Afbeelding
Maanwaterjuffer
Erik Moonen

De internationale dag van de biodiversiteit: een feestdag in mineur?

22 mei 2024
Categorieën
Natuurbericht

Elk jaar is 22 mei de internationale dag van de biodiversiteit. Tijd om stil te staan bij de toestand van onze natuur. Want gaat het daar nu niet beter mee? Tegenover een aantal positieve signalen, zoals de terugkeer van bepaalde grote zoogdieren, staan echter enkele zorgwekkende ontwikkelingen. We maken voor u het bilan op.

Steeds vaker lezen we in de media dat het best goed gaat met de natuur. Bepaalde stemmen uit de politieke wereld lijken niet alleen de klimaatcrisis te ontkennen of te minimaliseren, maar evenzeer de biodiversiteitscrisis. Misschien weten mensen niet (meer) hoe rijk onze natuur ooit was, door het zogenaamde shifting-baseline syndroom. Wat zegt de wetenschappelijke literatuur eigenlijk over de toestand van de biodiversiteit? En wat leren we uit de massa natuurwaarnemingen die vrijwilligers dagelijks verzamelen?

Eerst het goede nieuws…

Het goede nieuws is dat sommige hoopgevende trends zich lijken door te zetten. Dat we tegen het einde van de twintigste eeuw gestopt zijn met de (grootschalige) bejaging en verdelging van een aantal zoogdieren, lijkt nu zijn vruchten af te werpen, in heel West-Europa. De wolf, die vanuit Duitsland Vlaanderen weer wist te bereiken is daarvan het mooiste voorbeeld. Ook bevers zijn er weer volop en zelfs de otter doet schuchtere pogingen om zich weer te vestigen in Vlaanderen. De terugkeer van de das naar Vlaams-Brabant is een feit. Daarnaast zien we positieve signalen bij een aantal watergebonden soorten. Dat er in Vlaanderen al hard gewerkt is aan een betere waterkwaliteit, zorgde ervoor dat waterlopen evolueerden van soms biologisch dood naar beken met een redelijke kwaliteit -al liggen de Europese doelstellingen nog veraf. Een aantal vissoorten keerden terug en de weidebeekjuffer, in de jaren negentig nog een ‘kwetsbare’ soort op de Rode lijst, maakte een sterke comeback. Dankzij de inspanning van natuurbeheerders kon de afnemende trend van de boomkikker gekeerd worden en floreren populaties terug. En hoewel Vlaanderen al eeuwenlang een bosarme regio is, zijn een aantal bossoorten er duidelijk beter aan toe dan enkele decennia geleden. Wellicht heeft dat te maken met veranderd bosbeheer, waardoor natuur er meer kansen krijgt. Zo zorgt de toename van dood hout in bossen voor een hogere diversiteit aan zwammen, kevers en andere ongewervelden. De boommarter keerde terug en de grote weerschijnvlinder, tien jaar geleden nog een zeer zeldzame soort in Vlaanderen, komt nu weer op tientallen locaties voor. Het terugdringen van de uitstoot van zwaveldioxide zorgde ervoor dat na de eeuwwisseling populaties van zeldzame stekelzwammen en boombewonende mossen zich wisten te herstellen. 
 

Afbeelding
Boomkikker
Marc Herremans
Het herstel van de boomkikkerpopulaties is één van de succesverhalen van het Vlaamse natuurbehoud.

Daarna het minder goede …

Die mooie ontwikkelingen staan in schril contrast met enkele andere zorgelijke evoluties. De meest opvallende daarvan is de achteruitgang van insecten. Die werd voor het eerst aangetoond in Duitse studies rond vliegende insecten, waarin gewag werd gemaakt van een achteruitgang van -75% op 26 jaar tijd. Nadien volgden een hele hoop soortgelijke signalen uit diverse groepen ongewervelden. In Drenthe werd een achteruitgang vastgesteld bij loopkevers in heidegebieden, in Hongarije nam het aantal spinnen in landbouwgebied op 23 jaar met zowat de helft af, 80% minder zweefvliegen in Nederlandse bossen in 1982-2021, 40% minder regenwormen in Engeland op 25 jaar tijd, ... In sommige gevallen is de achteruitgang ronduit dramatisch te noemen: bijv. de kruisspin in Zwitserland, -99% tussen 1970 en 2019. Ook bij ons doet die soort het niet goed.

Langetermijntrends uit Vlaanderen zijn er nauwelijks, al werd ook in Limburgse heidegebieden een duidelijke afname van loopkevers (-75%) en spinnen (-34%) gemeten in de periode 1999-2021. Zoals zo vaak in de natuur is het verhaal genuanceerd. Uit het nachtvlindermeetnet van Natuurpunt, opgestart in 2009, blijkt dat ongeveer evenveel soorten vooruit- als achteruitgaan. Internationale studies geven aan dat waterinsecten het over het algemeen veel beter doen dan vliegende landinsecten. Niet alles is kommer en kwel, maar de grote trends zijn zorgelijk genoeg.
 

Afbeelding
Poelruitspanner
Robin Vermylen
Voor de poelruitspanner zijn de recente zomerdroogtes teveel van het goede geweest. Wellicht uitgestorven in Vlaanderen.

Klimaatverandering zet veel populaties onder druk. Het ging veel dagvlinders al niet voor de wind en door droogtes en hitte worden populaties van zeldzame soorten soms nog meer gedecimeerd. De afgelopen jaren zagen we ook soorten uit Vlaanderen verdwijnen, bijv. de tandbandspanner (2018) en de poelruitspanner (2023). Het gentiaanblauwtje staat op de rand van uitsterven. Op vlak van vlinders werd Vlaanderen wel eens Europe’s worst case scenario genoemd; in Nederland (waar de toestand gelijkaardig is), werd een afname in vlinderaantallen van -80% in de loop van de 20ste eeuw berekend. Libellen van vennen, zoals venwitsnuitlibel, venglazenmaker, speer- en maanwaterjuffer prijken hoog op de Rode lijst

Recente analyses geven aan dat de algemene insecten nog meer in de klappen delen dan de zeldzame, en dat heeft dan weer gevolgen voor de bestuiving van planten, een levensnoodzakelijk proces dat niet overal nog even vlot verloopt. In Nederland kan worden gemeten dat planten die door insecten bestoven worden het overal slechter doen dan de planten die door de wind bestoven worden. Door overmatige stikstofdepositie lijkt de plantendiversiteit overigens af te nemen, een tendens die zich ook elders in Europa voordoet

Afbeelding
Farmland Bird Index
INBO
Trend van de boerenlandvogels in België en in Europa

Ook bij vogels zien we zorgwekkende tendenzen. Zo bleek uit een grote analyse dat vooral enkele algemene vogelsoorten, zoals de spreeuw, een sterke achteruitgang in Europa laten zien. We speelden zo’n 246 miljoen mussen kwijt. De prachtige verhalen over broedende zeearenden en kraanvogels in Vlaanderen contrasteren met het enorme verlies aan akker- en weidevogels, dat maar niet gekeerd geraakt: wulp, grutto, kievit, veldleeuwerik, graspieper, grauwe gors, … Soorten als zomertortel en ringmus lijken zich in Vlaanderen naar de uitgang te begeven. 

Afbeelding
Zomertortel
Michel Viskens
De zomertortel is in Vlaanderen ernstig bedreigd.

Paddenoverzetters maken zich zorgen over de afnemende aantallen gewone pad. Dat wijdverbreide amfibie lijdt onder te zachte winters en zomerdroogtes. Voor de heikikker ziet de toekomst er in Vlaanderen somber uit. Het meest algemene reptiel, de levendbare hagedis, duikt in Nederland in het rood; wellicht is de situatie in Vlaanderen niet beter. 

Hoewel grote zoogdieren lijken uit te breiden, zien we andere trends bij kleine zoogdieren. Kleinere marterachtigen zoals wezel, hermelijn en bunzing doen het helemaal niet goed. Egels hebben het steeds moeilijker om te overleven in het versnipperde landschap: op 10 jaar tijd halveerde het aantal in Vlaanderen. In verschillende West-Europese landen worden negatieve trends van muizen en hazen vastgesteld. 

Veel waterlopen mogen dan wel visrijker zijn dan enkele decennia geleden, toch liggen de aantallen vissen nog veel lager dan ze ooit waren. Vooral in de rivieren is dat duidelijk, en dan met name bij trekvissen zoals paling en steur. 

Bij de paddenstoelen staan vooral de soorten die in symbiose leven met bomen, zoals boleten, russula’s, e.a. onder druk door een slechte milieukwaliteit. Dat een te hoge stikstofdepositie voor die soorten problematisch is, werd overigens al in 1991 aangetoond. Klimaatverandering bedreigt dan weer een resem levermossen

Afbeelding
Honingrussula
Wim Veraghtert
Veel zeldzame symbionten zoals deze honingrussula lijden onder te hoge stikstofdepositie.

En dan hebben we het nog niet gehad over de 44 Europees beschermde habitattypes die we in Vlaanderen aantreffen. Daarvan zijn er slechts drie in ‘goede staat van instandhouding’. België bengelt overigens onderaan de ranking van de Europese landen op dat vlak. 

Kortom, we zijn er nog niet. Nog heel wat werk aan de winkel. Hoewel er diverse hoopgevende signalen zijn, wijzen een aantal grootschalige trends erop dat de natuur momenteel in een allesbehalve goede staat is. Natuurpunt zet zich dagelijks in om die toestand te verbeteren. Beetje bij beetje. Hopelijk volgen politici ook. De natuurherstelwet goedkeuren zou alvast een goed begin zijn.

Tekst: Wim Veraghtert & Natalie Sterckx (Natuurpunt)