassen vlinders, waardoor die ook giftig zijn en niet gegeten worden door vogels zodat ze zonder gevaar overdag kunnen rondvliegen.

Afbeelding
Sint-Jacobsvlinder rups

Johan Van Meerbeek
Sint-Jacobsvlinder, rups

De rupsen laten door hun geelzwarte waarschuwingskleuren duidelijk zien dat ze giftig zijn. De volwassen vlinders hebben zwarte vleugels met rode lengtestrepen en rode stippen. Zoals hoger aangegeven werkt rood ook als alarmsignaal.

Je weet vast wel dat de meeste lieveheersbeestjes een roodzwart kleurenpatroon hebben. Ook dit is een waarschuwing voor hun predatoren: pak je een lieveheersbeestje vast met de hand, dan ruik je meteen een sterke, vieze geur. Er blijft ook een oranje, kleverig goedje achter op je hand. Dat is reflexbloeden: het lieveheersbeestje perst dit vocht uit ter verdediging. Het is giftig voor bepaalde vogelsoorten en onsmakelijk voor andere dieren.