Afbeelding
Narcissen zijn voor bijen niet echt waardevol.
Ward Tamsyn

Bijen voer je zo: de zin en onzin van bloembollen en bloemenmengsels

28 sep 2021
Categorieën
Natuurbericht

Het besef dat onze bijen - maar ook andere bestuivers - onder druk staan, groeit elke dag. Als reactie daarop wordt het aanplanten van bloembollen en het inzaaien van bloemenweides steeds populairder. Die verhoogde aandacht voor het tekort aan bloemen in onze omgeving is positief. Maar zijn dergelijke inzaai-initiatieven wel altijd nuttig of noodzakelijk? Hieronder zetten we de do’s-and-don’ts van bloembollen en bloemenweides op een rijtje.

Bloembollen als opstapje

Bloembollen worden door zowat iedereen gezien als mooie en gewenste planten. De afgelopen eeuwen hebben ze stilaan onze harten en gazons veroverd. Hierdoor is het aanbod dan ook erg uitgebreid. Lang niet alle soorten zijn echter interessant voor bijen. Zo worden narcissen, tulpen, lenteklokje en vogelmelk nauwelijks bezocht door wilde bijen. Krokussen zijn dankzij hun bloei aan het begin van de lente belangrijk voor honingbijen, hommelkoninginnen en de eerste solitaire bijen. Ze leveren de nectar en stuifmeel die aan het begin van het seizoen zo hard nodig is. Daarnaast zijn ook blauwe druifjes (druifhyacinten) erg in trek bij heel wat bijensoorten. Tot slot worden ook heel wat (sier)uien en looksoorten die later op het jaar bloeien druk bezocht door allerhande bijensoorten. 

Bloembollen worden traditioneel sterk behandeld tegen allerlei plagen. Recent gebeurt dat met behulp van de beruchte neonicotinoïden. Hierdoor wordt de volledige plant giftig, en kunnen bijen en andere bloembezoekers via nectar en stuifmeel vergiftigd worden. Kies dus steeds voor biologisch geteelde bloembollen. Deze zijn aan te kopen via onze website. Daarnaast kan je ook kiezen voor verwilderingsbloembollen. Deze hebben als voordeel dat ze elk jaar uitbreiden. Een eenmalige investering rendeert zo vele jaren na elkaar.

Verder is het belangrijk om voldoende afstand te behouden tussen de bloembollen. Zo is er steeds ruimte over voor wilde voorjaarsbloeiers zoals paardenbloemen, madeliefjes en ereprijssoorten.

De aanleg van een bloemenweide: een doordachte keuze

Bloemenzaad voor vlinders en bijen wordt tegenwoordig overal uitgedeeld en verkocht dat je zou denken dat de aanleg van een bloemenweide de logische keuze is ter ondersteuning van onze broodnodige bestuivers. Op de meeste plaatsen zijn echter van nature voldoende interessante bijenplanten aanwezig die typisch zijn voor de streek en waar de lokale bijensoorten dan ook aan aangepast zijn (Foto). Ter voorbereiding van het inzaaien van bloemenweides wordt meestal aangeraden om de bestaande vegetatie te verwijderen en de bodem om te woelen. Oordeel dus eerst over de beginsituatie en behoud bij voorkeur de oorspronkelijke vegetatie. Bloemenweides inzaaien kan best positief zijn voor de bijen, maar is meestal niet nodig, een verslechtering van de originele situatie of volkomen nutteloos op verkeerde bodems. Een degelijk maaibeheer dat inheemse bijenplanten bevoordeelt is meestal veel goedkoper en nuttiger dan het jaarlijks inzaaien van een bloemenmengsel. Meer info over het omzetten van je gazon naar een bloemrijk grasland vind je hier.

Afbeelding

In dit grasland zijn van nature al veel streekeigen bloemen aanwezig. De lokale bijensoorten zijn hieraan aangepast en hebben deze nodig. Op dergelijke graslanden is het sterk afgeraden om een bloemenweide in te zaaien of bloembollen aan te planten (foto: Win Vertommen).

Het juiste bloemenmengsel

Wanneer je er dan toch voor kiest om een bloemenweide in te zaaien is het gekozen mengsel en de samenstelling ervan van groot belang. Zo wordt er vaak gekozen voor kleurrijke, uitheemse zadenmengsels, de zogenaamde carnavalsmengsels. Deze zijn niet interessant voor onze wilde bijen omdat ze hoofdzakelijk uit uitheemse plantensoorten bestaan of soorten die weinig nectar en stuifmeel voor bijen te bieden hebben, ook al beweert de verpakking het tegendeel. Dertig procent van onze bijensoorten kent een gespecialiseerd bloembezoek en is dan ook strikt afhankelijk van inheemse planten. Ga liever aan het eind van de zomer op zoek naar lokale bloemzaden in de bermen in de buurt: "Gebruik een vlindernetje om door de vegetatie te zwaaien en vang zo de zaadjes op, laat thuis nog even in een bakje narijpen op een droge plek om de beestjes die je mogelijk gevangen hebt eruit te laten kruipen. Daarna neem je een handje zand of andere licht vochtige grond en meng je het met het zaad en gooi het over de in te zaaien oppervlakte. Dit kan ook perfect in een al bestaand grasland of gazon, hier zoek je best wel een molshoop of een andere plekje open bodem uit om zaad in te brengen." - Zegt Ward Tamsyn.

Verder maakt men vaak gebruik van mengsels van fleurige éénjarigen met onder andere klaprozen, kamille en korenbloemen. Hoewel deze bloemen wel interessant zijn voor bijen en andere bestuivers, zijn deze meestal af te raden omdat ze jaarlijks of om de 2 jaar opnieuw ingezaaid moeten worden. De planten in deze mengsels zijn pioniers die makkelijk weggeconcurreerd worden door grassen of andere planten.

We raden dan ook aan om te kiezen voor mengsels met meerjarigen van volgende plantenfamilies: vlinderbloemigen (bv rolklaver, rode klaver,...), composieten (bv biggenkruid, knoopkruid, margriet,...), schermbloemigen (bv wilde peen,...), ranonkelfamilie (bv scherpe en kruipende boterbloem,...), kamperfoeliefamilie (bv beemdkroon) en klokjesfamilie (bv rapunzelklokje). Via Ecoflora kan je het juiste mengsel voor elke locatie vinden.

Ook belangrijk om te beseffen is dat bloemen zaaien op een sterk bemeste bodem altijd zal resulteren in een sterke vergrassing van het bloemenmengsel.

Voor meer tips om je tuin bijvriendelijk in te richten raden we aan om zeker ook eens een kijkje te nemen op deze pagina.

Tekst: Win Vertommen, Jens D’Haeseleer en Ward Tamsyn (Natuurpunt Studie)