De Vallei van de Zwarte Beek is een van onze grootste natuurgebieden in Vlaanderen. Als beekvallei is het het meest omvangrijke levende veensysteem dat we nog hebben. Lang uitgestrekte veenlanden met overgangen naar heideterreinen en flankerende hoger gelegen infiltratiegebieden vormen de sterke eigenschappen van dit beekdal, met kraanvogels als ambassadeurs.
In de Vallei van de Zwarte Beek wordt al bijna 50 jaar werk gemaakt van behoud en herstel van de natuurwaarden. Intussen is het gebied dankzij inspanningen van de vrijwilligerteams uitgegroeid tot 1700 hectare. Vertrekkende vanuit wetenschappelijk onderzoek, expertise en innovatiedrang zetten we in op herstel van veen en het bijhorend infiltratiegebied. De terreinploegen en beheerteams van Natuurpunt staan in voor het doelgericht beheer van dit systeem.
Systeemherstel: eeneneen is drie
Kwalitatief natuurherstel in een beekvallei begint met het tot rust brengen van de hydrologie. Stabiele grondwatertafels die het maaiveld voeden, zijn noodzakelijk voor het behoud van het veen én voor het instandhouden van waardevolle vegetaties en soorten. De afgelopen eeuwen zorgde het veranderend landgebruik voor almaar diepgaandere wijzigingen in de bovenste grondlagen. Beken, grachten en greppels moesten het land droogtrekken zodat erop verbouwd kon worden. Maar er kwamen ook andere bedreigingen bij: turfwinning en productiegrasland verbouwden het valleilandschap een eerste maal. Later zorgde een steeds intensievere landbouwmethodiek voor steeds ingrijpendere hydrologische wijzigingen. Samen met lintbebouwing en verregaande verharding van stedelijke gebieden ontstond ook een ongestructureerde ruimtelijke invulling wat opnieuw impact had op het valleisysteem. Tot slot zijn er de stikstofuitstoot, verzuring en watercrisis die nieuwe bedreigingen vormen op het leefmilieu.
Uit veenonderzoek is gebleken dat het veenpakket in de brede middenstroom van de Vallei van de Zwarte Beek gemiddeld 2 meter diep is en in de smallere bovenstroom tot 6 meter diep reikt. Deze veenpakketten zijn in de diepte nog intact maar in de bovenste laag heeft het landgebruik een cumulatief negatief effect op de veenkwaliteit (fig.). In vele delen van de Zwarte Beek is tot 80 cm veen veraard en daardoor ook deels ingeklonken. Te intensief landgebruik, dat bovendien vaak niet is aangepast aan de natuurlijke sterke eigenschappen van dit ecosysteem, zal dit probleem nog verder gaan compliceren.
Het herstel van het veen in de vallei brengt de sponswerking terug en slim omgaan met onze infiltratiegebieden zal wat er aan de bron ervan ligt ook beschermen. Eeneneen is drie: systeemherstel.
Dwarsdoorsnede veenpakket: een venster op het verleden. Veenvallei met aan weerszijden het infiltratiegebied (niet afgebeeld). Rood geeft de geïmpacteerde laag weer. (bron: INBO)
Het veen reikt echter nog ver voorbij de grenzen van het huidige natuurgebied en ligt er onbeschermd bij. De ecosysteemdiensten blijven onbenut en onaangepast landgebruik houdt de houdgreep op dit natuurlijk systeem dwingend vast. Het gebied is van internationaal belang en daarom werden kerngebieden beschermd als Vogelrichtlijngebied en Habitatrichtlijngebied. Intensieve landbouw is absoluut ongewenst en is alleen maar te verantwoorden in een dergelijk gebied als ze daar ook een bijdrage kan leveren aan het behoud van de vogelstand en zeker niet als een bedreiging overkomt voor het instandhouden van systemen en leefgebieden voor vogels.
Kraanvogel is de gezant van systeemherstel
Uit monitoring en gedragsonderzoek kunnen we afleiden dat de kraanvogels het uitgestrekte valleisysteem quasi volledig benutten. Het herstelde veen biedt hen rust, veiligheid en voldoende voedsel om de belangrijkste periode van het kraanvogelleven door te maken: vanaf het broeden tot het vliegvlug zijn van de jongen gebruiken ze een relatief kleine oppervlakte. Baltsen en foerageren gebeurt dan weer in een ruimer gebied en van nazomer tot voorjaar hebben de vogels vooral nood aan plantaardige eiwitten die ze vinden in een nog bredere omgeving. In deze laatste periode trokken onze 4 vogels zelfs enkele maanden naar het buitenland. Tijdens migratieperiodes in voor- en najaar worden deze gebieden ook vaak opgezocht door grotere groepen die er de nacht komen doorbrengen en foerageren.
Het terugkeren van Gru en Dru en hun oudervogels is een signaal om in te zetten op systeemherstel. Ze duiden ons op de noodzaak ons leefmilieu uit de houdgreep te halen en te kiezen voor een systeemvisie, vrij van beslagleggingen en met de nadruk op de sterke eigenschappen van onze veenbeekdalen in Vlaanderen.
Systeemkijk in de Bocht van Laren: dit deelgebied krijgt een valleibreed veenherstel met de steun van Europa via Interreg Care-Peat.
Op het raakvlak biodiversiteit en klimaat
De rol van veengebieden in de strijd tegen klimaatopwarming wordt internationaal meer en meer erkend. Het is 5 voor 12 voor heel wat veengebieden wereldwijd. In ons land betekent een veengebied nog heel wat meer dan een potentiële koolstofopslagtank. De typische vegetaties die er voorkomen bestaan uit zeer zeldzame soorten veenmossen, veenpluis, zeggensoorten en waterdrieblad. De vallei van de Zwarte Beek is voor Vlaanderen het zwaartepunt om de instandhouding van dit vegetatietype te verzekeren. Hier treedt het biodiversiteitsbelang van deze gebieden mee naar voren. Goed ontwikkelde veenvegetaties herbergen op hun beurt ook tal van zeldzame fauna. Het is dan ook logisch te verklaren waarom de Zwarte Beek ook belangrijk is voor heel wat zeldzame vogelsoorten.
Kraanvogels zijn typische systeemgebruikers. Ze benutten het uitgestrekte valleisysteem quasi volledig en in al zijn aspecten. Het herstelde veen biedt hen rust, veiligheid en voldoende voedsel om de belangrijkste periode van het kraanvogelleven door te maken: vanaf het broeden totdat de jongen vliegvlug zijn gebruiken ze een relatief kleine oppervlakte. Baltsen en foerageren gebeurt dan weer in een veel ruimer gebied, vooral de vochtige en open graslanden en vennen spelen dan een belangrijke rol. Andere systeemgebruikers zijn oehoe, zwarte ooievaar en raaf.
Project Care Peat: herstel lokale waterhuishouding: dempen van greppels in de graslanden als 1ste stap van het systeemherstel. Dankzij de natuurlijke hellingsgraad kan zo het kwelwater worden vastgehouden en blijft oppervlakkige afwatering mogelijk.
Dankzij grote veenherstelprojecten als Care-Peat kunnen we de sterke eigenschappen van het veengebied verzegelen. Dankzij de financiële steun van Europa slagen we er in om voormalig intensief gedraineerde veenlanden hydrologisch te herstellen. We doen dit op grote schaal, valleibreed en met aandacht voor de aanwezige en potentiële natuurwaarden. Bij de keuze voor systeemherstel bestaat het risico dat er heel wat randeffecten bepalend kunnen zijn voor het uiteindelijke resultaat. Intensief stakeholder-overleg met gemeentes, waterbeheerders en netbeheerders versterkt het kwaliteitsniveau . Het natuurbeheerplan verzegelt de natuurdoelstellingen en het noodzakelijke beheer zodat het gebied verder kan evolueren tot een koolstofsink en een schatkamer voor biodiversiteit.
Tekst: Christof Van Ackere (Natuurpunt Beheer)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief