44 trektelposten, verspreid over Vlaanderen, hebben deelgenomen aan EuroBirdwatch 2025 op zaterdag 4 oktober. Maar dat werd geen editie om over naar huis te schrijven. Door de vele regen en stevige wind was er van de klassieke zangvogeltrek (vinken, piepers, lijsters, …) weinig te merken. Zo werden in de regio Vlaamse Ardennen+ drie telposten bemand op zaterdagvoormiddag, die samen goed waren voor een 500-tal waargenomen vogels, verdeeld over 20 soorten. Ter vergelijking: tijdens editie 2024 werden op diezelfde telposten in totaal 5600 trekvogels genoteerd. Ook elders in het binnenland was het niet veel soeps. In totaal werden toch nog 88 soorten en 7378 exemplaren geteld! De telpost van het Hageven in Pelt werd zelfs 9,5 uur bemand, wat in totaal 923 vogels opleverde, het hoogste aantal voor een binnenlandtelpost.
Aan de kust was het een ander verhaal. Daar zorgde de stevige westenwind ervoor dat zeevogels die normaal over volle zee trekken, nu meer naar de kust gestuwd werden. Met goede telescopen zijn ze dan te zien vanop het vasteland. Op telposten verspreid langs de kust was het zowel zaterdag als zondag een feest, met soorten als Jan-van-gent, kleine jager, alk en zeekoet, maar ook minder algemene soorten zoals stormvogeltje, vaal stormvogeltje, noordse en grauwe pijlstormvogel, middelste jager en parelduiker. Voor de kust in Middelkerke passeerden op zondag maar liefst 1067 Jan-van-genten.
De grauwe pijlstormvogel, geen gewone zeevogel
Een bijzondere vermelding verdient de grauwe pijlstormvogel. Daarvan werden er gisteren 268 gezien, eveneens in Middelkerke. Geen record: op 1 oktober 2008 en op 29 september 2005 werden er in De Panne respectievelijk 505 en 404 waargenomen. Maar naar Belgische normen blijft 268 een uitzonderlijk hoog aantal.
De grauwe pijlstormvogel is een buitenbeentje onder de zeevogels. Hij ziet er niet meteen bijzonder uit, met een bruin verenkleed en witte vlekken op de ondervleugel. Zo’n pijlstormvogel heeft een spanwijdte van ca. 1m en weegt ongeveer 800g. Bijzonder is dat de soort broedt op eilanden in het Zuidelijk halfrond, zoals de Falkland-eilanden, de Auckland-eilanden, Tristan da Cunha en Nieuw-Zeeland. Na het broedseizoen vliegen de vogels noordwaarts: een groot deel vliegt dan langs de oostkust van Noord-Amerika, steekt vervolgens de Atlantische oceaan over om langs de Noordzee weer naar het zuiden te vliegen. De Nieuw-Zeelandse broedvogels volgen een 8-vormige trekroute die langs de kusten van Japan en Californië gaat. Zo’n grauwe pijlstormvogel legt op een jaar gemiddeld 64.000 kilometer af, zo bleek uit zenderonderzoek in Nieuw-Zeeland. Sommige exemplaren deden er zelfs nog 10.000 kilometer bovenop. Gemiddeld vliegen ze daarbij 500 km per dag, terwijl ze soms wel 1000 km op 24u vliegen. Daarbij maken ze maximaal gebruik van de wind. Ze houden hun vleugels stijf en lijken zo op een mini-albatros. Typisch is de keilende vlucht, waarin ze grote bogen boven de golven maken, en waarbij ze weinig energie hoeven te gebruiken.
Grauwe pijlstormvogels leven van vis en allerlei kleinere zeedieren. Naast geweldige vliegers zijn het ook onwaarschijnlijke duikers. Ze foerageren vaak op het zeeoppervlak, maar duiken ook geregeld. Doorgaans gaan ze minder dan 40m diep, maar er zijn duiksessies tot op 67m diep geregistreerd. Net als veel andere zeevogels beschikken ze over een goed reukvermogen zodat ze prooien op grote afstand kunnen ruiken. Vaak zijn ze te vinden rondom vissersschepen, waar zeevogels in grote groepen verzamelen in de hoop een graantje (of beter: een inktvisje) mee te pikken.
De vogels die dit weekend aan de Belgische kust gezien werden, zijn dus op weg naar hun broedgebieden. Het broedseizoen start in oktober. Een echte zang hebben ze niet, maar mannetjes produceren ’s nachts rauwe, katachtige geluiden nabij de nestplaats. Grauwe pijlstormvogels broeden in enorme kolonies, waar tot wel 2 miljoen broedparen aanwezig kunnen zijn. Het zijn holenbroeders: ze graven zelf een nestholte in de grond, soms tot 3m lang. Daarin legt het vrouwtje één ei. Na ongeveer 3 maanden is het kuiken groot genoeg om het nest te verlaten. Grauwe pijlstormvogels leven monogaam. Het zijn laatbloeiers: pas tussen de leeftijd van 5 tot 9 jaar beginnen de vogels aan hun eerste nest.
Europese resultaten
Ondanks de moeilijke weersomstandigheden in België kende EuroBirdwatch 2025 elders in Europa een groot succes. Meer dan 27.000 deelnemers namen deel aan ruim 800 activiteiten in 34 landen, samen goed voor meer dan 2,8 miljoen waargenomen vogels. Vooral in Hongarije, Finland en Griekenland werden indrukwekkende resultaten geboekt, met Hongarije als koploper in aantal deelnemers en Finland in aantal getelde vogels. De meest talrijke soorten waren de brandgans, spreeuw en vink. Daarnaast leverde het weekend ook enkele bijzondere waarnemingen op, waaronder zeldzame soorten als de Pallas’ boszanger, bonte tapuit, steppearend en steppekievit.
Tekst: Gerald Driessens, Koen Leysen en Simon Feys (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief