Afbeelding
Kornoeljeluis
Paul Wouters/Marianne Horemans

Bescherm bladluizen in plaats van ze te bestrijden

6 mei 2024
Categorieën
Natuurbericht

De voorbije jaren is de kennis over allerlei insectengroepen in ons land sterk toegenomen. Dankzij een app als ObsIdentify en een invoersysteem als waarnemingen.be hebben we een ongeziene massa aan verspreidingsinformatie over kokerjuffers, sluipwespen, nachtvlinders, wantsen, e.a. verzameld. Maar bladluizen blijven stiefmoederlijk behandeld, terwijl dat net een ecologisch belangrijke groep is. Tijd om daar iets aan te veranderen! 

Als je in Google ‘bladluizen’ intypt, zal de zoekmachine automatisch ‘bladluizen bestrijden’ voorstellen. Wat zou een mens nu over bladluizen willen weten, behalve manieren om ervan af te geraken? Het is inderdaad zo dat sommige bladluissoorten door wetenschappers goed bestudeerd zijn, om efficiënte bestrijdingsmethoden te ontwikkelen. Want ze staan bekend als lastposten, die sap uit planten zuigen en soms plantenvirussen kunnen overdragen. Terwijl bladluizen ook gewoon boeiende beestjes zijn, die onze aandacht verdienen.

Bladluizen zijn insecten met zuigende monddelen: dat hebben ze gemeen met wantsen en cicaden. Samen vormen ze de groep van de ‘snavelinsecten’. Het zijn vaak minuscule beestjes, die op het eerste zicht weinig opvallende kenmerken hebben. Uniek zijn de siphonen, uitsteeksels op het achterlijf. Dat zijn buisjes waarmee de bladluizen alarmferomonen kunnen verspreiden. 

Afbeelding
Lakrode luis
Dirk Baert
Bij deze lakrode luis zijn de siphonen op het achterlijf goed te zien.

Ongewone leefwijze

Bladluizen hebben een heel aparte leefwijze. Ze leven op planten en heel veel soorten hebben een binding met specifieke planten. Maar veel bladluizen hebben een primaire en een secundaire waardplant. Dat betekent dat ze een deel van het jaar op de ene plant leven, maar vervolgens verhuizen naar een andere plantensoort. Sommige soorten, zoals de ridderzuringluis, kunnen hun hele cyclus voltooien op één plantensoort. Heel wat bladluizensoorten brengen de winter door als ei. Andere doen dat in het volwassen stadium, bijvoorbeeld tussen schorsspleten of tussen de wortels van bepaalde planten. De ei-overwinteraars groeien in de lente op, om na enkele weken volgroeid te zijn. Die brengen ook snel nakomelingen voort: opmerkelijk is dat ze dan levendbarend zijn! In de late lente en de vroege zomer verschijnen er ook gevleugelde exemplaren, die een belangrijke functie hebben bij de waardplantwisseling. Bij sommige soorten bestaan de kolonies enkel uit vrouwtjes. Bij soorten waarbij er wel mannetjes zijn, zien we die mannetjes in de herfst: dan wordt er voortgeplant. 

Soortendiversiteit in ons land

De verspreidingsinformatie die over bladluizen in België te vinden is (waar komen welke soorten voor?), is schaars. De universiteit van Gembloux heeft jaren geleden wel overzichten gemaakt van de bladluizendiversiteit in ons land. Maar er is duidelijk nog werk aan de winkel. Toen natuurwaarnemer Dirk Baert zich voor bladluizen begon te interesseren, bleek al snel dat hij geregeld nieuwe soorten voor het land aan de lijst van Gembloux kon toevoegen. Momenteel staat de teller op 406 soorten. In Nederland werden al zeker 465 soorten gevonden, terwijl het reële soortenaantal op ca. 600 geschat wordt. Er is dus nog heel wat marge om nieuwe soorten voor België (of Vlaanderen) te vinden. Soms duiken nieuwe soorten ook op op exotische sierplanten die via tuincentra geïmporteerd worden.
 

Afbeelding
Bladluizenkolonie
Dirk Baert
In deze bladluizenkolonie zien we zowel gevleugelde als ongevleugelde exemplaren.

Sleutelrol in de natuur

Bladluizen vervullen een sleutelrol in de natuur. Er zijn heel wat ongewervelden die zich voeden met bladluizen: van lieveheersbeestjes tot larven van zweef- en gaasvliegen. Gewone wespen zijn in de lente echte bladluisbestrijders. Graafwespen van het genus Pemphredon noemen we bladluizendoders. Zij verzamelen bladluizen om aan hun larven te voederen. Daarnaast zijn er ook sluipwespen die zich gespecialiseerd hebben op bladluizen. Ook bij een aantal gewervelde dieren (denk maar aan zangvogels zoals de tjiftjaf) staan bladluizen op het menu. 
Bladluizen scheiden een zoete stof af, die we honingdauw noemen. Die kleeft op bladeren van bomen. Deze suikerhoudende substantie wordt ook door heel wat ongewervelden als een lekkernij beschouwd. Mieren gaan zelfs zover dat ze bladluiskolonies bewaken (en verdedigen tegen predatoren als lieveheersbeestjes), terwijl ze met het getokkel van hun voelsprieten tegen de bladluizen de productie van honingdauw stimuleren. Sommige vlinders, zoals sleedoorn- of eikenpage, zien we zelden op bloemen: ze voeden zich vooral met honingdauw die ze bovenin bomen en struiken vinden. Ook vliegen, kevers en sommige bijen doen zich te goed aan honingdauw. 

Onbekende trend?

Hoewel bladluizen een ecologisch belangrijke groep zijn, beschikken we amper over cijfermateriaal m.b.t. de trend van bladluizenpopulaties bij ons. Een langlopend onderzoek met vallen in het Verenigd Koninkrijk vond geen duidelijk negatieve trend voor de periode 1969-2016, al werd die trend mogelijk bepaald door de drie meest talrijke soorten in de vallen. Uit België hebben we geen bladluistellingen. Anekdotische waarnemingen lijken echter aan te geven dat de bladluizen last hebben van extreem weer zoals droogtes. Vooral na 2018 lijken er daarom vooral afnames te zijn. 
Er wordt vermoed dat die afname ook impact heeft op andere soortgroepen. Zo is er de laatste jaren heel wat aandacht voor zweefvliegen, de best onderzochte vliegenfamilie in Vlaanderen en Nederland. Bij de achteruitgaande zweefvliegen zien we opvallend veel soorten waarvan de larven leven van bladluizen. Zweefvliegen blijken aan een sneller tempo te verdwijnen dan wilde bijen, bleek uit een recente analyse . In Nederland wordt een nieuw onderzoek opgestart om meer kennis te vergaren over bladluizen en belangrijke milieuverstoringen, zoals pesticiden en stikstofdepositie. Onderzoekers willen nagaan of bladluizen zo een belangrijke rol spelen in de achteruitgang van insecten. 
 

Afbeelding
Bloedblaarluis
Paul Wouters/Marianne Horemans
Sommige bladluizen veroorzaken gallen of vergroeiingen. Hier het voorbeeld van bloedblaarluis op Ribes.

Draag je steentje bij aan de verspreidingskennis van bladluizen

Zoals hierboven beschreven hebben we in Vlaanderen nog geen goed beeld van welke soorten waar voorkomen. Je kan zelf ook helpen bij het in kaart brengen van die soortendiversiteit. Met bladluizenwaarnemingen kan je ook terecht op waarnemingen.be. Daarvoor geven wie hieronder enkele tips:
•    Bladluizen zitten vaak in kolonies, soms vrouwtjes en jongen bij elkaar, of gevleugelde en ongevleugelde exemplaren. Fotografeer die verschillende vormen als je een kolonie vindt. 
•    Veel bladluissoorten lijken goed op elkaar, maar hun voedselplant is een belangrijk element. Noteer dus steeds op welke plantensoort je de bladluis vindt. Een verdwaalde bladluis op een keukenraam op naam brengen, is in veel gevallen schier onmogelijk. 
•    Bladluizen zijn vaak erg klein. Duidelijke foto’s nemen is vaak een uitdaging. Het lukt met een fototoestel met macrolens of je kan experimenteren met voorzetlensje op een smartphone.
•    Bepaalde lichaamskenmerken van bladluizen zijn belangrijk bij de determinatie. Probeer op het achterlijf de siphonen en de cauda duidelijk op de foto te krijgen. De siphonen zijn de hierboven vermelde buisjes. De cauda is het ‘staartje’ waarlangs de bladluis honingdauwdruppels produceert. 
•    Op sommige planten is een grote bladluizendiversiteit te vinden. Bomen zoals eik, berk, wilg en esdoorn herbergen heel wat variatie. 
•    De hoogste diversiteit aan soorten vind je in de periode april-juni.
•    De aanwezigheid van mieren kan bladluizen verraden. Sommige mieren maken hun nest vlakblij bladluiskolonies. 

Een schat aan informatie over bladluizen is te vinden op de website van de Britse bladluizenkenners Bob Dransfield en Bob Brightwell: https://influentialpoints.com/Gallery/Aphid_genera.htm 

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie) en Dirk Baert (validator bladluizen waarnemingen.be).
 

Afbeelding
Bonte Lindebladluis
Rens Hendrickx
Sommige bladluizen zijn goed herkenbaar, zoals deze bonte lindebladluis.