Het machospookkreeftje (Caprella mutica) is één van de grootste spookkreeftjes. Mannetjes, zo mager als een geraamte, worden langer dan 25 millimeter. Deze exoot, die in zout water leeft, verdient zijn naam aan zijn harig en stekelig uiterlijk en de twee vervaarlijk uitziende verdedigingsarmpjes met scharen halfweg het lichaam. Deze maand zijn nooit geziene aantallen opgemerkt onder de pontons in de jachthaven van Zeebrugge. Alles hangt vol zwiepende diertjes waardoor alles in beweging lijkt.
Het machospookkreeftje beweegt als een kruipende spanrups. Eerst buigt hij zich voorover en bijt zich vast aan het substraat om vervolgens het achterlijf bij te trekken. Hij kan ook korte afstandjes zwemmen. Via scheepvaart en/of oesterimport heeft hij Europa bereikt. Pleziervaart zorgt voor transport tussen jachthavens. Hij is tolerant voor een brede waaier aan temperaturen en zoutgehaltes en in grote aantallen kan hij een concurrent zijn voor andere organismen. Het diertje beschikt op zijn achterlijf over drie paar kleine pootjes waarmee het zich kan vasthaken aan een substraat. Hij staat rechtop te zwiepen in het water om voedsel uit het water te filteren.
Verspreiding
Het machospookkreeftje is afkomstig uit de omgeving van Japan. De eerste waarneming voor Europa dateert van de zomer 1993 in de Oosterschelde. Snel werd Zeeland gekoloniseerd en uiteindelijk vrijwel alle Noordzeekusten. Op sommige locaties werden meer dan 300.000 diertjes per vierkante meter geteld. In januari 1998 is het machospookkreeftje voor het eerst waargenomen op een boei aan de toegang tot de haven van Zeebrugge. Het machospookkreeftje is sinds 1999 algemeen op pontons in de jachthaven van Zeebrugge, al wordt hier sinds 2007 een serieuze terugval in de aantallen waargenomen.
Wat maakt ze zo succesvol?
Ze kunnen zich losrukken van predatoren zoals zeeanemonen en kwallen. Ze planten zich snel voort. Wijfjes produceren 2 broedsels per jaar, met telkens 11 tot 25 jongen. Ze zijn niet kieskeurig in wat ze precies eten. Ze schrapen het oppervlak van wieren af, ze filteren kiezelwieren en pekelkreeftjes uit de waterkolom met de haartjes op hun antennes of nemen dood materiaal van de bodem op. De scharen worden niet gebruikt om voedsel te zoeken maar wel om zich te verdedigen.
Bron: https://www.vliz.be/niet-inheemse-soorten/nl/caprella-mutica-machospookkreeft
Tekst: Hans De Blauwe (Strandwerkgroep)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief