Beverbeheer – hindernissen en kansen

11 apr 2024
Categorieën
Lokaal nieuws
Organisatie

Tijd om eens beter kennis te maken met enkele fascinerende bewoners van Holsbeek. De kans dat je ze te zien krijgt, is vrij klein maar je kan geluk hebben, zoals natuurpunter Thomas tijdens het joggen langs de Winge. Hij kon een bever minutenlang volgen en filmen met zijn telefoon.

Kenmerken

De bever is het grootste knaagdier van Europa. Op wereldschaal moet hij alleen maar de Zuid-Amerikaanse capibara laten voorgaan. Met een gewicht tot 25 kg en een lengte tot 130 cm – 30 cm staart inbegrepen – zitten bevers in dezelfde categorie qua gewicht en lengte als pakweg een herdershond. Maar dan wel een van de lage soort: bevers hebben korte poten die het uitstekend doen in het water, maar op land zijn ze eerder onbeholpen. Vandaar dat je ze maar zelden ver van het water ziet.

Hun bekendste attributen zijn de grote, met ijzer versterkte tanden waarmee ze vlotjes door bomen kunnen knagen. Bevers gebruiken bomen niet alleen als materiaal voor hun burchten en dammen maar ook als voedsel. Het hout zelf heeft maar weinig voedingswaarde, maar de bast, twijgjes, knoppen en bladeren staan wel op het menu. Vooral zachtere boomsoorten zoals wilg en populier worden geveld. Toch eten bevers voornamelijk planten als die beschikbaar zijn: waterplanten, bloemen, grassen, voedergewassen. Een goeie bever eet alles wat vegan is.

Er valt nog veel interessants te zeggen over de bever zelf maar daarover vind je heel goede info op het internet [1].

 

Evolutie in Belgie

Maar hoe zit het nu met de bever bij ons? 150 jaar geleden zag het er slecht uit: de bever was uitgestorven in onze gebieden en in totaal bleven er toen nog maar zo’n 1200 dieren over, verspreid over enkele geïsoleerde gebieden zoals de Rhône delta, Beieren, het zuiden van Noorwegen, …
Voor de volledigheid: we hebben het hier over de Euraziatische bever. In Noord-Amerika leeft een andere beversoort en gezien die een verschillend aantal chromosomen heeft, zullen beide soorten  dus nooit mengen.

Maar goed, nadat de bever wettelijk beschermd werd, kon het herstel beginnen. De populatie werd daarbij geholpen door een aantal herintroducties. Rond het jaar 2000 waren er illegale uitzettingen van Beierse bevers op de Dijle ten zuiden van Leuven. Verder zijn de bevers die in Nederland en Wallonië werden geïntroduceerd, intussen via de Maas afgezakt tot bij ons.

Omdat bevers nog een beschermde status hebben, kan je geen nauwkeurige locaties opvragen op waarnemingen.be. maar bijvoorbeeld wel het voorkomen in vakken van 10 km op 10 km. Volgende kaartjes geven dan ook  mooi de evolutie van de populatie weer.

Situatie in Holsbeek

Vermoedelijk zijn die uitgezette bevers, of hun nakomelingen, via de Dijle, de Demer en uiteindelijk de Winge in Holsbeek verzeild geraakt. “Bezige Beierse bevers bewegen blijmoedig buitenwaarts”, om het zo maar eens te zeggen.

Gelukkig kan je op waarnemingen.be wel al je eigen waarnemingen bekijken; het volgende plannetje is dan ook het gevolg van enkele zoektochten langs onze Holsbeekse wateren. Gezien de getoonde punten enkel dammen, glij- en knaagsporen en holen zijn die iedereen kan zien, lijkt het ons geen probleem om het kaartje hier te tonen.

Afbeelding
Kaart Holsbeek
Google Maps

Het lijkt erop dat bevers houden van rustige plaatsen en daarom huizen en wegen proberen te mijden. Zo zijn er bijvoorbeeld rond het kasteel en de vijvers van Horst weinig sporen te vinden. Anderzijds lijkt het gebied achter de pastorie van Sint-Pieters-Rode een beverparadijsje te kunnen zijn maar ook daar is er weinig beveractiviteit te zien.

 

Dammen zijn het duidelijkste zichtbaar maar ook de typische glijsporen vallen vaak  duidelijk op. Dat zijn de plaatsen waar de bever het water verlaat om even op het land te foerageren of om over te steken naar een andere waterpartij. Soms worden er zelfs grachten gegraven tussen nabij gelegen beken of vijvers.

 

Als je daar in de buurt gaat kijken, zie je vaak ook knaagsporen. Dit kan gaan van de duidelijke potloodvormige punten bij grote bomen tot de schuin afgebeten kleinere takken. De groeven van de tanden zijn vaak duidelijk zichtbaar en voelbaar. Ook kan je er bomen zien waarvan op ‘beverhoogte’ de bast is afgeknaagd.
 

Burchten spreken het meeste tot de verbeelding maar komen niet zo vaak voor: als de oevers voldoende hoog zijn graven bevers bij voorkeur holen. Deze zijn moeilijk te vinden omdat hun ingangen vaak onder water liggen, maar soms vallen ze in en kan je een inkijk krijgen.

Samen met natte voeten is dit het grootste gevaar van een beversafari: dat je plots in zo’n gat stapt dat onder het gras verborgen ligt.

Gunstige staat van instandhouding bereikt

De bever doet het dus weer goed. Een studie van het INBO van 2012 [2] bevat mooie kaartjes en een tabel met het aantal territoria in Vlaanderen: in 2019 werden er 210 geteld en voor 2023 werden er 450 voorspeld. Het SBP (Soortenbeschermingsprogramma) bever van 2015 [3] gaat uit van een “gunstige staat van instandhouding” van 100 “reproductieve eenheden” in Vlaanderen, wat overeenkomt met zo’n 167 territoria (omdat er zo’n 40% van de territoria maar door één bever bewoond wordt). Daar zitten we nu dus al vlotjes boven.

Een studie van 2015 schat het aantal potentiële territoria in Vlaanderen op 924, wat met een geschatte aangroei van ongeveer 20% per jaar wil zeggen dat we binnen enkele jaren ‘vol’ zullen zitten.

Net na het maken van dit artikel is het SBP 2 voor de bever goedgekeurd in een ministerieel besluit (Jan 2024, ter vervanging van het SBP van 2015 - dat erg gelijkaardig is)
De bijlage en het achtergronddocument zijn erg uitgebreide maar leesbare teksten; dit er zijn enkele punten uit:
- De gunstige staat van instandhouding (GSVI) is bereikt, wat wil zeggen dat het nu gemakkelijker is om afwijkingen te bekomen van de beschermingsmaatregelen -- hoewel die nog steeds prominent aanwezig zijn in het sbp.
De gegevens komen vooral van de rattenvangers van de VMM en verder van waterloopbeheerders, ANB medewerkers en via schadeclaims.
- De bescherming van de bever primeert, behalve als deze in conflict komt met: andere Europees te beschermen soorten en habitats,  Regionaal Belangrijke Biotopen  of leefgebied van habitattypische soorten (HTS) en rode lijst soorten. Verder moeten de soorten en habitats voldoende ontwikkeld zijn en voldoende abundant voorkomen. De volledige lijst van afwegingen staat in par 6.5 van de bijlage.
- Als aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, kunnen afwijkingen worden aangevraagd en maatregelen genomen; de zwaarste is het vangen en verplaatsen van een familie - waarbij ook wordt vermeld dat je hiermee enkel 'tijd koopt' om intussen het gebied 'bever onvriendelijker' te maken. Aanvragen moet wel grondig afgewogen, gemotiveerd en proportioneel zijn.
- Op niveau van de waterbeheerders en 'andere betrokken actoren' is er een overlegplatform voor evaluatie en kennisuitwisseling.
- Er wordt een integrale visie uitgewerkt (door waterloopbeheerders, INBO, natuurverenigingen, landbouwsector, ...) om op lange termijn duurzaam samen te leven met de bever. Het doden van bevers zou dan ook mogelijk kunnen worden.
- Er zijn links naar interessante INBO onderzoeken, waaronder een recente kaart van de Vlaamse territoria en een studie met gezenderde bevers op de Dijle en de Demer.
- Er wordt een beverinterventieteam opgericht dat advies en bijstand kan verlenen bij problemen.
- Er wordt een lijst opgesteld - in samenspraak met de betrokkenen - van gebieden waarin de bever zich ongestoord en duurzaam kan vestigen; één van deze potentiële gebieden is de Hagelandse Vallei (tabel 3.4.1).
 

 

Medestander in de strijd voor natuur en klimaat

Bevers worden ‘keystone species’ genoemd, wat wil zeggen dat een paar dieren al grote invloed hebben op hun omgeving. Of concreter: honderden soorten planten en dieren zullen verdwijnen of net verschijnen op plaatsen waar een familie bevers is gaan wonen. Dat heeft een paar voordelen.

Ten eerste hebben bevers een overwegend positief effect op biodiversiteit [5]. Het omknagen van bomen zorgt voor meer licht op de bosbodem waar veel planten en dieren van profiteren. De omgevallen bomen vergaan en zijn een belangrijke bron van bescherming en voedsel voor tal van insecten, zwammen en andere dieren [3].

Ten tweede is er de vernatting als gevolg van de dammen en gegraven grachten. Op zich is die ook goed voor de biodiversiteit maar ze zorgt ook voor belangrijke waterbuffers. Zo’n waterbuffer werkt tegen zowel overstromingen als droogtes [5]. De vzw Bever zeg maar, die zich gratis inzet om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan.

 

Niet alles koek en ei

Maar, we leven in een regio waar elke lap grond al een functie heeft en waterlopen zorgvuldig worden beheerd en in hun bedding gehouden. Vestigt zich daar een waterbouwkundig ingenieur, dammenbouwer en kundige graver met een totaal andere visie, dan kan het niet anders dan dat je conflicten krijgt.

Qua omgevallen bomen en opgegeten oogsten lijkt er niet zo’n probleem te zijn. De schade blijft gewoonlijk beperkt tot enkele meters van de waterlijn; en land- en bosbouwers lijken de opgegeten gewassen en omgevallen bomen vaak te tolereren. Verder kunnen kostbare oude bomen en fruitbomen gemakkelijk en goedkoop worden beschermd door er een raster rond te zetten. Er zijn zelfs speciale verven die je op de stam kan smeren als een raster niet gewenst is.

Maar ganse akkers of velden die onder water worden gezet, dat is een ander, serieus probleem. En niet enkel voor de landbouw maar ook voor het natuurbehoud. Vele graslanden in natuurgebieden bevatten vaak kleine, kwetsbare populaties van zeldzame en bedreigde planten en dieren. Met jarenlang volgehouden zorgvuldig beheer, zoals maaien op de juiste tijdstippen, proberen we deze soorten in stand te houden of te laten uitbreiden. En dan komt er een bever die in één nacht tijd een dam bouwt en dat kostbare weiland blank zet. Moest het gaan over grote, robuuste populaties en een trage verhoging van het waterniveau dan zou er niet zo veel aan de hand zijn: de planten kunnen dan geleidelijk aan hogerop ‘kruipen’.

En soms is dit nog niet het ergste: in onze waterlopen zitten vaak veel meststoffen die bij een overstroming neerslaan in de graslanden, en zo de zorgvuldig verarmde grond terug verrijken. Deze bemesting bevoordeelt namelijk netels, bramen en grassen die de zeldzame planten verdrukken.

 

Beheer

We moeten dus een manier vinden om zo goed mogelijk samen te leven met de bever. En dan komen we uit bij het woord ‘beheer’. Het soortenbeschermingsprogramma bever [3] vermeldt een aantal maatregelen en voorbeelden van hoe andere landen het aanpakken. Ook de Nederlandse website www.kenniscentrumbever.nl [12] bevat interessante info.

In de praktijk lijken we in Vlaanderen nog niet zo ver te staan, zowel op lokaal als op overkoepelend vlak.

Op lokaal vlak beperkt het beheer zich vaak tot het openmaken van de dammen zodat het water stroomopwaarts terug vloeit. Waarop de bever gewoonlijk de volgende nacht de dam terug opbouwt… Door dagelijks de (belangrijkste) dammen te verlagen kan je tijdelijk een bever ontmoedigen en dat is handig om een weide droog genoeg te krijgen om te maaien. Maar je moet er veel kostbare tijd insteken; en enige tijd nadat je je mesthaak terug aan de haak hangt, staat er weer een nieuwe dam…

Ook op hoger niveau lijkt er weinig overleg en coördinatie te zijn. Hoewel men bij Natuurpunt en vermoedelijk ook ANB en de waterbeheerder (gewoonlijk de provincie) weet heeft van de problemen op het terrein lijkt er weinig uitwisseling van informatie te zijn. Bijvoorbeeld: de rattenvangers van de VMM zijn goed uitgerust  met hun kano’s en waadpakken en hebben een erg goede kennis van onze waterlopen. Uit een ontmoeting in een naburige natuurgebied bleek dat ze perfect wisten waar de beverburcht was, iets wat de beheerders enkel maar konden vermoeden omdat ze zelf niet tot in dat nagenoeg ondoordringbaar stukje wildernis waren doorgedrongen. Er lijkt dus nog ruimte voor verbetering.

Beverbeheer is daarenboven niet zo eenvoudig. Je kan bijvoorbeeld met een betonnet en een dikke buis gemakkelijk een zogenaamde ‘beaver deceiver’ maken. De buis steek je aan de ene kant door de dam op de gewenste waterhoogte, en je laat het andere uiteinde beginnen in een rechthoek of prisma die je van het betonnet hebt gemaakt. Voldoende voorbeelden te vinden op het internet, de dikte en mazen van het betonnet staan bijvoorbeeld in [5] en [12]. Op zich werkt de constructie prima, behalve dat de bever enkele weken later dan maar een nieuwe dam heeft gebouwd, 10 meter verderop…

Toch zou het mooi zijn als we een soort overeenkomst zouden kunnen bereiken. Overdag dammen afbreken die ‘s nachts terug opgebouwd worden, is voor beide partijen zo’n verlies van tijd en energie..

Afbeelding
Beaver deceiver
Stef Hoeben

Ecologie – territoria

Misschien helpt het als we de beverecologie beter begrijpen.

Zo zijn bevers erg territoriaal. Een territorium wordt bezet door een bevergezin dat geen soortgenoten toelaat.

Zo’n bevergezin bestaat uit een ouderpaar en de kinderen van de laatste 2 jaren. De gemiddelde grootte is ongeveer 4 dieren. Rond hun tweede levensjaar worden de jongen volwassen en verlaten het ouderlijke territorium, op zoek naar een eigen plek.

De grootte van een territorium wordt niet gemeten als een oppervlakte maar als de lengte langs een waterloop. Dit omdat bevers zich zelden meer dan 20 meter van het water begeven, gewoonlijk zelfs niet meer dan 5 meter. De gemiddelde lengte is 3-6 km, hoewel 0,5 km tot 12 km mogelijk is.

Gewoonlijk begeven ze zich alleen maar op land om eten te verzamelen dat dan naar het water gesleept wordt en daar opgegeten. In het water voelen ze zich dus veilig, tenminste als het diep genoeg is, typisch minstens 70 cm. Bij een lagere waterstand wordt vaak een dam gebouwd.

Bevers foerageren vooral tijdens het donker, overdag verblijven ze gewoonlijk in rustplaatsen die verspreid liggen over het territorium. We denken hierbij meteen aan een burcht maar als het mogelijk is, verkiezen bevers holen. Deze worden gegraven in dijken of waar de oevers hoog genoeg zijn. De ingangen liggen onder water – nog een reden voor de bever om het water hoog genoeg te houden.

Als bevers een gebied koloniseren, beginnen ze op de plaatsen die het meest geschikt zijn: voldoende diep water en ver weg van mensen. Daar worden geen dammen gebouwd – bevers zijn ook alleen maar nijver als het nodig is – en er is weinig impact op de omgeving. Naarmate de populatie groeit, worden de nakomelingen verplicht om zich op minder geschikte plaatsen te vestigen. Daar worden dan dammen gebouwd om voldoende diepe beekjes en natte stukken te verkrijgen voor een nieuw territorium.

Je zou hopen dat, eens alle potentiële territoria volzet zijn, er een soort evenwicht ontstaat. Zoals gezegd verdedigen bevers hun territorium en je zal er dus maar één familie vinden; dit in tegenstelling tot de meeste andere soorten knaagdieren. Volgens ‘de literatuur’ zijn beverterritoria behoorlijk stabiel eens de kolonisatie van een gebied zich voltrokken heeft [9], wat ongeveer 20 jaar duurt. Er worden dan minder kinderen geboren die langer bij de ouders blijven en meehelpen met de verdediging van het territorium. Als een van de ouders wegvalt, wordt de plaats ingevuld door een seksegenoot. Bevers leven lang, dus is de kans dat beide ouders tegelijk doodgaan en het territorium komt te vervallen klein.

 

Maar...

Maar dat is niet wat we in de praktijk zien. Er is veel beveractiviteit en geregeld zie je nieuwe dammen verschijnen en andere tekenen van uitbreiding.

Misschien zitten we in het stroomgebied van de Winge in deze laatste fase voordat alles ‘vol’ zit, zoals je zou kunnen afleiden uit het artikel van Kristijn Swinnen op VRT NWS [6]? Bevers die de laatste, minder geschikte plekken proberen ‘bewoonbaar’ te maken?

Mogelijk heeft het ook te maken met onze reactie? Bevers die veel tijd en energie steken in het terug opbouwen van dammen hebben misschien minder tijd om hun grenzen te verdedigen? Of het wordt ze zo moeilijk gemaakt dat ze een bepaald gebied opgeven en dit proberen te compenseren door andere gebieden in te nemen?

Territoria vinden - geurheuvels

Territoria bepalen zou ons dus wel eens een stap verder kunnen brengen qua beverbeheer.
En daar wringt het schoentje: het is moeilijk om grenzen van die territoria te bepalen.

In onder andere Noorwegen en in de Biesbosch heeft men de bevers in een gebied uitgerust met GPS trackers en kleurenplaatjes en dan intensief opgevolgd. Dat geeft heel mooie kaartjes met de verschillende territoria en de bewegingen van de bevers. Maar dat zijn universitaire studies die met gratis studenten worden gedaan. Wij moeten het stellen met liefhebbers die liever wandelen dan uitslapen en TV kijken…

En dan komen we bij geurheuvels (Engels: scent mounds). Dit zijn (vaak) kleine hoopjes takken, gras en modder die langs de oever – of op eilandjes - gemaakt worden en waarmee de grenzen van een territorium worden afgebakend. Deze zijn volgens Joeri Cortens duidelijk te ruiken [4] (“een combinatie van schoensmeer en dettol”). Andere bronnen spreken over de geur van kamfer en vanille. Een regenbui kan de geur echter vervagen zodat ze voor mensen niet meer te ruiken zijn [14].

Een mogelijke geurheuvel in het Holsbeekse, op een plaats die een goede grens lijkt tussen territoria, zie je op volgende foto. Deze werd tijdens de winter en na een regenbui gemaakt. Er viel dus niets te ruiken. De beste periode om geurheuvels te vinden is blijkbaar maart-april omdat de jongvolwassen bevers dan gewoonlijk hun ouderlijk territorium verlaten om een eigen stek te zoeken.
Het loon zeker de moeite om hier in het voorjaar nog eens terug te komen kijken.

Misschien heeft het INBO een gedetailleerd overzicht van alle Vlaamse territoria [14] maar het is ons nog niet gelukt om hier meer informatie over te vinden.

Moesten we de bovenvermelde geurheuvels kunnen herkennen dan konden we een mooi overzicht maken van de bestaande territoria. Nu kunnen we alleen maar vaststellen dat ‘een bever’ ergens een dam heeft gebouwd, dan zouden we kunnen stellen ‘familie X is blijkbaar haar territorium naar het noorden aan het uitbreiden’ of ‘blijkbaar is er een nieuwe bever actief die hier een nieuw territorium wil beginnen’. In het eerste geval zou je kunnen beslissen ‘goed we geven familie X dat stuk in de hoop dat ze iets verderop minder hevig reageren als we elders een dam verlagen’. In het tweede geval kan je misschien beslissen om de nieuwkomer te ontmoedigen.

Territoria vinden lijkt moeilijk maar niet onmogelijk, getuige een erg interessant paper van 2021 waarin gedetailleerd uitgelegd wordt hoe men de territoria op enkele Schotse rivieren in kaart heeft gebracht [9].

Afbeelding
Bever geurheuvel
Stef Hoeben
Geurheuvel van de bever langs het water.

Waterniveau

Een andere interessante meting is het waterniveau. Het zou handig zijn als je vanop je smartphone of computer een tabel of kaartje kon krijgen van de waterhoogtes in de buurt van de dammen en kwetsbare weides. Zo kan je ‘s morgens meteen zien waar de bevers die nacht hebben ‘toegeslagen’. Er bestaan sensoren die de waterdiepte meten en via een radiosignaal (‘LoRa’) doorsturen over een afstand van enkele kilometers. Ergens in het gebied zou je dan, bij een huis, een ‘gateway’ kunnen zetten die alle metingen doorstuurt naar het internet. Dit wordt vaker gebruikt [10] en is niet zo duur. Een gateway heb je al voor zo’n € 300 en per sensor – dus per meetpunt – kan je met € 100 toekomen [11].

 

Besluit

De bever is een blijver. De tijd dat we een groot zoogdier tot uitroeiing dreven, is gelukkig voorbij. Bevers hebben de haast unieke eigenschap om een landschap ingrijpend te veranderen – meer bepaald naar een nattere toestand.

Gewoonlijk is dat een goede zaak voor natuur, klimaat en biodiversiteit maar in een  dichtbevolkt gebied zoals het onze zorgt het ook voor conflicten. Bijvoorbeeld met natuurbeheerders die zich inzetten voor het behoud van kostbare stukjes natuur die geen plotse vernatting verdragen. Natuurgebieden langs de Winge en de Demer, en vermoedelijk ook elders, worden steeds heviger geconfronteerd met de uitbreidende bevers.

Een nieuwe situatie dus, en blijkbaar is er nog weinig kennis, overleg en coördinatie.

Misschien zouden lokale vrijwilligers de territoria in kaart kunnen brengen en hun activiteiten monitoren? Mogelijk kan deze kennis zorgen voor slimme ingrepen (beaver deceivers, afrasteringen, mogelijks verstorend geluid of licht) waarmee we de bevers kunnen duidelijk maken waar ze al dan niet welkom zijn of hun activiteiten moeten beperken? Niet dat we hiermee alle problemen kunnen oplossen, maar het zou mooi zijn als het beheer iets verder kon gaan dan elke dag weer dezelfde dammen afbreken.

Stef Houben, Natuurpunt Holsbeek

Referenties

[1] Algemene beverinfo:
Website Natuurpunt: https://www.natuurpunt.be/pagina/bever
Bevers spotten: https://www.natuurpunt.be/cursus-wild-spotten-les-1-de-bever
Video: bever versus tak: https://www.youtube.com/watch?v=lOXIpsoEo2w
waarnemingen.be: https://waarnemingen.be/species/375/
Beverbucht, David Attenborough: https://www.youtube.com/watch?v=iyNA62FrKCE

[2] Huysentruyt, F., Rutten, A. (2021). Een risico- en preventiekaart voor bever in Vlaanderen.
Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2021 (76). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. DOI: doi.org/10.21436/inbor.34044818
https://pureportal.inbo.be/en/publications/een-risico-en-preventiekaart…

[3] Soortenbeschermingsprogramma bever van 2015, ANB
https://natuurenbos.vlaanderen.be/dieren-en-planten/soortenbescherming/lijst-van-alle-sbps#toc-bever

[4] Joeri Cortens in Nieuwe Feiten over de bever, minuut 18 – 29.30.
https://www.vrt.be/vrtmax/luister/radio/n/nieuwe-feiten~11-9/nieuwe-feiten~11-25022-0/

[5] European beaver handbook. Ecology and Management of Castor Fiber.
https://www.bol.com/nl/nl/f/the-eurasian-beaver-handbook/92000000592726…

[6] Artikel op VRT NWS, 2022: Bever zet opmars in Vlaams-Brabant verder: populatie in 5 jaar tijd verdubbeld - Interview met beverexpert Kristijn Swinnen van Natuurpunt
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/11/04/bever-zet-opmars-in-vlaams-brab…

[7] Territory and group sizes in Eurasian beavers (Castor fiber) https://www.researchgate.net/publication/225254029_Territory_and_group_…

[8] Learning to Live with Reintroduced Species: Beaver Management Groups are an Adaptive Process
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/rec.13899

[9] Papers over bever territoria:
https://www.researchgate.net/publication/305760537_Territory_size_and_a…
https://www.researchgate.net/publication/341640664_Territoriality_and_life_history_strategies_of_the_Eurasian_beaver
https://www.researchgate.net/publication/225254029_Territory_and_group_sizes_in_Eurasian_beavers_Castor_fiber

Paper van 2021 waarin gedetailleerd uitgelegd wordt hoe men de territoria op enkele Schotse rivieren in kaart heeft gebracht: NatureScot Research Report 1274 - Survey of the Tayside Area Beaver Population 2020-2021 | NatureScot

[10] Gebruik van LoRa sensoren voor het meten van het waterniveau
https://assets.vlaanderen.be/image/upload/v1662631931/Measuring_water_l…

[11] Mogelijke LoRa apparatuur voor het monitoren van het waterniveau (andere dan in [10])
https://www.antratek.be/dlos8n-outdoor-lorawan-gateway

https://www.antratek.be/dds75-lorawan-distance-detection-sensor
https://www.antratek.be/lorawan-liquid-level-pressure-sensor-5m-cable

[12] Nederlands website met veel praktische info:
https://www.kenniscentrumbever.nl/

[13] Geurheuvels (scent mounds)
Emsland Beavers - Beaver Signs - Biofacts (emslandbiber.de)
How to identify the presence of beavers? – LIFE BOBER (life-beaver.eu)

[14] Master thesis Lander Vanstaen over bever territoria, Universiteit Antwerpen (2017-2018)
https://www.scriptiebank.be/sites/default/files/thesis/2019-09/MasterThesis_LanderVanstaen.pdf