Na een recordtalrijke eerste generatie vlinders begin juli zijn er momenteel massaal veel rupsen van de dagpauwoog te vinden. Die leven vrijwel uitsluitend op brandnetels. Als alles goed gaat, zullen die gaan zorgen voor een overvloedige tweede generatie vlinders, mogelijk talrijker dan iemand zich kan herinneren. Dus laat die brandnetels nog even staan en vergis je niet, die rupsen zijn geen processierupsen. Al vanaf half augustus kan het spektakel losbreken.
Elke rups wordt een vlinder (of dat is toch de bedoeling, als het meezit). Dat is ook zo voor de niet zo fraai ogende rupsen van de dagpauwoog die ontpoppen tot één van onze prachtigste en talrijkste dagvlinders. Die dagpauwoog is de laatste jaren aan een bijzonder experiment bezig. Hij stapte recent over van één op twee generaties per jaar. Dat heeft alles te maken met klimaatopwarming en een langer vliegseizoen waarin er voldoende tijd is voor twee nieuwe generaties (na de vliegperiode in de lente van de overwinterende vlinders). Maar het heeft ook grote risico’s: als de lente toch koud en nat is, dan start alles later en als ook de herfst dan nog eens koud en nat is, heeft die tweede generatie onvoldoende tijd om nog energie op te doen voor de overwintering (de soort overwintert als vlinder).
Spelbreker? Droogte!
Een nog veel groter risico vormen de te hete en droge zomers omdat de rupsen van die tweede generatie in volle zomer waardplanten (brandnetels) van voldoende kwaliteit moeten hebben om groot te kunnen worden. In de bijzonder hete en droge zomer van 2018 ging het mis: de netels verschroeiden en de meeste rupsen stierven; de dagpauwoog crashte compleet, met als gevolg uitzonderlijk lage aantallen in 2019. Maar als die tweede generatie wél lukt, dan is het een enorme boost voor de populatie, zoals vorige herfst gebeurde, met recordaantallen tot gevolg. Sindsdien gaat het de dagpauwoog voor de wind: goede overwintering en een warme lente droegen bij aan een ongezien talrijke eerste generatie dit jaar, die al vloog eind juni en begin juli. Die hebben massaal eitjes afgezet en momenteel zitten de brandnetels vol met rupsennesten van dagpauwogen. Het overwicht van rupsen van de dagpauwoog ten opzichte van de andere netelvlinders is enorm. In de recente meldingen op waarnemingen.be gaat dit over 50x meer dan kleine vos, 100x meer dan landkaartje, 300x meer dan gehakkelde aurelia, en zelfs >3000x meer dan atalanta (die weinig talrijk is dit jaar) (maar deze vergelijking is mank omdat de rupsen van dagpauwoog, kleine vos en landkaartje in groep leven en daardoor opvallender zijn dan de solitaire rupsen van atalanta of aurelia). De meeste rupsen van de dagpauwoog zijn nu nog klein, bruin-zwart en leven nog in groep bij de spinselnesten. Na een paar vervellingen krijgen ze stekels en worden ze zwart met witte spikkels en oranje-rode pootjes. Dan worden ze veel mobieler en gaan ze op zoek naar voedsel en een plek om te verpoppen.
Verruigd hoekje met brandnetels met tientallen spinselnesten en in totaal >3000 rupsen van dagpauwoog (Zichem 28-7-2022) © Marc Herremans
Momenteel is het echter nog een dubbeltje op zijn kant: door de recorddroge maand juli staan veel netels er maar slapjes bij, vooral in bermen, op dijken en taluds. Sommige rupsennesten zijn al verdroogd; andere gaan wellicht nog volgen als het niet snel substantieel regent (wat er niet zit aan te komen) of weer heter zou worden (wat wel de verwachting is). Maar er zijn ook al rupsen die bijna aan verpoppen toe zijn, dus een (groot?) deel gaat het misschien wel halen. Dan mogen we met wat geluk vanaf half augustus recordaantallen verse dagpauwogen verwachten!
Een klad jonge rupsjes van dagpauwoog nog bij hun spinselnest © Marc Herremans
Maar waar gaan al die vlinders voldoende nectar vinden?
Door de ongewoon vroege timing van de tweede generatie (die normaal pas half september verschijnt, maar nu dus al een maand vroeger) gaan typische nectarbronnen die ze in de herfst massaal gebruiken zoals bloeiende klimop en herfstasters nog helemaal niet beschikbaar zijn. En hun favoriete zomerbloeiers die de eerste generatie gebruikt zoals bramen, vlinderstruik, koninginnenkruid, akkerdistel en knoopkruid zullen tegen dan uitgebloeid zijn. In sommige regio’s kan struikheide soelaas brengen, maar het wordt boeiend om te zien hoe ze zich gaan redden. Mogelijk brengt voedselgebrek wel bewegingen op gang.
Helaas leven de rupsen van de dagpauwoog op een van onze meest verwenste en verguisde planten: grote brandnetels. En die netels worden momenteel met de gebruikelijke hardnekkigheid bestreden (gemaaid, doodgespoten, … ). Wacht daar nu alsjeblief nog even mee tot na half augustus, dan hebben al die rupsen ten minste de kans om vlinder te worden.
Bijna volwassen rupsen van de dagpauwoog © Marc Herremans
En nee, die stekelige zwarte rupsen met witte spikkels die binnenkort over het terras of op de muren kruipen zijn dus geen processierupsen. Processierupsen zitten op eiken en zijn momenteel al verpopt (de eerste vlinders vliegen zelfs al). Die zwarte spikkels worden binnenkort – met wat geluk - prachtige dagpauwogen.
Tekst en foto’s: Marc Herremans (Natuuronderzoeker Natuurpunt)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief