Afbeelding
Kleinst waterhoen
Paul Pugh

Dit was 2024 voor de vogels

31 jan 2025
Categorieën
Natuurbericht

Het jaar 2024 bracht een mix van spectaculaire ontdekkingen, hoopvolle broedgevallen en zorgwekkende trends in de vogelwereld. Van de verrassende waarneming van een blauwe rotslijster in januari tot de Alpenheggenmus die het jaar afsloot in Mechelen. Er waren successen, zoals het eerste broedgeval van de zeearend in België, maar tegelijk blijven bedreigingen zoals vogelgriep en pesticiden hun tol eisen. In deze terugblik nemen we je mee langs de hoogtepunten en uitdagingen die het voorbije vogeljaar kleur gaven.

Afbeelding
Blauwe rotslijster
Paul Pugh
Het jaar startte met deze Blauwe rotslijster in Durbuy.

Al op 4 januari werd het nieuwe vogeljaar in gang gezet met de spetterende ontdekking van een mannetje blauwe rotslijster in Durbuy. Waar het bezoek aan een kerstmarkt zoal goed voor kan zijn. Er was één oudere waarneming bekend voor ons land maar die dateerde al van 147 jaar geleden!

Het Grote Vogelweekend kon in 2024 rekenen op bijna 50.000 tellers. Huismus, koolmees en pimpelmees bepaalden de top 3. Een opvallende kanttekening was dat geen enkele soort nog in meer dan 80% van onze tuinen voorkomt, en dat is een slecht teken. Kort na de eeuwwisseling was dat wel nog het geval voor merel, koolmees en roodborst. Een teken aan de wand dat er veel verandert doorheen de jaren, en dat dat ook snel gebeurt.

Zeearenden Betty en Paul stonden al van het najaar van 2023 in de schijnwerpers en bleken van meet af aan super-ambassadeurs voor natuurreservaat De Blankaart. Ze brachten twee jongen groot, waarmee ze het eerste broedgeval van deze soort neerzetten voor ons land. Ondertussen is het broedpaar alweer volop bezig met de aanbouw van een nieuw nest, slechts enkele honderden meters van het vorige verwijderd.
Rond 7 april kwamen in de Vallei van de Zwarte Beek voor het vierde opeenvolgende jaar twee jongen kraanvogels uit het ei.
Zeearend en kraanvogel zijn twee topsoorten die onomstootbaar aantonen dat natuurherstel werkt! Het blijft afwachten hoe de evolutie er zal uitzien in ons land, maar de situatie bij onze noorderburen doet de hoop op een verdere uitbreiding alvast hoog opwaaien. Daar stond de teller voor 2024 al op 40 broedparen van zeearend en ca. 53 van kraanvogel.

Afbeelding
Kraanvogel
Paul Pugh
De kraanvogel is in Limburg een vaste broedvogel geworden.

Natte natuur

Terwijl we de aantallen van een groot aantal broedvogels stelselmatig naar beneden zien gaan, verschijnen er gelukkig af en toe lichtpuntjes. Zo bewezen de al dan niet recent ingerichte moerasgebieden in Vlaamse riviervalleien de nodige appreciatie te krijgen van territoriale porseleinhoentjes, die in 2024 hogere pieken scheerden dan de jaren voordien. Met dank aan het kletsnatte voorjaar uiteraard. In en rond het Viersels Gebroekt werden 10 tot 14 zangposten genoteerd. Nog spectaculairder was dat dat gebied ook een paartje van het kleinst waterhoen wist aan te trekken. Er groeiden drie kuikens op, goed voor nog maar het derde bewezen broedgeval in ons land (Brecht in 1999 en Harchies in 2019), en dus nog maar het tweede voor Vlaanderen.
Dat kletsnatte voorjaar maakte akkers langdurig ontoegankelijk voor tractoren, wat toch een bescheiden maar hoopgevende ademruimte gaf aan broedende kieviten. Er kwamen op vele plaatsen meer jongen groot dan in ‘normale jaren’.

4 juni 2024 zit in het vogelaarsgeheugen gegrift als de datum voor de eerste nieuwe soort voor België dat jaar: een groene fitis. Dit vaalgroene kleinood heeft zijn leefgebied tussen Noord-Turkije en de Kaukasus. Het valt dus op zijn minst bijzonder te noemen dat die hier terechtkomt. Het aantal gevallen in West-Europa kent recent een kleine maar opvallende toename, een verklaring is daar niet onmiddellijk voor. Wat die zeldzame gevallen wel duidelijk maken, is dat je er maar best snel bij bent: wie pas in de late namiddag in de duinbossen van De Haan geraakte, was eraan voor de moeite.

Heropleving na vogelgriep

Als broedvogel is de Dougalls stern in Europa een absolute zeldzaamheid geworden. Voor deze soort bleek 2024 een superjaar naar Belgische normen: in de Zeebrugse voorhaven werden 6 tot 8 verschillende individuen waargenomen. Enkele ringaflezingen leerden dat die individuen afkomstig waren uit Frankrijk en Ierland. Omdat er een paartje gevormd werd dat af en toe baltsend werd gezien, werden enkele nestkasten geplaatst (Dougalls stern is halvelings een holenbroeder; in Ierland broeden ze in bodemnestkasten) maar dat kon de sterns niet overtuigen om tot broeden over te gaan. Dat zou in de toekomst nog kunnen veranderen.
Deze soort werd ongetwijfeld aangetrokken door de heropleving van de sternenkolonies in de voorhaven van Zeebrugge en dat hadden we nodig na de massale slachting die het vogelgriepvirus aanrichtte in 2022 en 2023. Met 5037 paartjes grote sternen mochten we een recordjaar optekenen voor België. Visdief telde 839 broedparen. Dat aantal is al hoger geweest, maar niettemin een ware opsteker na de zware klappen door vogelgriep in de voorgaande jaren.

Afbeelding
Visdief
Bart Vastenhouw/Saxifraga
Voor sternen zoals de visdief was 2024 een goed jaar.

Sinds 2016 houden we in augustus altijd een beetje ons hart vast, want sinds dat jaar zien we regelmatig uitbraken van het usutuvirus. Dat we dat in augustus zien is geen toeval: dan zitten er veel muggen en vogels ondergaan hun lichaamsrui. Muggen vinden dan gemakkelijker openingen in het anders dense verenpak. Het virus werd al bij meer dan 80 vogelsoorten vastgesteld. De merel is de meest gevoelige soort aan een besmetting en sterft doorgaans binnen enkele uren tot dagen. De impact op andere soorten wordt ongetwijfeld sterk onderschat.

Op zaterdag 5 oktober vond Eurobirdwatch plaats: 25.000 tellers uit 29 deelnemende Europese landen telden toen een waanzinnig totaal van meer dan 3,5 miljoen vogels. In België bezetten onze vogeltrektellers dan hun telposten en wordt er een simultaantelling gehouden. Dat gebeurde dit keer door 352 tellers op 91 telposten verspreid over Vlaanderen. Het resultaat was een totaal van 160.000 overtrekkende vogels. Daarin scoorde de vink een eerste plaats met 34.220 exemplaren, gevolgd door houtduif, spreeuw en veldleeuwerik.
In België gebeurt deze telling traditioneel in de vorm van een simultaantelling, georganiseerd door Natuurpunt en Natagora. 

Op 18 oktober werd er in Het Zwin een maskergors geringd, een gorzensoort uit Oost-Azië die heel uitzonderlijk wel eens in Europa terecht komt. Deze rariteit was goed voor de tweede nieuwe soort voor België dit jaar. Vogelend Vlaanderen kon niet meegenieten van de ontdekking, want de vogel werd na het ringen en vrijlaten niet teruggevonden door de aanwezige vogelaars. Het Zwin kon in het verleden al vaker al uitpakken met zeldzame soorten zoals een langstaartklauwier, een roodkeelnachtegaal en een witkeelgors (de laatste twee bovendien op dezelfde dag).

Terwijl we al langer wisten dat het gebruik van neonicotinoïden niet alleen schadelijk is voor insecten, maar ook voor zaadetende vogels, bewees een nieuwe studie door de Universiteit van Wageningen dat de impact van neonics nog veel desastreuzer is dan eerder gedacht. Er worden sporen aangetroffen op grote delen van het verenpak van kerkuilen, ze zijn traceerbaar in het bloed van Spaanse oehoe’s en Finse wespendieven, en in Noord-Amerika werd vastgesteld dat het oriëntatievermogen van de witkruingors er zelfs door wordt aangetast.

Het jaar werd afgesloten met zowaar een Alpenheggenmus in hartje Mechelen, aan de voet van de Sint-Romboutstoren. Helaas stonden euforie en spijt hierbij in sterk contrast. Op de dag van de ontdekking bleek de vogel zich weinig aan te trekken van zijn bewonderaars, de dag nadien bleek hij echter duidelijk ziek. De nog jonge vogel droeg de parasitaire aandoening Trichomonas gallinae (het geel), zelfs in die mate dat hij (in tegengstelling tot de eerste dag) niet meer in staat was om voedsel in te slikken. De vogel werd opgehaald door het Vogelopvangcentrum Neteland, waar hij, ondanks de goede zorgen, nadien overleed.
Eerder, in 2005, kreeg de kathedraal als statisch rotsblok in ons vlakke landschap ook al bezoek van een andere Alpensoort, namelijk een rotszwaluw. 

Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)

Afbeelding
Vogelkijkers bij de Alpenheggemus
Paul Pugh
De Alpenheggemus trok heel wat belangstelling.