Onverwachte geluiden lokken bij heel wat dieren een acute stressreactie uit. Die angst is vergelijkbaar met de dreiging van een roofdier en leidt tot verhoogde hartslag en lichaamstemperatuur en in sommige gevallen zelfs tot desoriëntatie of een hartstilstand. De luide knallen en felle lichtflitsen van het jaarlijkse nieuwjaarsvuurwerk vormen hier een sprekend voorbeeld van. Voor huisdiereigenaars klinkt deze paniekreactie vast niet onbekend, maar ook wilde dieren vertonen een verhoogd stressniveau tussen oud en nieuw.
Een Nederlandse studie heeft dit effect gekwantificeerd door te bekijken hoeveel vogels de lucht in gingen bij het afsteken van deze massa aan vuurwerk. Ze baseerden zich hiervoor op weerradars. Naast het traditionele gebruik om neerslagzones op te sporen kunnen weerradars ook de aanwezigheid van vliegende vogels waarnemen. Vaak is dit vrij miniem en weinig verstorend voor de weermetingen, maar wanneer er grote hoeveelheden vogels in het luchtruim aanwezig zijn, zoals bij intense vogeltrek, kan dit wel worden opgepikt. Het is dus weinig verrassend dat zo’n radar boven Nederland een plotse toename van vogelactiviteit weet op te pikken op 31 december klokslag twaalf uur.
Als reactie op het geknal van vuurwerk vulde de lucht zich met ongeveer 1000 keer meer vogels dan in een doorsnee nacht. Deze paniekreactie houdt ook veel langer aan dan de duur van het vuurwerk zelf; pas een uur na de laatste knallen lijkt de rust terug te zijn gekeerd. Ook de afstand tot de afsteekplaats van het vuurwerk speelt een rol, met een sterk effect tot 5 km rond de meest nabijgelegen vuurwerkbron, en met een nog steeds merkbare impact tot 10 km ver. Via zenderonderzoek ontdekte men zelfs ganzen die in paniek tot 500 km wegvlogen.
Alles bij elkaar spreekt men in de Lage Landen dus gemakkelijk over honderdduizenden tot zelfs miljoenen vogels die verstoord worden door ons uurtje vuurwerkgeknal.
Verspilling van kostbare energie
De verstoring heeft duidelijke gevolgen voor het gedrag en de energiehuishouding van vogels. Zo valt in de eerste plaats de lichamelijke, interne stressreactie niet te onderschatten. Een uurtje paniek klinkt op het eerste zicht weinig significant, maar voor een vogel in koude, veeleisende winteromstandigheden telt elke minuut en elke samengespaarde brok energie. Onderzoekers ontdekten bijvoorbeeld dat ganzen door vuurwerk gemiddeld 10% langer bezig zijn met foerageren gedurende minstens elf dagen na nieuwjaar. Dit is enerzijds om de verloren energie te compenseren, maar valt ook te linken aan het feit dat de vogels zich moeten aanpassen aan een nieuw foerageergebied waar ze na hun paniekvlucht terechtkomen. Deze verspilling van kostbare energie komt op een uiterst ongelukkig moment, wanneer vogels in de koude periode rond de jaarwisseling net het meeste moeite hebben om aan voldoende voedsel te komen.
Als klap op de letterlijke vuurpijl kan de blinde paniek als gevolg van de knallen ook leiden tot een ongecontroleerde en gedesoriënteerde vlucht, met botsingen tegen ramen, hoogspanningskabels en andere hoge obstakels tot gevolg.
Het belang van de Lage Landen
Te vaak wordt vergeten welke cruciale rol de Lage Landen spelen in de overleving van overwinterende vogels. Gekend is dat veel vogels naar het zuiden vliegen om de winter door te brengen, maar voor heel wat watervogelsoorten is West-Europa, met op de eerste plaats de polders en andere waterrijke gebieden van Nederland en België, onmiskenbaar belangrijk overwinteringsgebied. Eenden, ganzen, steltlopers en andere aan water gebonden vogelsoorten gebruiken elk jaar maandenlang onze regio om te rusten en te eten, om zo aangesterkt terug te kunnen keren naar hun noordelijke broedgebieden.
Net in deze open, waterrijke gebieden blijkt de impact van vuurwerk het hoogst. Op de radarbeelden van het Nederlandse onderzoek was te zien dat landbouw- en watergebieden de grootste concentraties vliegende vogels vertoonden, terwijl in beboste en halfopen gebieden een minder sterke reactie werd waargenomen. De grotere vluchtreactie van vogels in open gebieden kan mogelijk verklaard worden door het feit dat er in open gebieden minder schuilplaatsen te vinden zijn en dat het geluid zich daar ook makkelijker en verder verspreidt. Ook op Belgische satellietbeelden is vooral in de polderregio’s en bij grotere waterlichamen het grootste effect van de vuurwerkverstoring waar te nemen. En ook hier gaat het om belangrijke watervogelgebieden waar grote groepen vogels, zoals ganzen en meeuwen, samen slapen.
Leg het gegeven dat onze streek zo’n waardevol overwinteringsgebied is voor watervogels samen met het feit dat wij, en dan vooral Nederland, verantwoordelijk zijn voor ongeveer een vierde van het totale Europese vuurwerkgebruik, dan lijkt een bewust en doordacht vuurwerkbeleid dringend aan de orde.
Een vuurwerkvrij of vuurwerkarm Vlaanderen
De conclusie van de wetenschappelijke studie uit Nederland is dat er nood is aan vuurwerkvrije bufferzones rond beschermde of gevoelige gebieden. In gebieden waar licht en geluid minder ver reiken, zoals bossen, kunnen kleinere buffers volstaan. Wanneer ruimte voor bufferzones beperkt is, kan het centraliseren van vuurwerk in stedelijke gebieden ook helpen om de impact op vogelgemeenschappen te verminderen.
In Vlaanderen zijn er steeds meer steden en gemeenten waar je geen vuurwerk mag afsteken met oudjaar. En op plaatsen waar het wel mag, heb je vaak toestemming van de burgemeester nodig. Vandaar dat Natuurpunt ook dit jaar oproept om bewust met vuurwerk om te gaan. Beleidsmatig wordt er gepleit voor een beperking van vuurwerk, waarbij het alleen toegelaten kan worden op oudejaarsnacht, tussen 23u30 en 00u30, en enkel op een beperkt aantal centrale locaties in woongebieden, bij voorkeur in of nabij stadscentra, voor zover daar lokaal draagvlak voor is. In de buurt van natuurgebieden en binnen een ruime perimeter rond Vogelrichtlijngebieden vraagt Natuurpunt om helemaal geen vuurwerk af te schieten.
Als je zelf vuurwerk gaat gebruiken, doe dit dan bewust en met aandacht voor de omliggende natuur. Ook andere opties als geluidarm vuurwerk kunnen een bruikbaar alternatief vormen.
Je kan zelf de vogelbewegingen via weerradars opvolgen via deze site, een initiatief van het KMI en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).
Tekst: Bastiaan De Ketelaere (Natuuracademie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief