Afbeelding
Sneeuwvlo
Rens Hendrickx - Sneeuwvlo

Daar is de sneeuwvlo: een dappere verschijning in winter wonderland

5 dec 2017
Categorieën
Natuurbericht


Wanneer bijna alle andere insecten van het toneel verdwenen zijn, is de sneeuwvlo of sneeuwspringer volop actief. Ze is daarmee een buitenbeentje. Bij temperaturen tot onder het vriespunt staan de volwassen dieren te springen om op zoek te gaan naar een partner.

Tijdens de winter bevinden de meeste insecten zich in een rustfase. Ze overwinteren als ei, rups, pop, nimf of in volwassen vorm. Vaak zitten ze verscholen op een beschutte plaats onder stenen, hout, strooisel of in een barst of spleet. Sommige insecten hebben zich echter aangepast om specifiek onder winterse omstandigheden actief te zijn. Gekende voorbeelden zijn nachtvlinders zoals de kleine wintervlinder, de zwartvlekwinteruil of de meidoornspanner. Minder bekend is de sneeuwvlo: een echte winterspecialist. Het diertje beperkt z’n activiteit en voortplanting tot de wintermaanden. Vanaf half oktober kan je de eerste volwassen exemplaren zien.

Vrees niet: de sneeuwvlo heeft niets te maken met de vlooien die we kennen als parasiet bij zoogdieren of vogels. Het insect is familie van de schorpioenvliegen en herkenbaar aan de typisch langwerpige snuit. Een sneeuwvlo wordt niet veel groter dan 4 millimeter. Dankzij haar donkere kleur kan ze zelfs in de winter snel opwarmen. Toch mag het niet té bont worden: bij echt vriesweer zal de sneeuwvlo niet actief zijn. Een temperatuur tussen 0 en 5 graden aan de grond is echter geen enkel probleem.

Afbeelding
gilles_san_martin_1.jpg

Dankzij haar donkere kleur kan de sneeuwvlo zelfs in de winter snel opwarmen. (foto: Gilles San Martin) 

Voor zo’n klein beestje is de wereld behoorlijk groot: een sneeuwvlo kan niet vliegen. Toch verplaatst ze zich zonder problemen door het winterlandschap. Een sneeuwvlo kan meerdere sprongen van ruim 20 centimeter achter elkaar maken. Zo geraakt het insect zelfs in de losse sneeuw vooruit. Daar dankt dit buitenbeentje ook zijn voormalige Nederlandse naam ‘sneeuwspringer’ aan. Hoewel volwassen sneeuwvlooien in de winter actief zijn, hebben de larven een ander extreem nodig voor hun ontwikkeling. Zij verkiezen hete zomerse temperaturen van 33°C.

Sneeuwvlooien komen typisch voor in open leefgebieden met kale of weinig begroeide plekken, in stuifzandgebieden met buntgras, duinen, heiden, schrale graslanden, bemoste rotsen of oude kapvlaktes. Een belangrijke voorwaarde is de aanwezigheid van Ruig haarmos of ook zandhaarmos. De larven van de sneeuwvlo leven van de ‘worteltjes’ of rizoïden van deze specifieke mossen. In België worden sneeuwspringers vooral gezien in de Antwerpse en Limburgse Kempen en in de Hoge Venen. Maar de soort werd ook al gevonden in oude, open bossen met bemoste plekken aan de voet van de stam of langs paden en greppels. Zo werd in ons land in het midden van het Zoniënwoud al een exemplaar aangetroffen.

Afbeelding
verspreiding_en_statistieken_volgens_www.waarnemingen.be_.png

Links: verspreidingskaart van sneeuwvlo volgens waarnemingen.be - Rechts: waarnemingen van sneeuwvlo doorheen het jaar 

De komende maanden vormen de ideale periode om op zoek te gaan naar dit diertje. Omdat het zo klein is en actief midden in de winter, wordt dit insect weleens over het hoofd gezien. Een sneeuwvlo is echter gemakkelijk op het zicht te vinden, wanneer je erop let. Heb je er een gezien? Geef je waarneming, indien mogelijk met foto, door via de website www.waarnemingen.be.

Tekst: Annelies Jacobs  (Natuurpunt Studie)
Foto’s: Rens Hendrickx, Gilles San Martin