Afbeelding
Bruin blauwtje
Pieter Cox

Dit was 2024 voor de vlinders

20 jan 2025
Categorieën
Natuurbericht

“Over het algemeen opnieuw een zwak vlinderjaar”: dat schreven we vorig jaar over 2023, en dat kunnen we helaas dit jaar herhalen. Voor een beperkt aantal soorten, zoals bont zandoogje, landkaartje en stro-uiltje, was 2024 een goed jaar, maar voor de meeste vlindersoorten was het slecht. Voor soorten als kleine parelmoervlinder en bruin blauwtje kunnen we zelfs van een rampjaar spreken.

Het jaaroverzicht van 2023 startten we met een beschrijving van de late en vrij natte lente, met andere woorden: een zwak vlindervoorjaar. Maar dan hadden we 2024 nog niet gezien. Het vlinderjaar startte ook matig, maar vooral de maand mei ging de boeken in als barslecht. In Ukkel werden die maand 23 neerslagdagen geregistreerd (in een gemiddeld jaar zijn dat er minder dan 15). Dat betekende dat vlinders minder vlieguren dan normaal konden presteren. Het orantjetipje, de lentevlinder bij uitstek, zat qua aantallen op een normaal niveau in de eerste helft van april, maar nadien zakten de aantallen pijlsnel. Voor zeldzame graslandvlinders zoals aardbeivlinder en veldparelmoervlinder was 2024 te nat. Ook voor wijdverspreide soorten zoals icarusblauwtje en kleine vuurvlinder werd 2024 een jaar om snel te vergeten: hoewel die vlinders meerdere generaties (vliegperiodes) per jaar hebben, konden ze het ook in de zomer niet echt meer goedmaken.

Afbeelding
Trend kleine vuurvlinder 2024
Natuurpunt Studie
Relatieve talrijkheid van de kleine vuurvlinder per week. Deze soort had een uitgesproken zwak jaar. De kleine piek viel rond 16-22 september.

Dit was één van de meest opvallende fenomenen van het afgelopen jaar: vlinders die graag in droge graslanden leven, en weten te profiteren van warme omstandigheden, kenden in 2024 een opvallende terugval. De kleine parelmoervlinder, die de afgelopen decennia duidelijk wist toe te nemen in het binnenland, is daar min of meer gedecimeerd (een afname in verspreiding met -92% t.o.v. 2023). Bruin blauwtje en kaasjeskruiddikkopje, nog twee soorten die de voorbije decennia konden uitbreiden, waren (zeer) zwak vertegenwoordigd. Dat zagen we ook bij sommige nachtvlinders, zoals de weegbreemot.

Afbeelding
Weegbreemot
Natuurpunt Studie
Wie de kaartjes naast elkaar legt, merkt dat de weegbreemot het in 2024 niet goed deed.

Graslandvlinders 

Opvallend is dat een deel van de graslandsoorten, zoals bruin zandoogje, de schade binnen de perken wist te houden. Dat bruin zandoogje kende ook maar een matig jaar, maar was talrijk genoeg om in de tweede editie van de Insectenzomercampagne als meest gemelde insect te eindigen. Net als vorig jaar waren in die campagne de dagvlinders de meest populaire insectengroep. Na bruin zandoogje op één, volgden de atalanta en de dagpauwoog (dankzij weer een mooie 2e generatie) op de tweede en derde plaats. De winnaar van vorig jaar, het klein koolwitje, eindigde dit jaar niet in de top tien. Ook voor de koolwitjes was 2024 een moeizaam jaar, dat ze deels nog wisten goed te maken door het mooie zomerweer dat er dan toch nog vanaf 10 augustus (tot half september) doorkwam. Die periode kende een enorme vlinderpiek en had bovendien nog verrassingen in petto. Zo waren er de plotse comeback van het landkaartje en de ongeziene aantallen van het stro-uiltje, een dagactieve nachtvlinder. Ook kwam aan het licht dat de walstrospanner een heuse populatie heeft in een groot Limburgs heideterrein, een hoopgevende ontdekking! Van deze soort waren er tussen ca. 1985 en 2021 geen waarnemingen in België.

Heidevlinders

De typische heidevlinders boerden in 2024 ook niet bijster goed. Als uitzondering misschien de kommavlinder, die net als in 2023 een bovengemiddeld jaar kende. Van de heivlinder waren de aantallen maar matig. Deze soort kreeg het afgelopen jaar een steuntje in de rug door de herintroductie in enkele heideterreinen in de Antwerpse Kempen. In het Hageven in Pelt werd nog welgeteld één gentiaanblauwtje gezien, letterlijk de laatste der Mohikanen. Ook elders doet deze soort het niet goed.

Afbeelding
Trend keizersmantel 2024
Natuurpunt Studie
De keizersmantel breidde de afgelopen decennia sterk uit, maar had vorig jaar een slecht jaar. Nummers op de x-as zijn weeknummers.

Bosvlinders 

Voor de bosvlinders oogt het plaatje minder rampzalig dan voor veel heide- of graslandvlinders, maar ook daar kunnen we niet van een goed jaar spreken. Soorten die de voorbije twintig jaar sterk wisten uit te breiden, zoals de keizersmantel en de braamparelmoervlinder, waren in 2024 veel minder van de partij. Voor het droogtegevoelige koevinkje was het natte 2024 nog niet meteen genoeg om snel te kunnen herstellen: effecten van voorgaande jaren werken dus door.

Verrassingen

Een matig vlinderjaar betekent niet dat er geen krenten in de pap zaten. Zoals altijd waren er nu ook weer echte verrassingen, zoals de koningspage die in juli op een vlinderstruik in Zoersel zat. Deze soort wordt wel vaak gemeld, maar doorgaans zijn het geen gedocumenteerde waarnemingen, nu dus wel. Mogelijk profiteert de soort wat van de klimaatverandering; in Wallonië lijkt ze uit te breiden. Nog straffer: een witbandzandoog die op 15 september in Oostende werd gefotografeerd, een zuiderse soort die nog niet eerder in Vlaanderen gemeld was. Ook bij de nachtvlinders waren er zuidelijke nieuwkomers, zoals de tamariskdwergspanner (opnieuw in Oostende) en de microvlinder Pyroderces argyrogrammos in Vinkt (Deinze, Oost-Vlaanderen), een eerste waarneming voor België.
Vooral bij de nachtvlinders zien we dat er steeds meer exoten opduiken. Gelukkig gaat het doorgaans om enkelingen. Het vermelden waard zijn deze vier, allemaal zonder Nederlandse naam:
-          Earias roseifera, een mooi gekleurd vlindertje uit Oost-Azië, opgedoken in een tuin te Sint-Martens-Lennik (eerste melding voor ons land)
-          Plesiomorpha flaviceps, een Oost-Aziatische spanner die leeft o.a. Japanse hulst (een alternatief voor buxus…; opnieuw een eerste melding voor ons land)
-          Hypsopygia nostralis, een (Zuid-)Amerikaanse microvlinder, in een tuin te Lier, tweede waarneming voor België)
-          Musotima nitidalis, een Nieuw-Zeelandse soort die in 2023 voor het eerst in ons land gezien en nu al 20x gemeld is. Mogelijk gaat die soort zich vestigen.

Afbeelding
Exotische nachtvlinders
Lander Kestemont, Marc Van de Sijpe en Wim Veraghtert
Drie exoten die in 2024 gezien zijn: Earias roseifera, Plesiomorpha flaviceps en Hypsopygia nostralis.

Wat bracht het najaar nog?

Het najaar was zacht, en dat zorgde voor de nodige vlinderactiviteit. Bij de dagvlinders was vooral de krachttoer van het bont zandoogje, die een ongezien grote derde generatie in de herfst kende. Tot in november bleef het bont zandoogje doorvliegen. Bij de nachtvlinders vielen vooral de trekvlinders op. Ook het najaar van 2023 waren er al heel wat bijzondere trekvlinders. Sierlijke haarbos, vale stofuil, spinaziemot, wingerdpijlstaart, … Ze passeerden allemaal de revue. Ongezien waren de aantallen oleanderpijlstaart, die in niet minder dan 42 kilometerhokken gemeld werd. De tandmot, een microvlinder die tot dit jaar nog maar éénmaal in ons land gezien was, werd in Vlaanderen op niet minder dan 17 locaties gemeld. Het trekvlinderseizoen eindigde pas op Kerstmis: op 25 december werden nog twee zeldzaamheden gezien in Koksijde, een zuidelijk eikenuiltje en een eenstipgrasuil.

Afbeelding
Trendlijn bont zandoogje 2024
Natuurpunt Studie
Het bont zandoogje had een bovengemiddeld jaar, maar vooral in de zomer en de nazomer vloog de soort goed. Let op de ongeziene piek in de tweede helft van september!

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie), m.m.v. Pieter Vantieghem.