Afbeelding
Donkere wilgenzandbij
Kurt Geeraerts

Dit was 2024 voor de bijen & wespen

28 jan 2025
Categorieën
Natuurbericht

2024 was een jaar met veel regen en weinig zon. Dat had zijn weerslag op de bijen en wespen. De afwezigheid van enkele algemene hommelsoorten was één van de meest opvallende conclusies van de Insectenzomer. Maar 2024 was het ook jaar van de eerste bijenreservaten, weer een reeks bijzondere vondsten en meer. Tijd voor een terugblik én een vooruitblik.

2024, een erg nat en somber jaar. Wat deed dat met onze bijen en wespen? 

Dat 2024 een erg nat en somber jaar was zullen we allemaal wel gemerkt hebben. Volgens de metingen van het KMI was 2024 het natste jaar ooit, met extreem hoge neerslaghoeveelheden. Bovendien viel deze recordhoeveelheid in een gemiddeld aantal neerslagdagen. Behalve dan in de maand mei, wanneer we 23 dagen regen te verduren kregen. Daarnaast was 2024 het derde somberste jaar ooit. 

Veel regen en weinig zon is niet alleen slecht voor het humeur, maar ook bijen en wespen lijden hier onder. Tijdens De Insectenzomer, wanneer mensen massaal insecten gaan spotten in hun tuin of in de natuur, werden er dan ook zeer weinig bijen gespot. Vooral hommels werden minder waargenomen. Van de algemene akkerhommel werden slechts de helft van het aantal waarnemingen verricht ten opzichte van 2023. De steenhommel kende zelfs 70% minder waarnemingen. Een verontrustende trend. 

Een snelle blik op de statistieken van enkele meer algemene solitaire bijen, zoals de grijze zandbij of pluimvoetbij, geeft een positiever beeld. Het aantal waarnemingen van deze soorten is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven. Het is echter belangrijk om mee te geven dat bijen die in 2024 waargenomen werden veelal gevoed zijn als larven in het voorgaande jaar. Bijen zijn echte zonnekloppers en zijn, als koudbloedige insecten, afhankelijk van de zon voor hun eigen energie. Een nat jaar, met minder zonuren, zal ongetwijfeld zijn effect hebben op de populaties in 2025. 

Afbeelding
Blauwe zandbij
Lieven Decrick
Hoewel 2024 geen hoogvlieger was voor veel bijen en hommels, werden er toch wel wat bijzondere soorten gespot. Tijdens de Insectenzomercampagne werden verschillende nieuwe locaties van de zeer zeldzame blauwe zandbij ontdekt.

2024:  een warm jaar met nieuwe bijensoorten

Naast somber en nat was 2024 vooral ook (opnieuw) een warm jaar. Voor het eerst in enkele jaren kregen we geen hittegolven over ons heen, ook al werd 2024 het achtste warmste jaar ooit. Het voorjaar was opvallend mild, zonder vorstdagen in februari en maart. Een zeer warme maand februari zette heel wat voorjaarssoorten ertoe aan om een aantal weken vroeger uit hun diapauze te komen. Ook bij heel wat wespensoorten is dit het geval. In een recent verschenen casestudy over de plooivleugelwesp Euodynerus dantici blijkt dat de soort twee weken vroeger actief is in vergelijking met 20 jaar geleden. 

Klimaatopwarming leidt ook tot migratie van bijensoorten. Warmteminnende zuidelijke soorten worden steeds noordelijker waargenomen doordat ons klimaat voor hen geschikter wordt. De laatste jaren zijn er zo heel wat nieuwe soorten gemeld, gemiddeld 2-3 per jaar. In 2024 berichtten we onder andere over de ontdekking van de meerjarige groefbij in België en de opmars van de roestige zandbij in Vlaanderen. Daarnaast werd met Nomada kohli een nieuwe wespbijensoort ontdekt voor België en schoof de gegolfde maskerbij noordwaarts op en werd zo voor het eerst waargenomen in Vlaanderen. 

Maar ook heel wat verliezers

Met zoveel (her)ontdekkingen ontstaat het idee dat klimaatopwarming alleen maar positieve effecten heeft op onze bijenpopulaties, maar niets is minder waar. De soorten die hun leefgebied naar het noorden weten uit te breiden zijn vaak soorten die zich heel goed weten aan te passen en niet kritisch zijn naar hun leefomgeving. Soorten in het zuiden die minder flexibel zijn of hogere eisen stellen aan hun leefgebied, zullen niet naar het noorden kunnen migreren en uitsterven. 

Vooral in de groep van de hommels verwachten we stevige klappen. Hommels zijn, met hun dichte beharing, erg goed bestand tegen kou. Maar hierdoor zijn ze wel extra gevoelig voor hittegolven: uit een recent Engels onderzoek blijkt dat ze na een hittegolf minder goed in staat om nectarbronnen te vinden. Daarnaast zijn er ook nog de negatieve effecten van versnippering, intensieve landbouw en pesticidengebruik. Al heel wat hommelsoorten zijn verdwenen uit Vlaanderen, en doen het eigenlijk overal in West-Europa niet goed. Onderzoekers zijn pessimistisch over hun toekomst in Centraal- en Zuid-Europa, terwijl Scandinavië mogelijk een toevluchtsoord wordt voor bedreigde hommels.
 

Afbeelding
Donkere klokjeszandbij
Kurt Geeraerts
De donkere klokjeszandbij is één van de bijzondere bijensoorten die in bijenreservaat Altenbroek voorkomen.

Handen uit de mouwen

Bij Natuurpunt zitten we echter niet stil en proberen we er alles aan te doen om het tij te keren. Zo voeren we heel wat onderzoek uit naar wilde bijen en adviseren steden en gemeenten hoe ze bijen kunnen helpen door openbaar groen anders te beheren of in te richten. In 2024 werkten we aan bijenplannen voor Oostende, Rumst, Zemst en Zottegem en publiceerden we onze bijenplannen voor Herzele en Liedekerke.

Ook onderzoek naar bijendiversiteit op de campus Gasthuisberg van UZ Leuven, in ontginningsgebieden van Sibelco of de publicatie van typische West-Vlaamse wilde bijen, met concrete aanbevelingen en maatregelen, draagt bij tot betere bescherming van wilde bijen en verhoogt hun overlevingskansen.

De vele natuurgebieden die Natuurpunt beheert, zijn nu al toevluchtsoorden voor heel wat bijensoorten. Maar door bestaande gebieden aan te duiden als echte wilde bijenreservaten, willen we deze cruciale bestuivers nog meer ondersteunen. Dankzij steun van Love Tomorrow (Tomorrowland) is in 2023 een onderzoeksproject in de kleiputten van Terhagen gestart. Via dit project worden de bijenpopulaties er de komende 6 jaar beter opgevolgd en geven we extra ondersteuning aan de lokale vrijwilligers met beheeradvies en aankoop van educatief materiaal. Het rapport over de eerste inventarisatie verschijnt binnenkort online.

Ook tuineigenaars kunnen hun tuin bijvriendelijker maken. Uit het FlowerPower De Tuin-project van UGent blijkt dat alleen minder maaien vaak niet genoeg is voor bloemrijke grasvelden, omdat bodems vaak te vruchtbaar zijn. Na een experiment van drie jaar verschenen op veel plekken alleen algemene soorten zoals biggenkruid en witte klaver. Die planten trekken wel heel wat bijen aan maar voor een soortenrijk grasland is meer inspanning nodig, zoals gefaseerd maaien met afvoer van maaisel, inzaaien, en het verwijderen van de vruchtbare toplaag.

Bij het aankopen van zaadmengsels is het belangrijk om je niet te laten misleiden. Uit ons onderzoek naar de samenstelling van heel wat bloemenmengsels die beweren bijvriendelijk te zijn, blijkt dat ze weinig bloemen bevatten die veel soorten bijen aantrekken. Een goed bijenmengsel bevat vooral inheemse planten en vaak ontbreken die in de mengsels. 

Het jaar van de wesp

De collega’s van EIS in Nederland riepen 2024 uit tot het jaar van de wesp en zetten daarmee deze, vaak ondergewaardeerde, insecten extra in de kijker. Zo was er onder meer de publicatie van een nieuwe determinatiesleutel voor de spinnendoders. Deze sleutels maken soortherkenning makkelijker. Spinnendoders zijn solitaire wespen die op spinnen jagen en hun ecologie, uitvoerig beschreven in de sleutel, is zeer interessant om te lezen.

Ook in ons land wordt er steeds meer naar wespen gekeken. Op dit moment zijn er 4803 soorten wespen gekend. Dit aantal lijkt veel, maar is in vergelijking met omliggende landen redelijk laag. Zo staat in Nederland de teller op 6709 soorten. Er valt dus nog heel wat te ontdekken in België. En dit gebeurt ook effectief, zo werd dit jaar bijvoorbeeld een nieuwe graafwesp (Nysson distinguendus) ontdekt in een Kempische zandgroeve. Maar ook de goudwesp Chrysis marginata aliunda en de geelstreepdolkwesp werden voor de eerste keer waargenomen in België. 

De Aziatische hoornaar blijft zich ondanks bestrijding op grote schaal verder verspreiden. Meer dan ooit moeten we beseffen dat deze soort een blijver is en dat al de geleverde inspanningen weinig impact hebben gehad. Misschien moeten we in 2025 de aanpak evalueren en mogelijk het geweer van schouder verwisselen en meer inzetten op bescherming van de prooien? Vorig jaar en dit jaar werkt Natuurpunt alvast mee aan een onderzoek naar effectiviteit van selectieve vallen voor het wegvangen van koninginnen. 

Afbeelding
Knautiawespbij
Kurt Geeraerts
In 2025 kijken we uit naar de eerste Vlaamse Rode Lijst voor wilde bijen, waarop de knautiawespbij zeker een plek zal krijgen.

En wat brengt 2025?

In 2025 kijken we vooral uit naar de publicatie van de rode lijst van wilde bijen van Vlaanderen, waarin de trends van bijensoorten tussen het begin van de 20ste eeuw en nu worden vergeleken. Gevreesd wordt dat er voor veel soorten negatieve trends zullen zijn, en soorten bedreigd of zelfs uitgestorven zijn in Vlaanderen. In de Belgische rode lijst gepubliceerd in 2019, was bijna 45% van onze soorten bedreigd of verdwenen. Met een nieuwe rode lijst in de hand zullen we in 2025 extra moeite doen om ons in te zetten voor het behoud van deze belangrijke bestuivers. 

Tekst: Maarten Wielandts, Jens D'Haeseleer & Win Vertommen (Natuurpunt Studie; Werkgroep Aculea)