Krieltjes (Paragus sp.) zijn de lilliputters van de Vlaamse zweefvliegen, amper enkele millimeters groot. Veruit de meeste krieltjes leven ver ten zuiden van België en ook het handvol Belgische soorten zijn notoire zonnekloppers. 17 jaar geleden werd een nieuw krieltje voor het eerst in België gezien: het Geelbandkrieltje. Intussen wist het insect zich te verspreiden tot in verschillende Vlaamse centrumsteden, wellicht geholpen door het openbaar vervoer.
Niet toevallig gebeurde de eerste waarneming in een smoorhete steengroeve. De jaren nadien bleef het relatief stil rond deze soort. Wel werd duidelijk dat ze kon gedijen in de Maasvallei, op de grindoevers, en op enkele Limburgse mijnterrils. Maar de voorbije twee jaar werd het Geelbandkrieltje op korte tijd gezien in zowel Antwerpen als Brussel, in het centrum van de stad. En dit jaar gaat het hard: op enkele weken tijd werd dit vliegje gevonden in Gent, Aalter, Lier, Diest, Aarschot en Turnhout. Het Geelbandkrieltje is op citytrip in Vlaanderen.
Voor een warmteminnende soort is het helemaal niet zo gek dat ze in de stad opduikt; de gemiddelde temperatuur kan in de stad tot vier graden hoger oplopen dan in het buitengebied. Bovendien is het Geelbandkrieltje geen veeleisend insect: net als bij veel andere zweefvliegen is de larve een bladluiseter. Stadstuiniers zullen het Geelbandkrieltje graag zien komen.
Veruit de meeste waarnemingen van de soort komen van ruderale stukken met grotendeels naakte (stenige) bodem en een vrij hoge vegetatie met fijnstraal, melkdistel en kompassla. Mannetjes van het Geelbandkrieltje lijken graag een territorium te verdedigen rond deze laatste twee planten, vooral als er veel bladluizen te rapen zijn.
Dat zo’n nietig vliegje zo snel en efficiënt het land doorkruist, kan verwondering wekken. Vermoed wordt dat het Geelbandkrieltje gebruik maakt van het openbaar vervoer. De plaats bij uitstek waar deze soort gevonden wordt, is namelijk in de buurt van treinsporen en stations. Ondertussen wordt het Geelbandkrieltje ook almaar vaker gemeld buiten de steden. Ook dat hoeft niet te verbazen: overal waar de mens verhard heeft en waar geschikte planten staan, is het Geelbankrieltje tevreden. Deze toerist uit het zuiden wordt wellicht een blijver.
Kijk dus bijvoorbeeld maar eens rond tijdens het shoppen (veel handelszaken hebben Geelbandkrieltjes op de parking) of gewoon in je eigen tuin. Geef waarnemingen (voorzien van een foto) door via www.waarnemingen.be
Het station van Diest met de typische habitat van het Geelbandkrieltje: een strook onkruid in de stad (station Diest). Op deze plaats zaten 12 Geelbandkrieltjes samen. (Foto: Frank Van de Meutter)
Tekst: Frank Van de Meutter
Foto's: Frank Van de Meutter & Ivo Raemakers
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief