Drie zeldzame bijensoorten nieuw voor de Merelbeekse Scheldemeersen

Ongeveer een derde van de bijensoorten houdt er een parasitaire levenswijze op andere bijen op na, ze worden ook wel koekoeksbijen genoemd. Zo is de langsprietwespbij de koekoeksbij van de fluitenkruidbij . Na 3 jaar zoeken is de soort gevonden in de Scheldemeersen! Het vrouwtje speurt tussen het bloeiende fluitenkruid de grond af op zoek naar ondergrondse nestplaats van haar gastheer. Eens gevonden, blijft ze op de loer liggen tot de gastheer het huis uitvliegt om dan snel een eitje te “droppen” in het nest, net zoals de koekoek doet.

Zwart-rood gekleurd is deze tweekleurige wespbij. Net zoals de soort hierboven is dit ook een koekoeksbij, maar dan van de paardenbloembij. Waar in het voorjaar veel paardenbloemen bloeien bestaat de kans om de gastheer en haar parasiet te vinden. Toch is de tweekleurige wespbij een zeldzame soort die niet overal in Vlaanderen voorkomt. In en rond de boomgaard langs de Langeweide leeft de paardenbloembij in een paradijs op aarde.

De derde nieuwkomer voor de Scheldemeersen is de halfgladde dwergzandbij. Het is een piepklein bijtje (slechts 8 mm groot) dat verzot is op schermbloemigen zoals berenklauw en dolle kervel. Dat de soort slechts voor de tweede keer is waargenomen in Oost-Vlaanderen in het afgelopen decennium, maakt dit een hele bijzondere ontdekking! Aangezien het een typische soort is van het hagen- en heggenlandschap van weleer, kwam ze hier vroeger vermoedelijk talrijker voor. Natuurpunt Bovenschelde legde de afgelopen jaren heel wat houtkanten aan, een kers op de taart dus voor het harde werk van de vrijwilligers!

Auteur: Karel Schoonvaere