Steden breiden uit, landbouw wordt intensiever en weerpatronen raken verstoord. Geen goede zaak voor de natuur in het algemeen, maar vooral trekvogels worden zwaar getroffen, omdat zij tijdens hun jaarlijkse tocht naar het zuiden afhankelijk zijn van een hele reeks verschillende leefgebieden.

Zijn trektocht levert de nachtzwaluw toegang tot goede voedselvoorziening op wanneer het hier bij ons te koud is om aan nachtvlinders te raken. Door te broeden in België vermijdt hij dan weer de competitie met andere nachtzwaluwsoorten die in Afrika te vinden zijn. Het beste van twee werelden dus! De complexe puzzel van die reis moet echter wel precies passen. Als een trekvogel bijvoorbeeld in zijn overwinteringsgebied niet kan anticiperen op de lente die vroeger aanbreekt door klimaatsverandering, komt ze te laat om jongen groot te brengen wanneer hier bij ons het meeste voedsel is. Het voordeel van de langeafstandstrek kan dus snel verloren gaan.
Tegelijk nemen de nadelen toe. Als gevolg van urbanisatie of grootschalige landbouw verdwijnen cruciale overwinteringsgebieden en pleisterplaatsen, waar vogels hun tocht onderbreken om terug op krachten te komen, als sneeuw voor de zon. Zo krijgen trekvogels niet het beste, maar wel het slechtste van twee werelden voorgeschoteld, als gevolg van onze impact op de natuurlijke omgeving.
Van Route du Soleil naar Channel Tunnel
Sommige trekvogels slagen er in zich aan te passen aan die veranderende omstandigheden. De zwartkop, een algemene tuinvogel, is daarin de kampioen. De meeste van hun trekken naar Zuid-Frankrijk of Spanje, anderen naar West-Afrika. Daarnaast zitten er ook wat buitenbeentjes tussen die besloten om naar Engeland te trekken, waar ze een mild klimaat, weinig concurrentie en goed gevulde voederplanken vinden. Deze Britse overwinteraars keren sneller en in betere conditie terug naar hun broedgebieden, een voordeel dat maakt dat meer zwartkoppen de ‘Route du Soleil’ inruilen voor de ‘Channel Tunnel’.
Voor langeafstandstrekkers is het een ander verhaal. Ons onderzoek toont dat de nachtzwaluw zowaar koppiger is dan de zwartkop. Nachtzwaluwen die we met een zendertje volgen, trekken namelijk allemaal op nagenoeg dezelfde manier naar Centraal-Afrika. Geen trendsetters die nieuwe bestemmingen opzoeken dus. Zelfs nachtzwaluwen die in Mongolië broeden, reizen naar Afrika, een jaarlijkse tocht van zo’n 30.000 km, terwijl andere soorten het veel dichterbij zoeken.
Sprinten en duurlopen
Ons onderzoek toont bovendien ook dat ze kieskeurig zijn wat hun broedgebied hier in België betreft: grote, aaneengesloten heidegebieden, met de juiste hoeveelheid naaldbossen en graslanden in de buurt. Toch is ook de nachtzwaluw op zijn manier flexibel. Wanneer ze hun broedgebied verlaten om aan hun trek te beginnen, laten ze gelukkig hun sterallures al snel varen. Nachtzwaluwen die een zendertje dragen, zijn onderweg namelijk al tevreden met kleine stukjes natuur waar ze hun energiereserves aanvullen. Die plekjes kunnen ze gemakkelijk vinden, zonder lang te hoeven zoeken naar een uitgestrekt natuurgebied, zodat ze hun reis vlot kunnen voortzetten.
Daarnaast vertonen ze flexibiliteit in hun trekstrategie. In onherbergzame gebieden zoals de Sahara gedragen ze zich als ware sprinters en leggen ze gemiddeld meer dan 300 km per dag af. In voedselrijkere streken zoals de savannes van West-Afrika, nemen ze echter hun tijd. Hier trekken ze aan een rustiger tempo, en gedragen ze zich meer als duurlopers die hun energie onderweg blijven aanvullen.
Ondanks hun conservatieve trekroutes kunnen ze zich dus wel aanpassen wanneer het aankomt op hun gedrag en keuze van pleisterplaatsen. Die flexibiliteit biedt hen een soort verzekering: door minder afhankelijk te zijn van perfecte omstandigheden op een paar cruciale plekken, worden de risico's kleiner als er ergens iets misloopt.

Een nostalgische natuurliefhebber droomt natuurlijk van een wereld vol met eindeloze oerbossen en uitgestrekte regenwouden. Maar met beperkte middelen voor natuurherstel is dat vaak niet haalbaar. Daarom moeten we het aanpassingsvermogen van soorten benutten. Door herstelmaatregelen te richten op bestaande leefgebieden en de verbindingen daartussen, kunnen we de negatieve impact van de mens beperken. Op deze manier kunnen we het magische spektakel van de vogeltrek op een duurzame manier veiligstellen voor de toekomst.
Tekst: Michiel Lathouwers (UHasselt – UNamur)
Stem!
Help Michiel en zijn nachtzwaluwonderzoek aan de publieksprijs van de PhD Cup door jouw stem uit te brengen!
Stem hier op de publieksprijs van de PhD Cup
Bekendmaking op 16 oktober 2024.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief