We weten het al langer: het gaat niet best met wilde bijen en hommels in Vlaanderen en België. Een te lage genetische diversiteit zou weleens de doodsteek kunnen betekenen voor de zeldzaamste soorten. Onderzoekers brachten recent hoopgevend nieuws aan het licht: zeldzame hommels zijn genetisch even gezond als 100 jaar geleden, toen ze nog veel algemener voorkwamen.
Hommels leven in kolonies met een koningin en werksters en hebben een erg actieve levenswijze waardoor ze een grote behoefte hebben aan geschikte bloemen. Hommels in heel West-Europa hebben sterk te lijden gehad onder de intensivering van de landbouw, en meer bepaald het grootschalig verlies aan bloemrijke graslanden en in België ook het verdwijnen van de klaverteelt. Zo telt de hommelfauna in België 30 soorten, waarvan er 7 uitgestorven en van nog eens 2 soorten nauwelijks recente waarnemingen zijn.
Van de meeste zeldzaam geworden soorten laat de genetische diversiteit te wensen over aangezien ze geleidelijk verloren gaat in kleine populaties. Gekende voorbeelden zijn de laatste wilde Hamsters van Nederland, de laatste wolven in Noorwegen en een kleine geïsoleerde populatie adders in zuid-Zweden. Deze hadden allemaal te lijden onder inteelt en daardoor een verminderd vermogen om zich voort te planten, wat hun voortbestaan in gevaar brengt. Bovendien kunnen genetisch verarmde populaties zich ook minder goed aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Zou dat ook het geval zijn voor zeldzaam geworden hommelpopulaties?
Om die vraag te beantwoorden vergeleken Belgische onderzoekers in het kader van het federaal onderzoeksproject BELBEES de historische en huidige genetische diversiteit van hommels bij vier uiterst zeldzame en vier nog steeds algemene hommels komende van 5 locaties in België: Grashommel, Late Hommel, Heidehommel en Boshommel voor de eerste groep en Tuinhommel, Akkerhommel, Weidehommel en Steenhommel voor de tweede. De collectie-exemplaren van deze hommels uit 1913-1915 van dezelfde 5 locaties liet de onderzoekers toe een vergelijking te maken tussen de genetische diversiteit van de hommels vandaag en 100 jaar geleden.
De genetische diversiteit bleek wel lager te zijn bij de zeldzame hommels dan bij de hommels die vandaag de dag nog algemeen zijn, maar verrassend genoeg bleek dit 100 jaar geleden ook al het geval. Een afname in genetische diversiteit kon niet aangetoond worden. Bovendien bleken hun effectieve populaties nog relatief hoog te zijn. Het is dus hoopvol vast te stellen dat op de paar locaties waar de onderzochte zeldzame hommelsoorten nog standhouden hun genetische diversiteit niet sterk is aangetast vergeleken met 100 jaar geleden toen ze nog veel algemener waren. Hieruit kan besloten worden dat een eventueel herstel van deze hommels niet gedwarsboomd wordt door een doorgedreven genetische verarming. De onderzoeksgroep binnen UGent organiseert momenteel een Europese staalname om te achterhalen of de lagere diversiteit van de zeldzame hommels, soorteigen of dan wel locatiegebonden is.
Tekst: Pieter Vanormelingen, Natuurpunt Studie
Foto: Chantal Deschepper
Bron: Maebe, K., Meeus, I., Vray, S., Claeys, T., Dekoninck, W., Boevé, J.-L., Rasmont, P., Smagghe, G. (2016) A century of temporal stability of genetic diversity in wild bumblebees. Scientific Reports 6:38289. doi: 10.1038/srep38289
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief